1.8.2. Geschiedenis van Gods koninkrijk

Omdat God almachtig is, heeft Hij vanzelfsprekend zeggenschap over de hele schepping. Maar met het koninkrijk van God bedoelen we niet de hele schepping, maar slechts God, de engelen die Hem trouw zijn en de mensen die vrijwillig en bewust hebben gekozen om Hem te volgen.

Als Gods koninkrijk maar een deel van de schepping omvat, is er ook een tweede koninkrijk: het koninkrijk van de satan, Gods tegenstander. De geschiedenis van Gods koninkrijk kan beschreven worden als de eeuwenlange strijd tussen het koninkrijk van God en dat van de satan. Het koninkrijk van God is eeuwig, terwijl het koninkrijk van de satan een begin heeft gehad en een einde zal hebben.

Zie ook hoofdstuk 'Geestelijke strijd'.

Hier volgt een kort overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen en perioden met betrekking tot Gods koninkrijk en de eeuwenlange strijd om de heerschappij over de kosmos. Let daarbij vooral op (1) wat God doet, (2) wat de satan doet en (3) wat de mensen doen die hun vertrouwen op God stellen.

1. Schepping van de geestelijke wereld en de zondeval van de satan

Allereerst schiep God de geestelijke wereld, die soms ook wel de hemel genoemd. Eigenlijk gaat het om hemelen (meervoud), verschillende gebieden in de geestelijke wereld die ook wel hemelse gewesten of hemelsferen worden genoemd. Daarbij schiep God ook de engelen, geestelijke wezens die als doel hadden God op allerlei manieren dienstbaar te zijn.

Zie meer hierover in hoofdstuk 'Geestelijke wereld'.

Een aanzienlijke engel kwam in opstand tegen God en daarmee werd de zondeval van de satan een feit. Zijn naam betekent 'tegenstander'. Alle andere engelen moesten nu voor het eerst een keuze maken wie ze wilden volgen: trouw blijven aan God of de kant van Gods tegenstander kiezen. Een deel van de engelen ging mee in de opstand van de satan. Zij werden de demonen onder leiding van de satan, ook wel gevallen engelen genoemd. God verklaarde de oorlog aan de satan. Er ontstond een hevige strijd in de hemelse sferen tussen de aan God trouw gebleven engelen en de gevallen engelen. De satan en zijn demonen werden uit het troongebied van de hemel verdreven (Openbaring 12:7-12)

Naast Gods koninkrijk is zo het rijk van de satan ontstaan binnen de lagere regionen van de geestelijke wereld. Daar is de satan de machthebber, maar wel onder toelating van God die altijd de topbestuurder is en blijft van alles wat geschapen is.

Zie meer hierover in hoofdstuk 'Satan'.

2. Schepping en de zondeval

God schiep de materiële wereld met de aarde als het meest prominente gebied en stelde het eerste mensenpaar Adam en Eva aan om namens God over de aarde te heersen met het paradijs als residentie. Zij waren samen de eerste mensen die deel uitmaakten van Gods koninkrijk.

Adam en Eva lieten zich door de satan verleiden om te zondigen en plaatsten zich daarmee onder de heerschappij van de satan die zo de nieuwe heerser van de aarde werd. De volmaakt geschapen aarde maakte een tragische ontluistering mee. De heerlijkheid van God verdween van de aarde. Maar de satansmachten van zonde en dood kregen de overhand, ook over het eerste mensenpaar en al hun nakomelingen.

Zie meer hierover in deel 2 'Schepping en zondeval'.

3. Voortijd

In de voortijd (de periode voorafgaande aan de zondvloed) breidde de mensheid zich uit. Slechts een deel van de mensen ging God aanbidden, waarbij Henoch een belangrijke positie innam. Zij waren de deelgenoten van Gods koninkrijk in die periode. De gelovigen werden een steeds kleinere minderheid die met uitsterven bedreigd werd.

Er kwamen demonische wezens naar de aarde, die nakomelingen verwekten bij de vrouwen van de mensen. Dat werden de reuzen van de voortijd, die de wereldbewoners op een gewelddadige manier tiranniseerden. De mensheid als geheel dreigde te gronde te gaan aan gewelddadigheid. De aarde werd daardoor bijna onleefbaar.

Om de mensheid van de ondergang te redden besloot God tot een zondvloed, waarbij het menselijke geslacht werd vernietigd. Uitzondering was Noach en zijn familie die samen met vertegenwoordigers van alle mogelijke diersoorten in leven bleven in een drijvend 'asielzoekerscentrum': de ark van Noach. Door de zondvloed werd de aarde nog meer ontluisterd dan daarvoor.

Zie meer hierover in hoofdstuk 'Voortijd'.

4. Israël als theocratie

God koos Abraham uit om stamvader te worden van een uitverkoren volk. Met hem en zijn nageslacht sloot God een eeuwig verbond en beloofde hen het land Kanaän als woonplek. Na een hongersnood kwamen Abrahams nakomelingen in Egypte te wonen en breidden zich uit tot een groot volk: het volk Israël.

De satan bracht de Israëlieten onder zware slavernij onder zijn handlanger: de farao van Egypte. God verloste de Israëlieten uit Egypte en bracht hen in de woestijn, op weg naar het beloofde land Kanaän. God koos de Israëlieten uit om zijn volk te zijn en zijn koninkrijk te vertegenwoordigen op de aarde. Het werd een theocratie, georganiseerd en geleid door priesters en later door rechters en koningen. God sloot het Oude Verbond met het volk Israël bij de wetgeving op de berg Sinaï. God maakte zijn levenswet bekend waaraan het volk zich diende te houden. Vanwege de zware ongehoorzaamheid en goddeloosheid moest het volk een periode van ballingschap in Babylonië meemaken. Daarna zorgde God ervoor dat een restant van het volk kon terugkeren naar hun eigen land, zoals beschreven in de Bijbelboeken Ezra en Nehemia.

Na de verovering van Jeruzalem in 70 na Chr. werden de Joden verstrooid over de hele wereld en hield de tempeldienst op. Eeuwenlang woonden de Joden verspreid over de hele wereld. Het ontstaan van de staat Israël laat zien dat God verder gaat met zijn plannen voor dit volk, in afwachting van de komst van de messias.

Zie ook de onderwerpen:
- 'Gods volk Israël' in dit hoofdstuk
- 'Verbond met Abraham' en 'Het Oude Verbond' in hoofdstuk 'Gods verbonden'

5. Koninkrijk van de hemel

Jezus de Zoon van God kwam naar de aarde om als een mens geboren te worden en als 'koning incognito' onder de mensen te leven. Jezus was en is de messias die aan het volk Israël beloofd was. Hij propageerde de volgende verschijningsvorm van Gods koninkrijk: het koninkrijk van de hemel, een geestelijk koninkrijk, geregeerd vanuit de hemel en zonder pretenties van aardse macht of heerschappij. Het bestaat uit koning Jezus en zijn volgelingen op de aarde.

De satan probeerde Jezus te verleiden om zich onder zijn gezag te plaatsen. Toen dat niet lukte inspireerde hij de Joodse leiders om Hem te doden. Jezus offerde zichzelf vrijwillig op om via zijn lijden en sterven alle mensen de gelegenheid te geven om door geloof in Hem ingelijfd te worden in Gods koninkrijk. Daardoor konden ze aan de macht van de satan onttrokken worden. Na zijn opstanding en hemelvaart werd Jezus gekroond in de hemel als de allerhoogste koning onder het oppergezag van God de Vader.

God zond de Heilige Geest naar de volgelingen Jezus en daarmee is de wereldwijde Gemeente van Jezus ontstaan, de Kerk van alle eeuwen, die het koninkrijk van de hemel zou vertegenwoordigen op de aarde. Het doel van de Gemeente is om alle volken bekend te maken met het hemelse koninkrijk en tot volgelingen van Jezus te maken.

Zie ook onderwerp 'Koninkrijk van de hemel' in dit hoofdstuk.

6. Messiaans vrederijk

De satan doet alles om de Joden te vernietigen en de christenen onder de heerschappij van Gods koninkrijk weg te halen door leugens, beproevingen, verleidingen en vervolging. De activiteiten van antisemitische en antichristelijke machten nemen toe en bereiken een climax. Jezus komt terug naar de aarde om het volk Israël te bevrijden van haar vijanden, en om zich te verenigen met de nieuwtestamentische Gemeente, die samen de Bruid van Jezus worden genoemd. De satan wordt dan tijdelijk op non-actief gesteld.

Alle mensen die behoren tot de Bruid van Jezus maken een lichamelijke opstanding mee (eerste opstanding). Jezus regeert op de aarde met Jeruzalem als residentie, samen met de Bruid. Dit is de volgende fase van het koninkrijk van God: het messiaanse vrederijk. Aan het einde van dit duizendjarige vrederijk krijgt de satan nog eenmaal de kans om zich op aarde te manifesteren. Hij probeert zo veel mogelijk mensen zover te krijgen dat ze in opstand komen tegen koning Jezus om zo alsnog de troon van de aarde in bezit te krijgen. Deze poging zal mislukken. De satan en zijn volgelingen verdwijnen in de vuurpoel om daar hun definitieve straf te ontvangen. Daarmee is de strijd om de troon van God beëindigd.

Zie meer hierover in de hoofdstukken:
- 'Wederkomst van Jezus'
- 'Messiaans vrederijk'

7. Nieuwe hemel en nieuwe aarde

Alle aardbewoners, behalve de mensen die behoren tot de Bruid en die dus al eerder zijn opgestaan, zullen dan lichamelijk opstaan (tweede opstanding) om daarna bij het laatste oordeel hun definitieve bestemming tegemoet te gaan. God schept een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Alle mensen, die begenadigd zijn bij het laatste oordeel, mogen daar eeuwig wonen in volmaakte harmonie en geluk. Samen met de Bruid zal Jezus namens God regeren over alle andere mensen die bij het laatste oordeel het leven hebben ontvangen. De heerlijkheid van de nieuwe aarde zal die van de oorspronkelijke aarde ver te boven gaan. God heeft dan de vloek van de zondeval juist gebruikt om meer van zijn heerlijkheid te doen ontplooien en daar de mensheid bij te betrekken.

Zie meer hierover in hoofdstuk 'Nieuwe wereld'.

Ontluistering en herluistering van de aarde

In de verschillende perioden van de wereldgeschiedenis zien we eerst een stapsgewijze ontluistering en vervolgens een stapsgewijze herluistering van de aarde. Schematisch kan het als volgt worden weergegeven:

We zien op de scheidingslijnen tussen twee opvolgende perioden (aangegeven door pijlen) telkens een tijdsgewricht of ingrijpende gebeurtenis.

  1. Paradijs - Voor de zondeval was de aarde zeer goed bewoonbaar, waarschijnlijk zonder de grote oceanen die we nu kennen. De hele natuur leefde in harmonie met God de schepper.
  2. Na de zondeval - Door de zondeval ontstond de eerste ontluistering: de heerlijkheid van God was verdwenen, en de aarde lag onder de vloek van dood, verderf en disharmonie. De aarde werd bijna onleefbaar door buitensporig veel geweld.
  3. Na de zondvloed - Bij de tweede ontluistering, de zondvloed, werd de aarde onherkenbaar veranderd door de overstromingen, waardoor waarschijnlijk grote oceanen en ook nieuwe bergen ontstonden. Daarna was er nog maar een klein percentage van het aardoppervlak redelijk bewoonbaar.
  4. Na Christus - In het huidige tijdsbestek is de aarde in de meest beroerde conditie. Te midden van deze donkere periode van de aarde staat het kruis van Jezus, waardoor God de mogelijkheid heeft geopend voor herstel van de hele schepping (Romeinen 8:19). De mensheid dreigt zich in allerlei opzichten zo te ontwikkelen dat het voortbestaan van het menselijk ras op termijn niet meer mogelijk is, evenals kort voor de zondvloed.
  5. Vrederijk - Na de wederkomst van Jezus begint het messiaanse vrederijk, waarbij de satan niet meer op aarde actief kan zijn en waarin de harmonie in de natuur wordt hersteld. Onder de regering van koning Jezus heerst er orde en vrede op aarde (Jesaja 2:2-4; Jesaja 11:1-10; Jesaja 32:1-5). Het is niet ondenkbaar dat er dan ook forse klimaatsverbeteringen zullen plaatsvinden in een ontwikkeling tegengesteld aan de neergaande lijn van de eerder genoemde perioden.
  6. Nieuwe aarde - Na de laatste opstand van de mensheid onder leiding van de satan zal de huidige aarde vergaan (Openbaring 20:11; Openbaring 21:1) en na het laatste oordeel (Openbaring 20:11-15) zal de periode beginnen van de nieuwe aarde (Openbaring 21-22). Dan ontstaat er een leefklimaat dat ongetwijfeld veel glorieuzer zal zijn dan het paradijs ooit was.

In de volgende twee onderwerpen worden de volgende twee vormen van Gods koninkrijk verder uitgewerkt:
- 'Gods volk Israël'
- 'Koninkrijk van de hemel'