3.5.29. Twee heren dienen
Deze korte gelijkenis vind je in Lucas 16:10-13.
"Geen enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste
haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de
andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen en de mammon." (Lucas 16:13,
NBV2004)
Niemand kan volledig toegewijd zijn aan twee werkgevers. Hij zal altijd de
één boven de andere stellen. Meer dan in onze samenleving was dit een
vanzelfsprekendheid in de Joodse samenleving van Jezus' dagen.
Van wie ben je?
Let goed op: Jezus zei niet "je MAG geen twee heren dienen" maar "je KUNT
geen twee heren dienen." Daarmee bedoelt Jezus: het is onmogelijk om tegelijk
twee heren te dienen. Je kunt niet het eigendom van Jezus zijn en tegelijk slaaf zijn van geld en
bezittingen. Een slaaf kan maar één eigenaar hebben. Behalve koning Jezus is er ook de
satan,
Gods tegenstander, die dezelfde claim heeft op de harten van mensen. Door
hebzucht of iets anders heb je een verbinding met de
satan die je toewijding aan koning
Jezus ondermijnt. Wees dan ook volkomen
toegewijd aan koning Jezus
en erken alleen zijn heerschappij over je leven.
De farizeeën die naar deze gelijkenis luisterden, reageerden met boegeroep.
Ze waren hebzuchtig en dat was algemeen bekend. Ze meenden dat dat niet erg was
omdat ze zich aan de andere kant stipt aan de uiterlijke regels van de levenswet
hielden. Ze beschouwden hun rijkdom als een zegen van God. Lees maar hoe
op de gelijkenis werd gereageerd:
"De farizeeën, die geldzuchtig waren, hoorden dit alles aan en
ze haalden honend hun neus voor hem op. Maar Jezus zei tegen hen: 'U wilt bij de
mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart ..." (Lucas
16:14-15, NBV2004)
Inderdaad,
geldzucht of materialisme is een zonde die goed gecamoufleerd kan
worden; maar God kent de verborgen schuilhoeken van ons hart. Dienen wij de
mammon (=de macht van de geldzucht) ook, een beetje of een beetje te veel?
Zie ook de volgende onderwerpen:
- 'Rijke
jongeman' in hoofdstuk 'Ontmoetingen
met Jezus'
- 'Hebzucht
en materialisme' in hoofdstuk 'Verleidingen'.
Goed omgaan met wat je is toevertrouwd
Jezus vertelde deze gelijkenis na de gelijkenis van de
slimme rentmeester. Hij riep zijn volgelingen op om trouw te zijn bij het
beheren van wat God hen heeft toevertrouwd.
"Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook betrouwbaar als
het om veel gaat, en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het
om veel gaat. Als jullie onbetrouwbaar blijken in de omgang met de valse mammon,
wie zal jullie dan werkelijk belangrijke dingen toevertrouwen? En als jullie
onbetrouwbaar blijken met wat een ander toebehoort, wie zal jullie dan geven wat
jullie zelf toekomt?" (Lucas 16:10-12, NBV2004)
Het leven op aarde is als een stageperiode. Tijdens die relatief korte tijd
laat je zien wat in je zit. De manier waarop je bijvoorbeeld omgaat met je
gaven, je tijd, je bezittingen zijn bepalend voor de verantwoordelijkheden
die in het
hiernamaals aan je worden toevertrouwd.
Zie in dit verband ook de gelijkenis van
de 'Talenten
en ponden'.
Geen andere goden dienen
Natuurlijk is deze gelijkenis ook toepasbaar op alle andere dingen waar hun
gelovigen ongezond veel aandacht aan besteden en kunnen worden tot regelrechte
afgoden. Het is goed om regelmatig jezelf af te vragen: dien ik bepaalde
afgoden?
Zie meer hierover in onderwerp 'Geen
andere goden dienen' in hoofdstuk 'Gods
levenswet'.
Gespreksvragen
- Wie zijn de twee (of meer) heren die we zouden kunnen dienen?
- Wanneer wordt iets een soort afgod van je?
Volgend onderwerp:
3.5.30. Verloren en gevonden