link naar Home Page  Bijbelstudies - startmenu  

 

 Helpdesk    Site info    Zoeken    Extra  

 

 

 

3.5.22. Rijke man en arme Lazarus

Inhoud:

- Rijke man
- Arme Lazarus
- Rijke Lazarus in de hemel
- Arme rijke man in de hel van het dodenrijk
- De rollen zijn omgedraaid
- Tot nadenken gebracht
- Conclusies
- Gespreksvragen


Deze gelijkenis kun je vinden in Lucas 16:19-31. Het is niet zozeer een gelijkenis, waarin een situatie wordt geschetst die vergelijkbaar is met iets uit het dagelijks leven op aarde. Het is een verhaal met een belangrijke boodschap en is een mix van fictie en werkelijkheid. De fictie is het leven van de rijke en de arme man, de werkelijkheid is wat er kan gebeuren na het sterven. Of vertelde Jezus iets wat echt gebeurd was?

Hoe dan ook, dit verhaal maakt duidelijk dat je eeuwige bestemming afhangt van de manier waarop je op aarde leeft. Het is een uitdaging om goed te leven en om oog te hebben voor de nood om je heen. 

Rijke man

 

Jezus schilderde voor de ogen van de toehoorders een rijke man die een overdadig leven leidt. Ongetwijfeld woont hij in een kast van een huis.

"Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde." (Lucas 16:19, NBV2004)

Hij draagt kostbare bovenkleding met daaronder een fijn geweven witte tuniek. Zulke kleding wordt alleen door extreem rijken gedragen. Hij kan zich kennelijk ook permitteren om elke dag een feestelijke, overvloedige maaltijd te houden, al of niet met een aantal gasten erbij. Hij baadt in luxe en comfort. Toch worden er geen negatieve dingen of bepaalde zonden van hem verteld, alleen dat hij erg rijk is. Wel is het zo dat hij vooral voor zichzelf leeft, evenals de rijke dwaas en de slimme rentmeester uit andere gelijkenissen van Jezus. In Joodse kringen werd rijkdom gezien als een bewijs van iemands rechtvaardigheid en een zegen van God. Maar het is duidelijk dat Jezus ook de keerzijde laat zien van een overdadig leven: onverschilligheid over de nood van minder bedeelde mensen.

Arme Lazarus

 

"En er was een zekere bedelaar, van wie de naam Lazarus was, die voor zijn poort neergelegd was, en die onder de zweren zat." (Lucas 16:20, HSV2010)

Op zekere dag komen er een paar mannen die een arme sloeber tussen zich indragen. Kennelijk is hij te ziek of te zwak om te lopen. Ze leggen hem bij de grote poort van dit rijke huis neer in de hoop dat hij daar iets te eten zal krijgen. De man is een bedelaar en in lompen gekleed. Het is opmerkelijk dat de naam van deze bedelaar genoemd wordt. Het is de enige gelijkenis van Jezus waarin dat voorkomt. Ik denk dat Jezus deze misdeelde man wilde respecteren door hem een naam te geven.  Lazarus betekent: 'God helpt', een betekenisvolle naam voor iemand die geen enkele hulp van mensen te verwachten heeft. 

"Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten." (Lucas 16:21, NBV2004)

Ongetwijfeld had de rijke man Lazarus zien liggen. Wat moet die vieze zwerver bij ZIJN huis? Waarom moet hij uitgerekend bij ZIJN mooie poort liggen te stinken? Wat gênant, een bedelaar voor de poort, leuk voor de gasten die naar zijn indrukwekkende huis komen! Moet hij die man te eten geven? Als hij dat zou doen, dan blijft hij natuurlijk bij hem aankloppen. De rijke man gunt hem nog geen kruimel brood. Misschien hoepelt hij dan vanzelf een keer op!

De enigen die medelijden hebben met Lazarus zijn een paar zwerfhonden, die zijn vieze zweren komen aflikken. Dat klinkt weerzinwekkend en onhygiënisch, maar het tegenovergestelde is waar. Speeksel heeft namelijk een aantal interessante eigenschappen: het is pijnstillend, bloedstelpend en het bevordert de genezing. Bovendien voelt het likken verzachtend. Het gelik van de stroeve hondentongen is het enige positieve dat de arme stakker meemaakt. De rijke man en zijn personeel zouden een voorbeeld kunnen nemen aan deze verachte dieren.

Rijke Lazarus in de hemel

 

Hierna vertelt Jezus hoe het kan gaan wanneer mensen sterven en de overgang maken van het leven op aarde naar het leven in het hiernamaals. Jezus licht daarmee een tipje van de sluier op van die onbekende wereld aan de overzijde van de dood.

"Toen kwam de arme te sterven; de engelen droegen hem in de schoot van Abraham. Ook de rijke stierf, en werd begraven." (Lucas 16:22, WV2012)

De arme Lazarus sterft in diepe, donkere ellende, zonder geliefde mensen om hen heen waar hij afscheid van kan nemen. Maar zodra zijn bewustzijn is overgeschakeld van de materiële wereld naar de geestelijke wereld, merkt hij plotseling dat er liefdevolle armen om hen heen zijn die hem ergens heen dragen. Gods engelen brengen hem naar het helder verlichte deel van het dodenrijk waar mensen terecht komen die door God geliefd zijn. De Joden noemen dat 'Abrahams schoot', of ook wel het 'paradijs' (Lucas 23:43). Een andere betekenis van die uitdrukking is: de ereplaats voor een gast bij een maaltijd, die naast de gastheer aan tafel mag 'aanliggen'.

Het ophalen van overleden mensen is één van de vele dienende taken van engelen.

"Wat zijn de engelen anders dan geesten die God dienen en die worden uitgestuurd om hen te helpen voor wie het heil (=redding, behoud) is weggelegd?" (Hebreeën 1:14, GNB1996)

Aartsvader Abraham heet Lazarus persoonlijk welkom in zijn nieuwe leefomgeving. Lazarus vindt hier een vertroosting die hem ogenblikkelijk al zijn vroegere ellende doet vergeten. Wat voelt hij zich ontzettend bevoorrecht en rijk. De betekenis van zijn naam wordt nu pas werkelijkheid: God heeft hem geholpen, dwars door zijn erbarmelijke levensomstandigheden heen.

Zie ook hoofdstuk 'Hemel'.

Arme rijke man in de hel van het dodenrijk

 

De rijke man sterft ook en Jezus vertelt dat hij begraven wordt. Wat er met het lichaam van Lazarus gebeurt wordt niet vermeld, waarschijnlijk gewoon ergens in de grond gestopt, zonder enige ceremonie. De rijke man is ongetwijfeld met pracht en praal in een ruime grafspelonk bijgezet, in het bijzijn van vele familieleden en vrienden. Maar zijn toekomst ziet er heel anders uit dan die van Lazarus.

"Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde." (Lucas 16:23, NBV2004)

Zoals door God geliefde mensen door engelen naar het dodenrijk worden gedragen, zo zijn er anderen die door demonen de geestelijke wereld binnen gebracht en daar gaan zij een verschrikkelijke toekomst tegemoet. De ‘rijke man’ komt terecht in het duistere deel van de dodenrijk, dat we in Herschepping de 'hel in het dodenrijk' noemen. Vanaf het eerste moment wordt hij gekweld door pijn. Omdat hij geen lichaam heeft is het geen lichamelijke pijn, maar innerlijke, geestelijke pijn.

Het ergste van alles is dat hij in de verte Lazarus ziet zitten, die vieze bedelaar die voor zijn poort had gelegen. Het lijkt wel of die in een soort paradijs is terechtgekomen. En zo te zien is die ook nog eens de beste maatjes met Abraham geworden. Zijn ogen gaan nu open voor de werkelijkheid van zijn leven op aarde. Hij was steenrijk, maar eigenlijk heeft hij alleen maar voor zichzelf geleefd en voor zijn pleziertjes. Hij had zijn ogen gesloten voor de ellende van Lazarus, en die lijkt nu compensatie te ontvangen voor zijn trieste leven op aarde. En zelf is hij ver bij Abraham vandaan, in een godverlaten duisternis waar de wroeging aan zijn hart knaagt als een vlammende pijn die erger is dan hij vroeger ooit in zijn lichaam had gevoeld.

Zie ook onderwerpen 'Straf in het hiernamaals' en 'Hel in het dodenrijk' hoofdstuk 'Hiernamaals'.

De rollen zijn omgedraaid

 

De arme man die vroeger zo rijk was begint nu te bedelen bij Abraham, die kennelijk een hoge positie inneemt in het paradijs:

"Vader Abraham, riep hij, heb medelijden met me en stuur Lazarus; laat hem de top van zijn vinger in het water steken en mijn tong bevochtigen, want ik lijd veel pijn in deze vlammen. Maar Abraham zei: Zoon, bedenk dat u in uw leven de goede dingen hebt gehad, en Lazarus de slechte. Nu wordt hij hier getroost en lijdt u pijn. Bovendien: tussen u en ons gaapt een diepe afgrond. Zo is het onmogelijk, al zou men het willen, om van hieruit naar u te gaan, en ook kan men bij u vandaan niet hier komen." (Lucas 16:24-26, GNB1996)

Op aarde leven goede en slechte mensen door elkaar heen en komen ze elkaar tegen. In het hiernamaals zijn ze van elkaar gescheiden en is er geen mogelijkheid om van woonplek te wisselen. Abraham heeft oprecht medelijden met de ‘rijke man’. Hij spreekt hem op een vriendelijke manier aan met 'zoon'. Als de man tijdens zich zijn leven had gehouden aan Gods leefregels die ook spreken over barmhartigheid tegenover mensen in nood, dan zou hij niet in deze hel zijn gekomen. Nu zit hij hier vanwege zijn hardvochtigheid en zijn overmatige genotzucht en zelfzucht. Hij had een keuze gehad om zijn leven meer inhoud te geven. Lazarus had geen keus en was niet verantwoordelijk voor de ellende waarin hij was terechtgekomen. Abraham legt uit dat er op deze manier recht is gedaan aan zowel Lazarus als aan hem.

De arme rijke man moet er erg aan wennen dat de rollen nu zijn omgedraaid. Hij ziet Lazarus nog steeds als een soort slaaf en zichzelf als een meester die door zijn slaaf bediend wordt. Hij verwacht dat hij Lazarus als loopjongen kan gebruiken om zijn droge mond te bevochtigen. Abraham legt hem uit dat Lazarus nu een vorstelijke behandeling krijgt, terwijl hijzelf ligt te creperen van de pijn, precies het tegenovergestelde van vroeger. Dat is gerechtigheid!

Tot nadenken gebracht

 

En dan komt de rijke man met een tweede vraag voor Abraham:

"Maar de rijke zei: Dan smeek ik u, vader, stuur Lazarus naar mijn ouderlijk huis, want ik heb vijf broers. Dan kan hij ze waarschuwen, dat niet ook zij hier terechtkomen, in deze plaats van pijn. Maar Abraham antwoordde: Ze hebben de geschriften van Mozes en de profeten, laten ze naar hen luisteren. Maar de man zei: Dat doen ze niet, vader Abraham. Maar als iemand van de doden naar hen toegaat, dan zullen ze een nieuw leven beginnen. Maar Abraham zei: Als ze niet luisteren naar Mozes en de profeten, zullen ze zich ook niet laten gezeggen door iemand die uit de dood opstaat." (Lucas 16:27-31, GNB1996)

Hieruit kan voorzichtig worden opgemaakt dat deze strafplaats de rijke man wel tot enig nadenken heeft gestemd. Hij begint namelijk aan anderen te denken en doet zijn best om te voorkomen dat zijn familieleden later op dezelfde ellendige plek terecht zullen komen.

Uit het antwoord van Abraham leren we dat iemand die de leefregels van God de rug toekeert niet open staat voor wat God in zijn leven doet. Zelfs niet als er wonderen vlak voor hun neus gebeuren.

Jaren geleden maakte ik iets mee van een krachtige opwekking in Papoea Nieuw Guinea, vlak bij de plek waar we woonden. Zora, onze tuinman, was bij die opwekking ook tot geloof gekomen en hij vertelde ons in geuren en kleuren hoe hij getuige was geweest van een opwekking uit de dood. Een heel overtuigend verslag trouwens. Ondanks dat hij zo'n groot wonder van God had meegemaakt, was hij ruim een jaar later weer helemaal teruggevallen in zijn oude leven. Het meemaken van wonderen heeft vaak een beperkt effect.

Conclusies

 

Deze gelijkenis roept de volgende vraag op. Komen arme, kansloze mensen in de hemel alleen omdat ze een moeilijk leven hebben gehad? Het volgende Bijbelvers lijkt wel in die richting te wijzen:

"Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden." (Matteüs 5:4, NBV2004)

Volgens de meeste Bijbeluitleggers bedoelt Jezus hiermee het berouwvol treuren over je zonden (zie Jakobus 4:8-10).

En dan de tegenovergestelde vraag: Moeten rijke mensen vrezen in de hel terecht te komen alleen omdat ze rijk zijn? Die conclusie mogen we niet trekken. Wel heeft Jezus gezegd dat rijkdom een groot risico met zich meebrengt dat men steeds hebzuchtiger wordt en zich steeds minder bekommert om anderen. Niet voor niets heeft Jezus eens gezegd dat het erg moeilijk is voor rijke mensen om het koninkrijk van de hemel binnen te komen.

Zie ook de onderwerpen
- 'Hebzucht en materialisme' in hoofdstuk 'Verleidingen'
- 'Rijke jongeman' in hoofdstuk 'Ontmoetingen met Jezus'

Wat Jezus naar mijn mening wel heeft willen zeggen is dit:

Gespreksvragen

 

  1. Wat was de grootste fout van de rijke man?
  2. Wat voor goeds wordt er over de arme Lazarus verteld?
  3. Geloof je dat er in het hiernamaals een soort compensatie plaats zal vinden voor mensen die het op aarde slecht getroffen hebben? Denk bijvoorbeeld aan Lucas 6:20-21.
  4. Wat laat deze gelijkenis zien over de kloof tussen het hemelse paradijs en de hel in het dodenrijk?
  5. Waaruit blijkt dat de rijke man iets leert van de situatie?
  6. Wat kunnen we verder leren uit deze indringende gelijkenis?

Volgend onderwerp:

  3.5.23. Schat in de akker 

 

 

 

HELPDESK

 

HELPDESK

Site info
- Wat betekent herschepping?
- Wat vind je op deze site?
- Achtergrond
- Vier aspecten
- Copyright

 

 

 

 

Helpdesk

Zoeken
- Zoekmogelijkheden
- Tips voor zoektermen
- Populaire zoektermen
- Inhoudsopgave (kort)
- Inhoudsopgave (lang)
- Trefwoord index
- Bijbeltekst index

 

 

 

 

 

Extra
- Geloofsvragen
- PDF bestanden downloaden
- Printklare pagina's
- Gespreksvragen
- Thema's voor Bijbelkringen
- Thema's kerkelijk jaar
- Cursus 'Gods karakter'

 

Herschepping Bijbelstudies - versie 3.4.