1.4.3. God is relatiegericht
Dit is één van de twaalf karaktereigenschappen van God die we in
Herschepping onderscheiden:
God verbindt zich met mensen
Vanaf het moment dat er mensen op aarde woonden heeft God van alles gedaan om
goede en diepgaande relaties met de mensen te hebben. Hij maakte geregeld een
wandeling met Adam (en later mogelijk ook met Adam en Eva samen) door de
paradijstuin. God had vrienden als
Henoch, Noach en Abraham. Onze Schepper verbond zich later op een
bijzondere manier aan het Gods volk Israël
(Oude Verbond) en later
aan de Gemeente van Jezus
(Nieuwe Verbond). Deze
verbonden zijn
niet zomaar kille afspraken over rechten en plichten van beide kanten, maar
vooral blijken van Gods verlangen naar innerlijke, innige VERBONDENHEID met
mensen.
De relatie tussen God en individuele gelovigen wordt in de
Bijbel met allerlei beelden beschreven. Zo zijn gelovigen Gods collega's:
"Dus wij zijn medewerkers van God ..." (1
Korintiërs 3:9, NBV2004)
en tegelijk zijn kinderen en erfgenamen:
"En nu we zijn kinderen zijn, zijn we ook zijn erfgenamen,
erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfgenamen ..." (Romeinen
8:17, NBV2004)
God gebruikt dikwijls het
huwelijk om zijn relatie met zijn volk te
illustreren. Dat
toont aan dat God verlangt naar een
hartsverbondenheid van liefde en trouw. Op aarde is het huwelijk immers
de diepste uitdrukking van gemeenschap tussen twee
mensen. Het aardse huwelijk is een voorafschaduwing van die megabruiloft die
eens in de hemel zal plaatsvinden:
de
bruiloft van het Lam (Openbaring 19:7).
Deze geestelijke huwelijksrelatie is eigenlijk waar het God om te doen is: de
diepst denkbare relatie tussen God en mensen.
In het kort komt de relatie tussen God en
wedergeboren gelovigen heeft op het
volgende neer:
-
God is hun hemelse Vader
- Jezus is hun verlosser en
Heer
- de Heilige Geest
is hun Helper
En die relatie met God is het kostbaarste geschenk van elke christen die een
levend geloof heeft.
Zie meer in hoofdstuk 'Relatie
met God'.
God communiceert met mensen
De soevereine God is eigenmachtig
en onafhankelijk en heeft niemand nodig om 'compleet' te zijn. Toch ligt het
in Gods aard om contact te willen hebben met de
mensen die Hij heeft geschapen. Daarom heeft Hij de mens ook mogelijkheden
gegeven met Hem te communiceren. God geniet er van als zijn kinderen tijd voor
Hem nemen in gebedsomgang met Hem. Hij
verlangt naar gesprekken met ons, zoals Hij die kon hebben met Henoch,
Abraham en Mozes. Met hen had God een diepe vriendschapsrelatie die ontstond
door veel met
elkaar op te trekken.
Bij wetgeving op de berg Sinaï sprak God persoonlijk zijn volk Israël toe.
Alle Israëlieten konden zijn stem horen (Deuteronomium 6:22-24). Dat was de
meest spectaculaire manier waarop God ooit persoonlijk zoveel mensen tegelijk heeft toegesproken.
Later is Jezus naar de aarde gekomen, die ook wel het 'mens geworden Woord
van God' wordt genoemd (Johannes 1). Jezus trad onder meer op als
profeet en leraar om de
mensen uitvoerig te vertellen over God de Vader en de mogelijkheid om met in
verbondenheid met Hem te leven. Jezus was erg sociaal en ging graag met de meest
uitlopende soorten mensen om. Mensen die een ontmoeting met Hem hadden, waren
daarna nooit meer dezelfde.
Zie hoofdstuk 'Ontmoetingen
met Jezus'.
God heeft ons de Bijbel gegeven, om daarin uitvoerig en duidelijk met ons te
communiceren. Ook door profetieën, visioenen, dromen, en rechtstreekse
boodschappen spreekt God tot gelovigen. We zien daar talloze voorbeelden van in
de Bijbel en vandaag de dag leidt God gelovigen ook op zulke manieren,
tenminste als ze er voor openstaan.
Hij is de levende God, de God die spreekt.
De wereld heeft nog nooit gehoord van een God die zo uitvoerig, zo duidelijk
en zo direct tot mensen gesproken heeft als onze God, de God van de Bijbel. En
ook vandaag de dag spreekt God met en tot mensen, vooral door de
Heilige Geest die in wedergeboren gelovigen woont.
Zie meer daarover in:
- hoofdstuk 'Bijbel'
- onderwerp 'Persoonlijke
leiding van God' in hoofdstuk 'Gods
leiding'
Jezus en zijn vrienden
Gedurende de drie jaar van Jezus' bediening op aarde, is Hij
intensief met mensen omgegaan. Hij had heel veel en heel
uiteenlopende sociale contacten, variërend van hooggeplaatste mensen
zoals Jozef van Arimatea en rijke belastinginners tot prostituees, van
intellectuele wetgeleerden zoals Nikodemus tot eenvoudige vissers.
Hele groepen mensen volgden Jezus als Hij door het land trok.
Veel intensiever trok Jezus op met de twaalf discipelen en bij bijzondere
gelegenheden nam Hij slechts drie van de twaalf discipelen mee: Petrus, Johannes
en Jakobus. Ten slotte noemt Johannes zichzelf vier maal als de discipel, waar
Jezus het meest op gesteld was. Zo zien we hoeveel belang Jezus stelde in
persoonlijke vriendschappen. Jezus stond midden tussen de mensen en deed alles
samen met zijn vrienden: eten, slapen, over het meer varen, voetreizen
maken, mensen bezoeken, uitrusten, en ook de vele alledaagse dingen die niet in
de Bijbel vermeld staan.
Zie onderwerp 'Jezus
en zijn discipelen' in hoofdstuk 'Ontmoetingen
met Jezus'.
God wil bij de mensen wonen
God verlangt ernaar onder de
mensen te wonen. In het Oude Testament lezen we dat God min of meer zichtbaar
te midden van
zijn volk woonde en troonde. Eerst in de tabernakel (een mobiel tempeltje) in de woestijn:
"De Israëlieten moeten een heiligdom voor mij maken,
zodat ik te midden van hen kan wonen." (Exodus 25:8, NBV2004)
en later in de tempel in Jeruzalem:
"David zei: 'De HEER, de God
van Israël, heeft zijn volk rust geschonken en Hij woont voor altijd in
Jeruzalem." (1 Kronieken 23:25, WV2012)
Jezus heeft de hemel op een symbolische manier het huis van de Vader genoemd, waar veel
mensen welkom zijn:
"In het huis van mijn Vader kunnen velen hun verblijf
houden. Zou Ik anders gezegd hebben dat Ik wegga om voor jullie een plaats
gereed te maken?" (Johannes 14:2, WV2012)
Later, op de nieuwe aarde,
zal God op een ongekend nieuwe manier voor altijd onder de mensen
wonen:
"... Zie, de tent van God is bij de mensen en
Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf
zal bij hen zijn." (Openbaring 21:3, NBG1951)
Deze woorden doen eerder denken aan kamperen dan in de omgeving van een
statig paleis wonen! God wil gewoon graag dichtbij ons zijn. Ook nu
trouwens!
Zie daarvoor onderwerp 'Omgaan
met God' in hoofdstuk 'Relatie met God'.
Eenwording met God
De verbondenheid met God door de Heilige Geest is de hoogst denkbare
relatievorm voor de mens. Gelovigen zijn geroepen om in hun levenswandel
één te zijn met Jezus en dat is de hoogst denkbare roeping:
"Getrouw is de God die u geroepen heeft tot
gemeenschap met zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus." (1 Korintiërs
1:9, WV2012)
Het hoogste doel voor de mens is God
te kennen en met Hem te leven. Dat is de hoogste levensvorm.
"En dit is eeuwig leven: dat de mensen u kennen, u, de
enige ware God, en Jezus Christus, die u gezonden hebt." (Johannes 17:3,
GNB1996)
Volgend onderwerp: 1.4.4. God is ruimhartig