banner image

 

2.5.9. Na de zondvloed

Aarde wordt droog

"Toen dacht God weer aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark."(Genesis 8:1, NBV2004)

Natuurlijk had God Noach en de ark nooit uit het gezicht verloren. Maar deze woorden betekenen dat God verder ging met zijn plan voor de aarde en haar bewoners. Opmerkelijk dat God de dieren apart noemde. Waarom? Die zullen het moeilijk hebben gehad vanwege ruimtegebrek. Want de voortplanting ging al die tijd wellicht gewoon door en de dieren hadden niets anders te doen.

"... Op zijn (=Gods) bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar." (Genesis 8:1-5, NBV2004)

Het Araratgebergte ligt hoogstwaarschijnlijk in het zuiden van Armenië of even over de Turkse grens. De hoogste top van dat gebergte is meer dan 5000 meter hoog! De ark was waarschijnlijk horizontaal op een hoogvlakte neergekomen, zodat de arkbewoners gemakkelijk hun cruiseschip zouden kunnen verlaten. Ik twijfel er niet aan dat God aan dat soort details heeft gedacht.

Noach popelde natuurlijk om de ark te verlaten, maar hij wachtte geduldig totdat God hem zou vertellen dat het zover was. Intussen voerde Noach wel een paar tests uit door enkele vogels te laten uitvliegen en te zien of ze al een droog plekje hadden gevonden waar ze zouden kunnen leven (zie Genesis 8:6-13).

"Op de zevenentwintigste dag van de tweede maand was de aarde droog. (Genesis 8:14, NBV2004)

Einde van de zondvloed

Noach en zijn familie en de hele dierenfamilie hadden ruim één jaar in de ark doorgebracht.

"Toen zei God tegen Noach: 'Ga de ark uit, samen met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen. Laat ook alle dieren die bij je zijn naar buiten gaan: vogels, vee en alles wat op de aarde rondkruipt. Ze moeten weer vruchtbaar zijn en talrijk worden en de aarde bevolken. Hierop ging Noach naar buiten, samen met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. Ook alle dieren gingen de ark uit, soort bij soort, alle vogels, en alles wat op de aarde rondkruipt." (Genesis 8:15-19, NBV2004)

Vervolgens kwam alles wat kon lopen, kruipen of vliegen de ark uit. Wat een verademing: eindelijk weer frisse lucht inademen. Er lag een hele wereld voor hen open. Ongetwijfeld heeft God alle dierenparen de weg gewezen naar een plek waar ze verder konden leven, waar ze zich konden vermenigvuldigen. Ruim een jaar geleden had God alle dieren bij de ark gebracht. God zou hen nu ook helpen zich over de hele wereld te verspreiden.

Offer van Noach

"Noach bouwde een altaar voor de HEER; daarop bracht hij brandoffers van al het reine vee en alle reine vogels. De geur van de offers behaagde de HEER, en hij zei bij zichzelf: Nooit weer zal ik de aarde vervloeken vanwege de mens, want alles wat de mens uitdenkt, van zijn jeugd af aan, is nu eenmaal slecht. Nooit weer zal ik alles wat leeft doden, zoals ik nu heb gedaan. Zolang de aarde bestaat, zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten, zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht - nooit komt daar een einde aan." (Genesis 8:20-22, NBV2004)

Noach bracht een brandoffer, waarbij dieren in hun geheel worden verbrand. Het is een offer van dankbaarheid en toewijding aan de HEER (de relatienaam van God wordt hier genoemd). Uit Gods reactie blijkt dat Hij het offer met blijdschap accepteerde.

Verder wordt hier gesproken over de klimaatverandering die tijdens de zondvloed had plaatsgevonden. Vanaf deze tijd zouden er seizoenen zijn, die te maken hebben met de hoek van 53 graden van de aardas ten opzichte van het vlak van de baan van de aarde om de zon). De hoek van de aardas was tijdens de zondvloed waarschijnlijk veranderd.

Wat God nog meer te zeggen heeft

"Toen zegende God Noach en zijn zonen, hij zei tegen hen: Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde. De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen - ze zijn in jullie macht." (Genesis 9:1-2, NBV2004)

De vrouwen werden niet genoemd; zij werden vertegenwoordigd door hun mannen en vielen natuurlijk ook onder deze zegen. God bevestigde dat mensen de beschikking zouden hebben over dieren.

Tot dusver was het Gods bedoeling geweest dat de mensen alleen plantaardig voedsel zouden eten, vooral fruit (zie Genesis 2:16), maar God staat nu ook toe dat zij vlees eten. Met slechts één voorwaarde: géén bloed. En God legt uit waarom:

"Maar vlees met zijn leven, zijn bloed, er nog in mag u niet eten. Voorzeker, Ik zal vergelding eisen voor uw bloed, voor uw levens. Van de hand van alle dieren zal Ik vergelding eisen; ook van de hand van de mens, van de hand van ieders broeder, zal Ik vergelding eisen voor het leven van de mens. Vergiet iemand het bloed van de mens, door de mens zal diens bloed vergoten worden; want naar het beeld van God heeft Hij de mens gemaakt." (Genesis 9:4-6, HSV2010)

Bloed staat niet alleen symbool voor leven, maar is ook de drager van levenskracht. En leven heeft de hoogste waarde voor een mens. God gebruikte hier het woord 'broeder' voor de onderlinge relatie tussen mensen: mensen moeten elkaar zien als familie van elkaar en elkaar respecteren als beelddragers van God.

God doet een plechtige belofte

"Ook zei God tegen Noach en zijn zonen: 'Hierbij sluit ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde. Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen.' " (Genesis 9:8-11, NBV2004)

Waarschijnlijk was er kort daarvoor een regenbui geweest waardoor er een regenboog te zien was. Omdat de zon vóór de zondvloed niet te zien was geweest en er geen regenbuien waren geweest (Genesis 2:5-6) waren deze weersverschijnselen van na de zondvloed nieuw voor deze mensen. Ze keken hun ogen uit toen ze zo'n schitterende veelkleurige boog aan de hemel zagen. God ging verder:

" 'En dit,' zei God, 'zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde. Wanneer ik wolken samendrijf boven de aarde en in die wolken de boog zichtbaar wordt, zal ik denken aan mijn verbond met jullie en met al wat leeft, en nooit weer zal het water aanzwellen tot een vloed die alles en iedereen vernietigt. Als ik de boog in de wolken zie verschijnen, zal ik denken aan het eeuwigdurende verbond tussen God en al wat op aarde leeft.' " (Genesis 9:12-16, NBV2004)

God noemt dit zelfs een verbond om de plechtigheid van deze belofte te onderstrepen.

Sem, Cham en Jafet

"En de zonen van Noach, die uit de ark gingen, waren Sem, Cham en Jafeth; Cham is de vader van Kanaän. Deze drie waren de zonen van Noach; en uit hen is heel de aarde bevolkt." (Genesis 9:18-19, HSV2010)

Over Noach staat nog één verhaal in de Bijbel en jammer genoeg gaat dat over een misstap die een schaduw wierp op de persoon van Noach.

"En Noach werd landbouwer en plantte een wijngaard. Hij dronk van de wijn en werd dronken; en hij ontkleedde zich midden in zijn tent." (Genesis 9:20-21, HSV2010)

Uit de Hebreeuwse brontekst blijkt dat het planten van een wijngaard het eerste was wat Noach deed. Eigenlijk heel opmerkelijk, omdat druiven en wijn bepaald niet tot de eerste levensbehoeften behoorde. Na de zondvloed moest de landbouw immers helemaal opnieuw worden opgestart. Waarom wilde Noach zo gauw wijn maken? Naar de motieven kunnen we alleen maar raden. Wel is duidelijk dat hij uit was op de bedwelmende werking van wijn en dat hij geen maat kon houden. Hij was zo ladderzat dat hij zijn kleren uitdeed, nog voordat hij in het slaapgedeelte van zijn tent was. Hij kwam niet verder dan het midden van de tent, het woongedeelte, en daar plofte hij neer en was meteen in diepe slaap. Dat detail 'midden in de tent' wordt in diverse Bijbelvertalingen weggelaten.

"Toen Cham, de vader van Kanaän, zag dat zijn vader naakt was, vertelde hij dat aan zijn twee broers, die buiten waren. Daarop namen Sem en Jafet een mantel, legden die over hun schouders, liepen achteruit de tent binnen en bedekten het naakte lichaam van hun vader, met afgewend gelaat, zodat zij hem niet naakt zagen." (Genesis 9:22-23, NBV2004)

Uit dit voorval blijkt dat Cham een andere mentaliteit had dan zijn beide broers. Hij kwam de tent binnen en zag zijn vader op de grond liggen. In plaats van respect voor zijn vader te hebben en hem toe te dekken met zijn kleding die op de grond lag, lachte hij om zijn vader. Hij vertelde waarschijnlijk grinnikend aan zijn broers vertelde wat hij gezien had, vol minachting over vaders uitspatting. Zijn broers duwden hem aan de kant en liepen de tent binnen om hun vader op een discrete manier toe te dekken met zijn eigen mantel die op de grond lag.

Zegen en vloek

"Toen Noach uit zijn roes ontwaakte en te weten kwam wat zijn jongste zoon hem had aangedaan, zei hij: 'Vervloekt zij Kanaän, knecht van zijn broers zal Kanaän zijn, de minste van alle knechten. Geprezen zij de HEER, de God van Sem; knecht van Sem zal Kanaän zijn. Moge God ruimte geven aan Jafet, hem laten wonen in de tenten van Sem; knecht van Jafet zal Kanaän zijn.' " (Genesis 9:24-27, NBV2004)

Zou Noach Cham en zijn nageslacht alleen om deze daad hebben vervloekt? Ik denk dat Cham (en zijn zoon Kanaän) heel wat meer hadden uitgespookt en daardoor wist Noach dat die twee niet deugden. Daarom besliste Noach dat het nageslacht van Cham dienstbaar worden aan de nakomelingen van Jafet.

Uit de betekenis van de namen van Sem, Cham en Jafet kunnen we opmaken dat Noach hen die namen pas bij deze gelegenheid heeft gegeven. Daarvóór hadden ze waarschijnlijk andere namen.

Het is duidelijk dat de nakomelingen van Sem de hoogste zegen kregen toebedeeld. Één van de bevolkingsgroepen onder de Semieten was het uitverkoren volk Israël. De nakomelingen van Jafet (waaronder de Europeanen) zouden ook delen in de zegeningen van Sem. Onder hen zouden veel mensen volgelingen zijn van Jezus, die in zekere zin een nakomeling van Sem was.