2.1.1. Wat is de geestelijke wereld?

God schiep de geestelijke wereld

"In het begin schiep God de hemel en de aarde ...' " (Genesis 1:1, NBV2004)

Allereerst schiep God de geestelijke wereld. Pas later zou de materiële wereld worden geschapen. Deze werelden worden ook wel hemel en aarde genoemd, vooral als ze samen worden genoemd. De geestelijke wereld was en is in eerste instantie de woonplaats van God en de door Hem geschapen geestelijke wezens: de engelen.

De geestelijke wereld is erg anders

Het is een heel andere leefomgeving waar je met je stoffelijke lichaam niet kan komen en die je met je gewone zintuigen niet kunt waarnemen. De geestelijke wereld lijkt erg abstract en onbegrijpelijk, misschien wel even moeilijk te begrijpen als radio en televisie voor iemand uit de achttiende eeuw. Even onwezenlijk klinken geestelijke onderwerpen voor mensen die daar niet mee vertrouwd zijn.

De geestelijke wereld is een beetje te vergelijken met een virtuele wereld zoals we die via internet kunnen waarnemen, zoals bijvoorbeeld 'Second Life'. Daarin kun je op het beeldscherm van je computer rondlopen of zelfs rondvliegen. Je kunt in die virtuele werelden met andere bezoekers communiceren en op zondagochtend zelfs een virtuele kerkdienst meemaken, samen met andere bezoekers. Het aantal virtuele werelden is onbeperkt en de mogelijkheden lijken bijna grenzeloos te zijn.

Natuurlijk gaat de vergelijking maar gedeeltelijk op, want de geestelijke wereld is niet virtueel maar zo reëel als maar kan. De geestelijke wereld is niet een soort droomwereld, maar zelfs echter dan de materiële wereld.

De materiële wereld is beperkt in ruimte en tijd, terwijl in de geestelijke wereld afstanden en tijd gewoon niet bestaan. Het doet denken aan dromen, waar afstanden niet bestaan en alle tijden door elkaar kunnen lopen. In feite zijn dromen ook ervaringen van de menselijke geest, dus daarom is de vergelijking niet eens zo slecht. In de materiële wereld is alles tot op zekere hoogte meetbaar, zoals lengte, inhoud, gewicht, temperatuur. In de geestelijke wereld spelen morele waarden een belangrijke rol. Daar worden begrippen als liefde, trouw, zonde, dienstbaarheid waarneembaar. Dat zijn dus meer de innerlijke dingen, in plaats van de uiterlijke dingen waaruit de materiële wereld bestaat.

De geestelijke wereld is van een hogere rangorde

"Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig." (2 Korintiërs 4:18, HSV2010)

In de Bijbel lezen we dat de onzichtbare, geestelijke wereld eeuwig is en de zichtbare, materiële wereld tijdelijk. De materiële wereld is uit de geestelijke wereld ontstaan.

"Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen." (Romeinen 11:36, NBV2004)

Daarom mogen we er rustig van uitgaan dat de geestelijke wereld veel verhevener, grootser, omvangrijker en complexer is dan de materiële wereld. Daarom wordt van de geestelijke wereld vaak gezegd dat die zich boven ons bevindt (Exodus 20:4) en dat moet natuurlijk figuurlijk worden opgevat.

Hemelen (meervoud)

God is een geestelijke persoonlijkheid.

"God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid." (Johannes 4:24, NBG1951)

Uiteraard is God, die ook de schepper is, de hoofdbewoner van de hemelse werkelijkheid. De Bijbel spreekt over 'hemelen' in het meervoud, maar in de meeste moderne vertalingen is dat detail 'wegvertaald'. Men sprak in Bijbelse tijden wel van zeven hemelen. De wolkenhemel werd van oudsher door velen als de eerste hemel beschouwd, de sterrenhemel als tweede hemel. Paulus schrijft over een visioen over de derde hemel, waar de engelen wonen en ook Gods uitverkorenen na hun leven op aarde (2 Korintiërs 12:2-4). In Efeziërs 2:6 spreekt Paulus over de hemelsferen, waarmee hij nadrukkelijk doelt op de verschillende hemelse gebieden die de totale geestelijke werkelijkheid omvatten.

De allerhoogste hemelsferen

Maar de allerhoogste hemelsferen zijn alleen toegankelijk voor de allerhoogste God. Vandaar dat het engelenleger in de kerstnacht de volgende woorden uitsprak:

"Eer zij aan God in de hoogste hemelen ..." (Lucas 2:14, HSV2010)

Ook de volgende Bijbeltekst ondersteunt deze gedachte:

"... de verheven en enige heerser, de hoogste Heer en koning. Hij alleen is onsterfelijk en hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft hem ooit gezien of kan hem zien. ..." (1 Timoteüs 6:15-16, NBV2004)

Dat ontoegankelijke licht zouden we dus toekennen aan 'de hoogste hemelen' ofwel 'de goddelijke wereld'. In ieder geval kunnen we uit dit alles voorzichtig concluderen dat God zo hoog verheven is boven zijn schepping, dat Hij meer is dan wat Hij ooit aan zijn schepselen zal laten zien. Tegelijk maakt de Bijbel duidelijk dat de drie-enige God overal aanwezig kan zijn, in alle bestaande werelden dus.

Engelen, demonen en mensen

Behalve God bewonen ook engelen de geestelijke wereld. Zij zijn geschapen als zuiver geestelijke wezens, die dus alleen een geestelijke verschijningsvorm hebben. Soms kunnen ze zich tijdelijk in een aards lichaam op aarde manifesteren. Ook de satan en zijn demonen horen bij de geestelijke wereld, maar die mogen alleen in de lagere regionen van de geestelijke wereld wonen.

"Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten." (Efeziërs 6:12, HSV2010)

Hoewel mensen zijn geschapen om op aarde te leven, heeft God hen ook mogelijkheden gegeven om in de geestelijke wereld te functioneren. De mens is namelijk geschapen met een geest, waarmee hij bijvoorbeeld in staat is te communiceren met God. Tijdens zijn leven op aarde functioneert de mens voornamelijk in de materiële wereld, maar na zijn sterven is het andersom: dan zal hij vooral in de geestelijke wereld functioneren. Zij verblijven in wat wij ook wel het hiernamaals noemen.