3.5.15. Nieuwe lappen en nieuwe wijn
Deze gelijkenis kun je vinden in Matteüs 9:16-17, Marcus 2:21-22 en Lucas
5:36-38. Jezus vertelde deze dubbele gelijkenis naar aanleiding van een vraag
over het vasten.
Een vraag over het vasten
De ex-tollenaar Levi (=Matteüs) had een maaltijd aangericht voor een grote
groep tollenaars.
Zulke maaltijden werden meestal in de openlucht gehouden. Er waren enkele
farizeeën en schriftgeleerden langsgekomen die Jezus bekritiseerden omdat
hij bij die tollenaars aan tafel lag.
Toen Jezus hen een antwoord had gegeven op een vraag, waar ze geen raad
mee wisten, begonnen ze over het vasten. Kennelijk was het een dag waarop de farizeeën een
religieuze vastendag in acht namen en hun lege magen begonnen waarschijnlijk te knorren bij het
zien
van al dat heerlijke eten. Geen wonder dat ze zo knorrig uit de hoek kwamen!
"Nu zeiden ze tegen Hem: 'De leerlingen van Johannes
vasten geregeld en doen hun gebeden, en de leerlingen van de farizeeën eveneens.
Maar die van U eten en drinken maar!' Jezus zei: 'U kunt de bruiloftsgasten toch
niet laten vasten terwijl de bruidegom bij hen is? Maar er zullen dagen komen
dat de bruidegom van hen is weggenomen; dan, in die dagen, zullen ze vasten.' "
(Lucas 5:33-35, WV2012)
Jezus vergeleek de tijd dat Hij bij zijn discipelen was met een
bruiloftsfeest, waarbij Hijzelf de bruidegom was en zijn discipelen de gasten
waren. In die tijd was het gebruikelijk dat bruiloftsgasten vrijgesteld waren
van religieuze plichten, waaronder het vasten. Religieuze vastendagen hadden te
maken met rouw en verdriet. Feest en vasten
horen nu eenmaal niet bij elkaar. Vandaar dat Jezus het niet nodig vond dat zijn
discipelen zich zouden houden aan de religieuze vastendagen, die bovendien niet
door God waren ingesteld, maar door de farizeeën zelf.
In de laatste zin sprak Jezus een soort profetie uit over zijn toekomstige
lijdenstijd. Wanneer Jezus zou zijn gestorven aan het kruis, zouden zijn
discipelen diepe rouw bedrijven over zijn dood. Dan zouden ze niet uit
verplichting vasten, maar uit vrije wil.
Een gloednieuw verbond
Bij die gelegenheid vertelde Jezus de volgende gelijkenis:
"... Niemand scheurt een lap van een nieuwe jas om een
oude op te lappen. Anders scheur je niet alleen de nieuwe jas, maar zal
bovendien blijken dat de lap van de nieuwe niet bij de oude jas past. Ook
doet niemand jonge wijn in oude zakken. Anders doet de jonge wijn de zakken
barsten, loopt de wijn weg en zijn de zakken kapot. Nee, jonge wijn doe je in
nieuwe zakken." (Lucas 5:36-38, WV2012)
Hiermee wilde Jezus uitleggen dat het Nieuwe Verbond totaal anders zou zijn
dan het Oude Verbond, en geen opgelapte versie van het Oude Verbond. Veel
gebruiken en regels uit het Oude Verbond passen dan ook niet meer in de
levensstijl van het Nieuwe Verbond. In het Oude Verbond staat de verplichte
gehoorzaamheid aan Gods levenwet centraal. Nieuwtestamentische gelovigen dienen
God uit vrije wil, vanuit hun liefdevolle
verbondenheid met God en in de kracht van de
Heilige Geest.
Geen wetticisme
Het is niet toevallig dat de evangelist Lucas na deze gelijkenis twee andere
confrontaties met de farizeeën weergaf. Het zijn twee voorvallen van
dingen die Jezus en zijn discipelen op de sabbatdag deden die volgens de
farizeeën verboden waren (zie Lucas 6:1-11). Jezus keerde zich daarbij tegen het
ver doorgevoerde wetticisme rondom de sabbatdag. God had deze dag ingesteld als een
geschenk om van te genieten. En dus niet om die dag te omringen met allerlei
pietluttige regels die niets te maken hadden met het doel van de sabbatdag. Door
zo'n wettische instelling wordt God niet geëerd.
Zie ook de volgende onderwerpen:
- 'Oudtestamentisch christendom'
in hoofdstuk 'Geloof en geloofsgroei'
- 'Van sabbat naar
zondag' in hoofdstuk 'Gemeente'.
Gespreksvragen
- Waarom vond Jezus het niet nodig dat zijn discipelen zouden vasten op
tijden waarop anderen dat wel gewend waren te doen?
- Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het Oude en Nieuwe Verbond?
- Welke oudtestamentische gebruiken of regels worden in sommige kerken ten
onrechte noodzakelijk geacht en uitgevoerd?
Volgend onderwerp:
3.5.16. Onbarmhartige dienaar