link naar Home Page  Bijbelstudies - startmenu  

 

 Helpdesk    Site info    Zoeken    Extra  

 

 

 

3.5.4. Barmhartige Samaritaan

Inhoud:

- Wetgeleerde komt Jezus uittesten
- Slachtoffer van geweld
- Wie zag het slachtoffer als zijn naaste?
- Wettische gehoorzaamheid of barmhartigheid
- Hoe word je iemands naaste?
- De uitdager wordt uitgedaagd
- Gespreksvragen


In deze gelijkenis laat Jezus zien dat het omzien naar medemensen in nood voor God belangrijker is dan elke andere vorm van godsdienstigheid. En dat zegt iets van Gods barmhartigheid. Het belangrijkste gebod is: handel vanuit liefde. God is niet zo wettisch als christenen wel eens denken!

Wetgeleerde komt Jezus uittesten

 

"Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: 'Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?' " (Lucas 10:25, NBV2004)

Hij vroeg dit niet omdat hij het antwoord op die vraag niet wist, want hij was doorkneed in de wet van Mozes. Hij hoopte dat Jezus een antwoord zou geven waaruit zou blijken dat Hij afweek van de wet van Mozes. Jezus antwoordde hem (op een typisch Joodse manier) met een wedervraag:

"Jezus antwoordde: 'Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?' De wetgeleerde antwoordde: 'Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.' " (Lucas 10:26-27, NBV2004)

De wetgeleerde kwam met dezelfde krachtige samenvatting van de wet als Jezus bij een andere gelegenheid uitsprak (zie Marcus 12:28-31).

" 'U hebt juist geantwoord,' zei Jezus tegen hem. 'Doe dat en u zult leven.' " (Lucas 10:28, NBV2004)

Jezus was waarschijnlijk blij met dit antwoord, want de wetgeleerde kwam heel dicht bij het hart van de wet: liefde als motivatie om goed te doen. Het antwoord van Jezus was eigenlijk heel eenvoudig. Te eenvoudig naar de smaak van de wetgeleerde. Had hij dat zelf niet kunnen bedenken? Hij voelde zich een beetje te kijk gezet en om zijn figuur te redden probeerde hij een theoretische discussie uit te lokken:

"Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: 'Wie is mijn naaste?' " (Lucas 10:29, NBV2004)

Jezus beantwoordde zijn vraag met een gelijkenis om het verschil duidelijk te maken tussen wettische godsdienstigheid en barmhartigheid. Jezus kwam met een pijnlijk duidelijk en praktisch verhaal.

Slachtoffer van geweld

 

Een willekeurige reiziger wordt onderweg overvallen door struikrovers.

"... Een man ging van Jeruzalem naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem de kleren uittrokken, hem daarbij slagen toedienden en hem bij hun vertrek halfdood lieten liggen." (Lucas 10:30, HSV2010)

Het slachtoffer kan niet meer overeind komen en zijn leven is afhankelijk van de hulp van voorbijgangers. Als niemand hem zou helpen, zou hij het waarschijnlijk niet overleven. Achtereenvolgens komen er drie mensen langs. De eerste is een priester:

"Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen." (Lucas 10:31, NBV2004)

Op die route kwamen dagelijks priesters en levieten langs, want in die tijd woonden er waarschijnlijk meer dan tienduizend priesters en levieten in Jericho, dat maar enkele kilometers bij Jeruzalem vandaan lag. De priester helpt de stakker niet, omdat hij ceremonieel onrein zou worden als de man gestorven zou zijn of zou sterven. Dan zou hij zijn priesterdienst niet kunnen vervullen. De wet van Mozes zegt immers het volgende over priesters:

"Hij mag bij geen enkel lichaam van een dode komen ..." (Leviticus 21:11, HSV2010)

Volgens rabbijnse teksten moesten priesters minstens 2 meter bij een dode uit de buurt blijven. Daarom loopt hij er met een boog omheen. De priester vindt gehoorzaamheid aan de ceremoniële regels belangrijker dan het redden van een mensenleven en dat is nooit Gods bedoeling geweest. De wet van Mozes biedt dan ook de mogelijkheid om na een korte tijd van ceremoniële onreinheid gereinigd te worden (Leviticus 22:1-8). Maar daar denkt de priester niet aan: hij moet en hij zal rein blijven. Volgens de wet leven is zijn hoogste prioriteit. Door die levenshouding is er in zijn hart geen plaats voor medelijden en barmhartigheid.

De tweede voorbijganger is een leviet, voor wie de reinigingsregels uit de wet van Mozes waarschijnlijk ook van toepassing zijn.

"Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. (Lucas 10:32, NBV2004)

Ook hij is goed gedrild en in gehoorzaamheid aan het wettische systeem doet hij precies hetzelfde als de priester.

Tenslotte komt er een Samaritaan langs die wel bereid is het slachtoffer te helpen.

"Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: 'Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.' " (Lucas 10:33-35, NBV2004)

Samaritanen werden door de Joden beschouwd als verachte heidenen. Jezus schilderde in deze gelijkenis twee plichtsgetrouwe, godsdienstige Joden af als gevoelloze mensen, terwijl een verachte Samaritaan hen ten voorbeeld werd gesteld. Hij gaf zelfs een volledig dagloon uit om de gewonde man te helpen! Een vreselijk confronterende gelijkenis voor de wetgeleerde die waarschijnlijk met groeiende ergernis stond te luisteren. Het was nog pikanter als we bedenken dat Jezus wel eens door farizeeën werd uitgescholden voor Samaritaan:

"De Joden riepen: 'Zeggen we soms ten onrechte dat u een Samaritaan bent, en dat u bezeten bent?' " (Johannes 8:48, NBV2004)

Maar deze Samaritaan laat zien hoe barmhartigheid werkt in dit geval:

  1. Hij ziet een halfdode man en krijgt medelijden.
  2. Hij onderbreekt zijn reis, zet zijn eigenbelang opzij en gaat naar de man toe. Dit is een belangrijke keuze.
  3. Hij onderzoekt wat er met de man aan de hand is en ziet zijn wonden.
  4. Hij gebruikt de middelen die hij bij zich heeft en verricht zo goed mogelijk de noodzakelijke eerste hulp handelingen.
  5. Hij laat het slachtoffer niet zomaar liggen, want dan zou de man alsnog sterven aan zijn verwondingen.
  6. Hij neemt de man mee naar een plaats waar hij betere verzorging kan krijgen.
  7. Hij beseft dat de man van zijn geld is beroofd en besluit om zelf de verzorging voor hem te betalen.
  8. Hij belooft na enkele dagen te komen kijken of de man nog verdere zorg nodig heeft en belooft ook de vervolgkosten te betalen.

Wie zag het slachtoffer als zijn naaste?

 

Toen stelde Jezus de hamvraag aan de wetgeleerde die Hem die vraag had gesteld:

"Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?" (Lucas 10:36, NBV2004)

Deze gelijkenis was een frontale aanval op de levensstijl van de wettische wetgeleerden. Jezus had hen eenmaal flink de kast uitgeveegd en toegeroepen:

"Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u geeft tienden van de munt, de dille en de komijn, en u laat het belangrijkste van de Wet na: het recht, en de barmhartigheid en het geloof. Deze dingen zou men moeten doen en die andere dingen niet nalaten." (Matteüs 23:23, HSV2010)

De wetgeleerde moest de vraag van Jezus beantwoorden. Wat vernederend om te moeten toegeven dat zijn manier van omgaan met de wet kon leiden tot kille, liefdeloze onbarmhartigheid. Hij wilde zijn mond niet verontreinigen door het woord 'Samaritaan' uit te spreken. De wetgeleerde zei:

"... De man die medelijden met hem heeft getoond ..." (Lucas 10:37, NBV2004)

Wettische gehoorzaamheid of barmhartigheid

 

Er is geen excuus voor het niet helpen van een mens in acute nood. Jezus maakt duidelijk dat Gods leefregels geen doel op zich zijn. Ze hebben liefde voor God en de medemens als basis, en barmhartigheid heeft dan een hogere prioriteit dan ceremoniële regels. Jezus had bij een eerdere gelegenheid gezegd:

"Maar ga heen en leer wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer ..." (Matteüs 9:13, HSV2010)

Dat betekent: barmhartigheid heeft een hogere prioriteit dan wetsregels. Juist met barmhartigheid vervul je Gods wet. Jezus heeft zelf veel voorbeelden van barmhartigheid getoond tijdens zijn jaren op aarde. En Jezus is als geen ander onze naaste geworden door voor ons te sterven aan het kruis, zodat wij zouden leven. Net als voor de barmhartige Samaritaan was voor Jezus geen prijs te hoog!

In ons spraakgebruik kennen we het gezegde 'Nood breekt wet'. Deze regel hoort ook bij de toepassing van de wet van Mozes. Daarom had Jezus eens het volgende gezegd over het verrichten van werk op de sabbat, iets wat volgens de wet van Mozes verboden was:

"... Stel dat u maar één schaap hebt en dat valt op sabbat in een kuil, wie van u zou het niet vastgrijpen en het er weer uit halen? En is een mens niet veel meer waard dan een schaap? Daaruit volgt dat we op sabbat goed mogen doen." (Matteüs 12:11-12, NBV2004)

Deze gelijkenis raakt een gevoelige snaar in ons hart. Ook als gelovigen zijn we nogal eens geneigd om als het erop aankomt excuses te zoeken om de andere kant op te kijken en NIET barmhartig te hoeven zijn. De Samaritaan had ook best een excuus kunnen bedenken om het slachtoffer niet te helpen. Joden en Samaritanen gaan immers niet vriendschappelijk met elkaar om, dus waarom zou hij een Jood helpen? Maar hij deed het toch. De vraag die de gelijkenis aan ons stelt is: van wie wil IK de naaste zijn om daarin een navolger en beelddrager van de leermeester te zijn.

Hoe word je iemands naaste?

 

Laten we nog eens letten op de vraag van Jezus:

"Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?" (Lucas 10:36, NBV2004)

De wetgeleerde had gevraagd: "Wie is dan mijn naaste?" Maar Jezus vroeg hem nu niet wie de naaste van de halfdode man WAS maar wie zijn naaste GEWORDEN was. Jezus koos zijn woorden altijd zorgvuldig. Met zijn manier van vragen wil Jezus zeggen dat je pas iemands naaste wordt als je die ander gaat helpen. De Samaritaan WAS niet de naaste van de halfdode man, maar toen hij hem daar zag liggen zag hij de stakker met zijn hart als zijn naaste. Vervolgens ging hij NAAST de man staan om hem te helpen en toen WERD hij zijn naaste. Iemands naaste worden is dus: een bewuste keuze om een barmhartige daad te verrichten.

De uitdager wordt uitgedaagd

 

Tot slot zei Jezus tegen de wetgeleerde: "Doet u dan voortaan net zo." Dat was bovenal een uitdaging om het omzien naar een mens in nood belangrijker te achten dan een ceremoniële wetsregel.

De wetgeleerde was gekomen om Jezus uit te testen, maar nu waren de rollen omgedraaid. Jezus was de uitdager geworden en de wetgeleerde was aan zet.

De vraag is nu aan jou: Van wie wil jij de naaste worden?

Zie ook onderwerp 'Goedheid' in hoofdstuk 'Vruchtdragen'.

Gespreksvragen

 

  1. Wie beschouw je als jouw naasten?
  2. Wie denk je dat de wetgeleerde als zijn naasten beschouwde?
  3. Is jouw antwoord op vraag 1 beter of slechter dan je antwoord op vraag 2? Misschien is dat iets om met elkaar door te spreken.
  4. Denk je dat de wetgeleerde vond dat hij het gebod van de liefde goed nakwam?
  5. Voor welke keuze plaatste Jezus de wetgeleerde door zijn gelijkenis?
  6. Wat kunnen we leren van de Samaritaan?
  7. Waarom zei Jezus: "Wie is volgens u de naaste GEWORDEN?"
  8. Hoe word je iemands naaste?

Volgend onderwerp:

  3.5.5. Boom en vrucht 

 

 

 

HELPDESK

 

HELPDESK

Site info
- Wat betekent herschepping?
- Wat vind je op deze site?
- Achtergrond
- Vier aspecten
- Copyright

 

 

 

 

Helpdesk

Zoeken
- Zoekmogelijkheden
- Tips voor zoektermen
- Populaire zoektermen
- Inhoudsopgave (kort)
- Inhoudsopgave (lang)
- Trefwoord index
- Bijbeltekst index

 

 

 

 

 

Extra
- Geloofsvragen
- PDF bestanden downloaden
- Printklare pagina's
- Gespreksvragen
- Thema's voor Bijbelkringen
- Thema's kerkelijk jaar
- Cursus 'Gods karakter'

 

Herschepping Bijbelstudies