2.3.3. Vragen over de schepping
Is de aarde geschapen in 6x24 uur?
De Schepper is de enige die er bij was toen de kosmos ontstond. God heeft
persoonlijk gezegd dat Hij de wereld in zes dagen heeft geschapen:
"Want in zes dagen heeft de HEER de
hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft ..." (Exodus 20:11,
NBV2004)
Veel christenen gaan er gewoon van uit dat God de wereld in 6x24 uur heeft
geschapen. Daar is niets verkeerd mee. Tegelijk weten we dat het Bijbelse begrip
'dag' evengoed als een tijdperk van onbepaalde lengte kan worden gelezen.
Vanwege onze onbekendheid met de tijdloze geestelijke wereld van
waaruit de aarde is geschapen, vind ik een discussie over dagen van 24 uur niet
erg zinvol. Pas op de vierde scheppingsdag heeft God de aardse tijdrekening
mogelijk gemaakt, toen God de hemellichamen schiep. Maar wanneer heeft God het
begrip 'tijd' doen ontstaan dat bij de materiële wereld hoort?
Op de vierde scheppingsdag of bij al bij de eerste
scheppingsdag? Wie het denkt te weten mag het zeggen. Laten meningen over de lengte
van de eerste scheppingsdagen geen toetssteen worden voor Bijbelgetrouwheid.
Kortom, God was in staat om de aarde te scheppen in zes miljard jaar, in zes
perioden, in 6x24 uur of in zes seconden. Eenmaal zal God een
nieuwe aarde scheppen.
Hoelang zal God daar over doen? Ik moet er niet aan
denken dat alle mensen na het
laatste oordeel, wanneer de
bestaande aarde verdwenen zal zijn, miljarden jaren moeten wachten totdat God
eindelijk een
nieuwe aarde klaar heeft omdat er zo'n lang ontstaansproces voor nodig zal zijn. Nee
natuurlijk niet. Dus God had er in het begin ook niet
zoveel tijd voor nodig!
Wanneer heeft God de aarde geschapen?
De Joodse jaartelling begint bij het jaar waarin God de schepping van de
aarde voltooid heeft. Dat is door Joodse schriftgeleerden op grond van het Oude
Testament vastgesteld op 3761 jaar voor Christus, volgens onze jaartelling. Dus
volgens die berekening is de aarde bijna 6000 jaar geleden geschapen.
Spreken Genesis 1 en 2 elkaar tegen?
In Genesis 2:4 verandert de stijl van schrijven ten opzichte van de
scheppingsgeschiedenis van Genesis 1-2:3. Het lijkt op een alternatief
scheppingsverhaal waarbij sommige gebeurtenissen in een verschillende volgorde
hebben plaatsgevonden.
De laatste eeuwen zijn de verschillen tussen Genesis 1 en 2 door ongelovigen
en Bijbelcritici aangegrepen om de Bijbelse boodschap over de schepping uit te
hollen. Zij suggereren dat er 'dus' twee tegengestelde
scheppingsverhalen in de Bijbel staan en dat 'dus' minstens één van de beide
verhalen als symbolisch moet worden opgevat en dat je 'dus' het totale
scheppingsverhaal niet als feitelijke waarheid kan aannemen.
Opmerkelijk is in dit Bijbelgedeelte vooral dat er vanaf Genesis 2:4 een
andere benaming voor God wordt gebruikt. In onze Bijbelvertalingen lezen we de
toevoeging HEERE, HERE
of HEER als het over God gaat. Dat is niet zo vreemd,
want deze benaming wordt vooral gebruikt waar het gaat om het aspect
'verbondenheid tussen God en mens'. En dat is in dit gedeelte ook aan de orde.
Genesis 1 is een feitelijk verslag van de schepping in grote lijnen, terwijl in
Genesis 2 de geschiedenis van de mensheid begint en hoe de betrokkenheid van God
met de mens is begonnen. Een andere focus dus, waarbij geen reden is om daar
allerlei andere conclusies aan te verbinden.
De Bijbel richt in Genesis 2 de schijnwerper op de mens, die op de zesde
scheppingsdag werd geschapen. In Genesis 1:26-28 wordt de schepping van man en
vrouw genoemd, terwijl uit Genesis 2 blijkt dat eerst de man en daarna de vrouw
is geschapen. Dat is een verdere uitwerking van de zesde scheppingsdag, hoewel er
wel een korte of lange tijd is verstreken tussen de schepping van Adam en die
van Eva. Als in Genesis 1 had gestaan dat God alleen de man had geschapen op de
zesde dag, dan zou er iets ontbreken aan het totaalplaatje van Genesis 1, dus
terecht dat de vrouw er bij werd genoemd. Genesis 1 geeft ons dus een globaal
overzicht, terwijl er in Genesis 2 enkele details nader worden uitgewerkt.
Bij het lezen vanaf Genesis 2:4 kun je als lezer (afhankelijk van de
gebruikte Bijbelvertaling) de indruk krijgen dat God:
- eerst de mens schiep (vers 7)
- vervolgens het paradijs aanlegde en vulde met bijzondere planten (vers 8-9)
- daarna de dieren schiep (vers 19)
Dat lijkt dus een andere volgorde dan die je in Genesis 1 tegenkomt. Dat komt
doordat in veel vertalingen de werkwoorden in de ONVOLTOOID verleden tijd staan,
terwijl ze met evenveel recht de VOLTOOID verleden tijd hadden kunnen weergeven,
zoals die ook terecht(!) in de oude Statenvertaling zijn weergegeven. Vergelijk
de vertalingen maar en let op de onderstreepte tijdsvormen:
God |
NBV2004 vertaling |
Statenvertaling (editie 1977) |
Genesis 2:7 |
Toen maakte God, de HEER, de mens ... |
En de HEERE God had de mens geformeerd... |
Genesis 2:8 |
God, de HEER, legde in
het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij
had gemaakt. |
Ook had de HEERE God een
hof geplant in Eden, tegen het oosten, en
Hij stelde aldaar de mens, die Hij geformeerd had. |
Genesis 2:9 |
Hij liet uit de aarde
allerlei bomen opschieten die er
aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten ... |
En de HEERE God had alle
geboomte uit het aardrijk doen spruiten,
begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijs ... |
Genesis 2:19 |
Toen vormde hij uit aarde
alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de
mens om te zien welke namen de mens ze zou geven ... |
Want toen de HEERE God uit de aarde al het gedierte des
velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt
had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou. |
Tijdsvormen in Genesis 2
Er is dus echt geen reden om te beweren dat de scheppingsverhalen van Genesis
1 en 2 elkaar tegenspreken vanwege een verschillende scheppingsvolgorde.
Hoe zijn de soorten ontstaan?
Wetenschappers hebben aangetoond dat in de loop van de afgelopen eeuwen
kleine veranderingen binnen de soorten planten en dieren hebben plaatsgevonden.
Dat wordt ook wel eens micro-evolutie genoemd waarbij de soort niet is
veranderd, maar hooguit andere varianten van dezelfde soort zijn ontstaan. Maar de
Bijbel zegt nadrukkelijk dat God de soorten planten en dieren afzonderlijk heeft
geschapen, terwijl dit door de aanhangers van de evolutietheorie wordt
tegengesproken:
"En God zei: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas,
vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de
aarde! En het was zo. En de aarde bracht groen voort, zaaddragend gewas naar
zijn soort en bomen die vrucht dragen waarin hun zaad is, naar hun soort. En
God zag dat het goed was." (Genesis 1:11-12, HSV2010)
"En God schiep de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens waarvan
het water wemelt, naar hun soort, en alle gevleugelde vogels naar hun
soort ... En God maakte de wilde dieren van de aarde naar hun soort, het vee
naar hun soort, en alle kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort ..."
(Genesis 1:21,25, HSV2010)
Klopt de volgorde van de scheppingsdagen?
Veel mensen hebben moeite met de volgorde van wat God in de zes
achtereenvolgende dagen heeft geschapen. Die moeite ontstaat doordat ze hun
eigen logica als maatstaf nemen voor de aannemelijkheid van de geschiedenis. Er
is een eenvoudige oplossing voor dit probleem: verklaar Genesis 1 tot een
symbolisch verhaal, dan ben je van alle problemen af. Maar dan moet je ook een
verklaring vinden voor het volgende Bijbelvers:
"Dit is de geschiedenis van de
hemel en de aarde. Zo ontstonden ze, zo werden ze geschapen." (Genesis 2:4,
NBV2004)
Een andere manier om Genesis 1 te ontkrachten is te beweren dat het is
geschreven naar het wereldbeeld van die tijd en dat we het dus niet
letterlijk kunnen nemen. Verwacht je echt dat je later in de hemel te horen zal
krijgen dat God zo'n belangrijk verslag als dat van de schepping in de vorm van
een simpel verhaaltje voor simpele zielen in de Bijbel heeft laten schrijven,
terwijl de werkelijkheid heel anders was?
Ook kunnen Bijbellezers moeite hebben met het feit dat God op de eerste dag
het licht schiep en op de vierde dag de zon. De meeste Bijbellezers staan er
niet bij stil dat het licht van de eerste scheppingsdag van een heel andere aard
moet zijn geweest dan dat van de zon. Bovendien vertelt Genesis 1 ons niet dat
het licht van de eerste dag werd VERVANGEN door het licht van de vierde
scheppingsdag.
Zie meer hierover in onderwerp
'Scheppingsdagen' in dit hoofdstuk.
Is de aarde het centrum van de kosmos?
Veel Bijbellezers vragen zich af of Genesis 1 wel klopt omdat daar de aarde
als het centrum van de kosmos wordt voorgesteld. Wat is er voor bijzonders aan
dit onbeduidende planeetje dat om een niet al te grote ster draait, die deel
uitmaakt van één van de vele sterrenstelsels? Onze Schepper kan er immers een
heel andere logica op na houden dan wij.
Het zou ons niet hoeven te verbazen dat
de aarde binnen het heelal een unieke plaats inneemt en de enige planeet is waar
menselijk leven voorkomt. Het tegendeel is nog nooit bewezen, hoe hard
wetenschappers ook hun best doen. Het ontdekken van leven buiten de aarde
lijkt één van de belangrijkste doelstellingen van ruimtevaartmissies te zijn.
Kosten noch moeiten worden gespaard om te kunnen aantonen dat leven overal
vanzelf kan ontstaan. Denk aan de ruimtevaart missies die
gericht zijn op de planeet Mars en de recente pogingen van astronomen om ergens
in ons melkwegstelsel planeten te ontdekken met condities die lijken op die van
de aarde. Het gaat steeds weer over die ene vraag: wat is de oorsprong van de
mensheid? Kennelijk heeft de mensheid astronomische bedragen over voor zelfs het
kleinste glimpje hoop op de ontdekking van leven dat spontaan ontstaan is. De
mensheid zoekt naar een bewijs dat er geen Schepper is.
"... De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God ..." Psalm
14:1, NBG1951)
Is de gap-theorie een goed alternatief?
"De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de
watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. (Genesis 1:2, HSV2010)
In dit tweede Bijbelvers lezen we over een ruige,
chaotische aarde, bedekt met een soort oervloed.
De beschrijving liegt er niet om. Is het aannemelijk dat God in het begin een
aarde heeft geschapen die er zo afstotelijk uitzag? Zou God de aarde zo hebben
gemaakt als een soort tussenproduct, dat nog afgemaakt moest worden? Is dat wel
verenigbaar met Gods manier van doen. In de 19e eeuw zijn C.I. Scofield en later
ook Dr. Chambers tot de mening gekomen dat er in de brontekst van Genesis 1:2
niet staat 'de aarde WAS woest' maar 'de aarde WERD woest'. Daarvan
uitgaande kwamen zij tot de visie dat er tussen verzen 1 en 2 van Genesis 1 een
of andere catastrofe moet hebben plaatsgevonden. Jesaja 45:18 wijst ook in die
richting:
"Want zo zegt de HERE, die de
hemelen heeft geschapen; Hij is God, die de aarde heeft gevormd en toebereid -
Hij heeft haar niet als een woestenij geschapen ..." (Jesaja 45:18, HB2008)
Een eventuele catastrofe is te associëren met de val van de satan en het feit
dat hij
op de aarde is geworpen (Openbaring 12:9) en de oorspronkelijke schepping
tot een puinhoop heeft gemaakt. Dat past helemaal bij zijn karakter.
Deze Bijbeluitleg wordt ook wel de 'gap-theorie'
genoemd. Het resultaat van zo'n catastrofe, een woeste, lege, duistere aarde,
past uitstekend bij het standaard resultaat van satanische activiteiten.
Deze catastrofetheorie is niet erg populair onder christenen omdat het niet
zo overtuigend kan worden onderbouwd vanuit de Bijbel, maar verdient naar mijn
mening toch wel wat meer aandacht.
Verwondering over de schepping
Door al die discussies over het ontstaan van de aarde zouden we bijna
vergeten om ons te verwonderen over de grootsheid van het feit dat God hemel en
aarde heeft geschapen. Daarbij kunnen we onder meer aan het volgende denken:
- God heeft de aarde op zijn eigen manier gemaakt, zonder dat er een mens bij
is geweest. Hoe God alles gemaakt heeft zal waarschijnlijk altijd een raadsel
blijven.
- God heeft de aarde goed gemaakt, zonder ontwerpfouten en zonder gebreken.
- Direct na de schepping bruiste de aarde van leven en levenslust. Dood en
verderf waren nog onbekend.
- God heeft de mens als hoogst ontwikkelde schepsel de zorg en het beheer van
de aarde toevertrouwd.
- De schepping straalt veel van
Gods heerlijkheid af:
- in de overvloedigheid van vormen, kleuren, geuren en geluiden
- in de eindeloze creativiteit en veelheid van soorten planten en dieren
- in de onmetelijkheid van de kosmos met talloze sterrenstelsels, waarvan
het grootste deel waarschijnlijk nooit door mensen zal worden waargenomen
- in de onnaspeurlijkheid van de microkosmos en de elementaire structuur van de
materie
- God heeft het leven geschapen als een geheim dat in Hem zelf verborgen ligt,
terwijl wetenschappers sinds eind vorige eeuw het hebben opgegeven om te zoeken
naar een materiële beschrijving van wat 'het leven' in levende cellen precies
inhoudt.
- De Schepper die in staat is geweest om zo'n complexe en bijna oneindige
schepping te maken verdient het respect en de liefdevolle toewijding van alles
wat leeft.
- De God die de schepping gemaakt heeft is ook de enige die precies weet hoe
deze schepping hoort te functioneren.
- De God die de aarde gemaakt heeft weet hoe Hij zijn schepselen gelukkig kan
maken. Gelukkig wil Hij dat ook.
- In Gods levenswet kunnen we
lezen hoe de mensheid een gelukkige samenleving kan vormen.
Volgend onderwerp: 2.3.4. Scheppingsdagen