banner image

 

3.5.2. Arbeiders in de wijngaard

Deze gelijkenis vind je in Matteüs 20:1-16.

Jezus vertelde deze gelijkenis na zijn ontmoeting met de rijke jongeman die op zoek was naar het nieuwe leven. Toen Jezus met zijn discipelen daarover een nabespreking had gehouden, besloot Hij met de volgende uitspraak:

"Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten." (Matteüs 19:30, NBV2004)

En om deze cryptische woorden toe te lichten vertelde Jezus deze gelijkenis over de arbeiders in de wijngaard.

Arbeiders gezocht

"Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. Nadat hij met de arbeiders een dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren." (Matteüs 20:1-5, NBV2004)

Op verschillende tijden van de dag (om 6:00, 9:00 en 12:00 uur) huurt een landheer dagloners op de markt om te werken bij het oogsten van de druiven en belooft hen een rechtvaardig dagloon. Om 17:00 uur, dus bijna aan het einde van de werkdag, gaat hij nog een keer naar de markt.

"Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: 'Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?' 'Niemand wilde ons in dienst nemen,' antwoordden ze. Hij zei hun: 'Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.' " (Matteüs 20:6-7, NBV2004)

Eigenlijk is dat een vreemde actie van die landheer, want voordat die mannen ingewerkt zijn moeten ze al weer stoppen. Of heeft hij andere motieven? Deze dagloners waren niet lui. Ze hadden gewoon pech dat ze nog niet waren ingehuurd, maar ze bleven wel beschikbaar om te werken. Daarmee toonden ze verantwoordelijkheidsbesef voor hun gezinnen en bereidheid om de handen uit de mouwen te steken.

Uitbetaling

De landheer blijkt er excentrieke standpunten op na te houden. Want aan het einde van de dag ontvangen ze allemaal een volledig dagloon van de landheer, de één niet meer dan de ander. De toehoorders van de gelijkenis vonden het vast erg vreemd en bovenal: onrechtvaardig.

"Toen het avond was geworden, zei de eigenaar van de wijngaard tegen zijn opzichter: Roep de arbeiders en betaal hun loon uit. Begin bij hen die het laatst zijn gekomen en eindig bij hen die het eerst zijn gekomen ... zij kregen elk een zilverstuk." (Matteüs 20:8-10, GNB1996)

Hiermee wordt natuurlijk de beoordeling bedoeld, na het aardse leven. God is de landheer en Jezus is de opzichter. Jezus zal eenmaal namens God de Vader alle mensen beoordelen.

De arbeiders die de hele dag gewerkt hebben mopperen omdat zij vinden dat ze meer verdiend hebben dan wie minder uren gewerkt heeft. De landheer denkt er anders over. Tegen één van de klagers zegt hij:

"... Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? Neem dan aan wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten nu eenmaal hetzelfde betalen als aan jou. Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Zet het kwaad bloed dat ik goed ben?" (Matteüs 20:13-15, NBV2004)

Zijn besef van rechtvaardigheid gaat verder dan een rekensom over het aantal gewerkte uren. Het was immers niet de schuld van de laatst ingehuurde arbeiders dat ze niet eerder mochten komen werken. Bovendien gunt de landheer alle arbeiders en hun gezinnen dat ze genoeg te eten hebben. De liefde van God is immers even groot voor alle mensen. Door hard te werken voor God wordt zijn liefde voor jou niet groter dan zijn liefde voor andere mensen.

Gods liefde komt namelijk voort uit zijn genade en genade is nu eenmaal niet eerlijk volgens de 'normale' regels van rechtvaardigheid. God is bereid om ons veel meer te zegenen dan we verdiend hebben en dat is eigenlijk ook niet eerlijk. Maar wel heerlijk!

Dagloon

In deze gelijkenis kun je het dagloon van de arbeiders uitleggen als 'het nieuwe leven' of 'de toegang tot het koninkrijk van de hemel' of desnoods 'de toegang tot het eeuwige leven in het hiernamaals'. Omdat het in deze gelijkenis gaat over gelijke beloning bij ongelijke aantallen werkuren, zou je hieruit misschien ook de conclusie trekken dat iedere gelovige dezelfde positie of beloning krijgt in het hiernamaals. Toch kan dit niet zo zijn omdat de Bijbel dit op andere plaatsen tegenspreekt. Let goed op: ga bij elke gelijkenis van Jezus na wat het punt van vergelijking is en concentreer je daarop. Wat is namelijk het belangrijkste aspect van deze gelijkenis?

"Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten." (Matteüs 20:16, NBV2004)

Natuurlijk was deze hint in de eerste plaats bedoeld voor de Joodse leiders onder de toehoorders van Jezus. Zij waren de 'eersten' die Jezus bedoelde. Zij kenden de wet van Mozes, maar toch stonden ze niet open voor wat Jezus hen te vertellen had en daarom bleven zij op achterstand. En dat terwijl mensen uit het gewone volk, waar zij op neerkeken, veel eerder bereid waren om Jezus te volgen. Zijn waren de 'laatsten' die Jezus bedoelde, die de Joodse leiders voorgingen.

Nieuwtestamentische gelovigen die de Heer al jaren kennen, kunnen langzamerhand verslappen in hun geloofsleven zodat hun geloofsgroei uitblijft en ... stilstand is achteruitgang. Mensen die op latere leeftijd tot geloof zijn gekomen kunnen hen dan 'voorbijgaan' wat betreft hun liefde en toewijding aan de Heer. Dit is dus ook een belangrijke geestelijke les voor ervaren gelovigen van vandaag. Is je geloofsgroei tot stilstand gekomen of is je geloof nog steeds springlevend?

God zoekt mensen

Ook dat is een belangrijk thema van deze gelijkenis. Uit het aantal keren dat de landheer van de gelijkenis eropuit ging om arbeiders te zoeken kun je zien dat het welzijn van werklustige mannen belangrijker voor hem was dan het werk dat ze voor hem deden. Het is overduidelijk dat God bedoeld wordt met die landheer, die edelmoediger is dan elke andere 'landheer' en zijn liefde wil delen met zoveel mogelijk mensen.

Is er dan geen 'loon naar werken' in het hiernamaals?

Over onze toekomst in het hiernamaals gaat het om twee zaken:

  1. Het nieuwe leven en het eeuwige leven in het hiernamaals. Er zijn twee mogelijkheden: je ontvangt het of niet. Daarover gaat deze gelijkenis.
  2. De persoonlijke beloning voor elke gelovige in het hiernamaals die het resultaat is van geestelijk vruchtdragen. Daarover lees je bijvoorbeeld in de gelijkenissen van de talenten en de ponden.

Gespreksvragen

  1. In welk opzicht waren de laatst ingehuurde arbeiders anders dan die het eerst ingehuurd werden? Waren ze bijvoorbeeld lui of gewoon te laat naar de markt gegaan? Wat denk je?
  2. Was de landheer wel eerlijk door iedereen hetzelfde dagloon te geven? In het koninkrijk van de hemel geldt toch het principe 'loon naar werken'?
  3. Waarom konden de eerst aangenomen arbeiders niet meer loon eisen?
  4. Wat is het ingewikkelde van deze gelijkenis?
  5. Wat vind je van de houding van de laatst aangenomen arbeiders, die niet naar huis waren gegaan, maar tot het laatst hoopten nog een paar centen te kunnen verdienen?