link naar Home Page  Bijbelstudies - startmenu  

 

 Helpdesk    Site info    Zoeken    Extra  

 

 

 

3.5.24. Slechte pachters

Inhoud:

- De wijngaard wordt verpacht
- Hoe zal de landheer reageren?
- De bordjes worden verhangen
- Steniging van Stefanus
- Gespreksvragen


Deze gelijkenis kun je vinden in Matteüs 21:33-41, Marcus 12:1-9 en Lucas 20:9-16. Deze gelijkenis maakt onderdeel uit van het laatste onderwijs dat Jezus op het tempelplein in Jeruzalem gaf, na zijn bijzondere intocht in Jeruzalem. Zijn toehoorders waren vooral de Joodse leiders.

De wijngaard wordt verpacht

 

Tijdens zijn geplande afwezigheid verpacht de eigenaar van een wijngaard deze aan pachters om die namens hem te beheren. In de Lucas versie lezen we dat de landheer voor lange tijd naar het buitenland ging.

"... Er was eens een landheer die een wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef er een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Toen verpachtte hij hem aan wijnbouwers en ging op reis. Tegen de tijd van de druivenoogst stuurde hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen." (Matteüs 21:33-34, NBV2004)

De pachters (wijnbouwers) doen echter alsof de wijngaard hun eigendom is en vullen hun eigen zakken met de opbrengst van de oogst.

"Maar de wijnbouwers grepen de knechten, ze mishandelden er een, doodden een ander en stenigden een derde. Daarna stuurde de landheer andere knechten, een grotere groep dan eerst, maar met hen deden ze hetzelfde." (Matteüs 21:35-36, NBV2004)

De landheer is hier natuurlijk erg verontwaardigd over. Tenslotte stuurt hij zijn zoon en erfgenaam om orde op zaken te stellen.

"Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben. Toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: 'Dat is de erfgenaam! Kom op, laten we hem doden en zo zijn erfenis opstrijken,' en ze grepen hem vast, gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem." (Matteüs 21:37-39, NBV2004)

De slechte pachters in deze gelijkenis stellen natuurlijk de Joodse leiders voor, die Jezus immers niet wilden erkennen als de door God gezonden messias. Net als de pachters wilden zij Jezus, de Zoon van God uit de weg ruimen. De Joodse leiders beseften heel goed dat Jezus hén met deze gelijkenis op de korrel nam.

Hoe zal de landheer reageren?

 

Toen kwam de hamvraag die de Joodse leiders voor zichzelf moesten beantwoorden:

"Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen?" (Matteüs 21:40, NBV2004)

De Joodse leiders antwoordden:

"... Hij zal die schurken op een vreselijke manier laten doden. En de wijngaard zal hij verpachten aan wijnbouwers die wel de oogst op tijd afleveren." (Matteüs 21:41, GNB1996)

Jezus had de Joodse leiders waar Hij hen wilde hebben: ze spraken een scherpe veroordeling uit over hun eigen houding tegenover Jezus, de door God gezonden messias. Het was terecht dat de pachters zouden worden afgestraft en dat hun leidende positie zou worden overgenomen door anderen. Jezus paste dit vlijmscherp toe op zijn toehoorders:

"... Hebt u nooit in de Schriften gelezen: De steen die de bouwlieden afgekeurd hadden, die is de hoeksteen geworden. De Heer heeft dit gedaan; het is een wonder in onze ogen? Daarom zeg Ik u: Het koninkrijk van God zal u ontnomen worden en gegeven worden aan een volk dat de vruchten van het koninkrijk voortbrengt." (Matteüs 21:42-43, WV2012)

Jezus begon met een aanhaling uit Psalm 118:22-23, die de Joodse leiders ongetwijfeld kenden. Ze hadden Jezus geminacht, maar God zelf had Hem aangewezen als de hoofdpersoon van Gods koninkrijk. De woorden van Jezus waren duidelijk: als zij Jezus zouden blijven afwijzen, zou God hen als geestelijke leiders aan de kant zetten en verder gaan met een ander volk. De Joodse leiders kookten van woede:

"Daarop wilden ze hem gevangennemen, want ze wisten dat hij hen op het oog had bij het vertellen van deze gelijkenis, maar ze waren bang voor de reactie van de menigte. Dus lieten ze hem staan en gingen weg." (Marcus 12:12, NBV2004)

De bordjes worden verhangen

 

Na de Pinksterdag zouden de nieuwtestamentische gelovigen de leidende rol binnen het koninkrijk van God overnemen. Het volk Israël zou daarna meer aan de zijlijn komen te staan. De theocratie van Israël zou ophouden te bestaan, de tempel zou verwoest worden, de tempeldienst en de dagelijkse offers zouden ophouden. Daarmee zou het hart uit de Joodse godsdienst worden weggenomen. De Joden zouden vervolgens over de hele wereld verspreid worden.

De geestelijke les van deze gelijkenis voor nieuwtestamentische gelovigen is: gebruik je gaven en je mogelijkheden niet voor eigen gewin, maar voor het koninkrijk van Jezus. Als christengelovige weet je dat je leven niet je persoonlijke bezit is, maar het eigendom van Jezus is om daarmee God en de medemensen te dienen. Als je dat doet ben je een bruikbare 'pachter' die in het hiernamaals ruimschoots zal worden beloond.

Steniging van Stefanus

 

Na de kruisiging, opstanding en hemelvaart van Jezus werd Stefanus door de Joodse leiders opgepakt omdat hij zo'n krachtige getuige was van Jezus. In niet mis te verstane bewoordingen beschuldigde Stefanus de Joodse leiders van dezelfde feiten als Jezus had gedaan toen hij deze gelijkenis aan hen verteld had:

"Halsstarrige ongelovigen, u wilt niet luisteren en verzet u steeds weer tegen de heilige Geest, zoals uw voorouders ook al deden. Wie van de profeten hebben uw voorouders niet vervolgd? Degenen die de komst van de rechtvaardige aankondigden hebben ze gedood, en zelf hebt u nu de rechtvaardige verraden en vermoord, u die de wet ontvangen hebt door tussenkomst van de engelen, maar er niet naar hebt geleefd." (Handelingen 7:51-53, NBV2004)

De Joodse leiders reageerden hierop met dezelfde afkeer als die ze voor Jezus hadden gehad. In blinde woede doodden zij hem door steniging. Daarmee bevestigden ze de boodschap van deze indringende gelijkenis.

Gespreksvragen

 

  1. Wat is de geestelijke betekenis van de wijngaard, de landheer, de knechten van de landheer, de zoon van de landheer en de pachters?
  2. Op welke manier zijn sommige 'knechten van de landheer' in de tijd van het Oude Testament mishandeld?
  3. Wat vind je van het antwoord van de Joodse leiders toen Jezus vroeg wat er met die slechte pachters moest gebeuren? Wie zouden die nieuwe pachters kunnen zijn, die ze noemden (Matteüs 21:41)?
  4. In hoeverre hebben de christenen de plaats van de Joden ingenomen als 'volk van God'?

Volgend onderwerp:

  3.5.25. Slimme rentmeester 

 

 

 

HELPDESK

 

HELPDESK

Site info
- Wat betekent herschepping?
- Wat vind je op deze site?
- Achtergrond
- Vier aspecten
- Copyright

 

 

 

 

Helpdesk

Zoeken
- Zoekmogelijkheden
- Tips voor zoektermen
- Populaire zoektermen
- Inhoudsopgave (kort)
- Inhoudsopgave (lang)
- Trefwoord index
- Bijbeltekst index

 

 

 

 

 

Extra
- Geloofsvragen
- PDF bestanden downloaden
- Printklare pagina's
- Gespreksvragen
- Thema's voor Bijbelkringen
- Thema's kerkelijk jaar
- Cursus 'Gods karakter'

 

Herschepping Bijbelstudies - versie 3.4.