3.5.30. Verloren en gevonden
Zie Lucas 15:4-32.
Drie gelijkenissen die
één geheel vormen
"Steeds weer kwamen er allemaal tollenaars en zondaars naar
Jezus luisteren. De Farizeeën en de schriftgeleerden zeiden geërgerd: 'Die
man gaat met zondaars om en eet met hen.' Maar Jezus hield hun deze gelijkenis
voor:" (Lucas 15:1-3, GNB1996)
Hierna vertelde Jezus hen drie gelijkenissen die samen
één geheel vormen. Daarin wilde Jezus aan deze zéér godsdienstige
Joden iets vertellen over het vaderhart van God. De drie gelijkenissen zijn:
- Verloren schaap (een herder is één van de honderd schapen
kwijt, dus 1% van de dieren waarvoor hij beroepsmatig moet
zorgen)
- Verloren geldstuk (een vrouw is 1 penning/drachme kwijt, dus
ongeveer 10% van haar dagelijks inkomen)
- Verloren zoon (een vader heeft 2 zonen die hun vader
waarvan hij er één kwijtraakt, dus 50% van zijn
zonen)
God zoekt mensen die de weg kwijt zijn
In elk van de drie gelijkenissen wordt gevonden wat verloren was en dat zorgt
voor grote Vreugde. Op het eind heeft de herder al zijn schapen weer, de
vrouw heeft al haar geld weer en de vader heeft de jongste van zijn twee zonen
terug maar ... het lijkt erop dat hij zijn oudste zoon kwijtraakt. En dat laatste, daar ging
het Jezus om in deze gelijkenissen. Jezus liet de farizeeën en de
schriftgeleerden iets zien van het vaderhart van God dat naar alle mensen uitgaat
ook naar HEN. Jezus hield hen de spiegel voor: "Jullie gedragen je net zo koppig
en afwijzend als die oudste zoon in de derde gelijkenis. Maar Gods vaderhart
klopt ook voor jullie. Kom tot inkeer, want jullie zijn behoorlijk de weg
kwijt!"
Er zit een dubbele climax in de drie gelijkenissen:
- Het percentage wat iemands verlies neemt toe:
- 1 van de 100 schapen
(1%)
- 1 van de 10 geldstukken (10%)
- 1 van de 2 zoons (50%)
- De impact van het verlies neemt toe:
- iemands werksfeer
- iemands persoonlijke bezittingen
- iemands kinderen
Jezus was vooral naar de aarde gekomen om verloren mensen te zoeken: mensen die zijn afgedwaald van God en die zich
verloren weten. In dat verband zei Jezus
eens:
"... Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel;
ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars." (Marcus 2:17,
NBV2004)
Een voorbeeld van de manier waarop Jezus verloren zondaars zoekt is ook de
geschiedenis van de tollenaar Zacheüs.
Na zijn bekering zei Jezus:
"De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat
verloren was." (Lucas 19:10, NBV2004)
1. Verloren schaap
De eerste korte gelijkenis spreekt voor zich.
"Iemand van u heeft honderd schapen en één ervan is hij
kwijtgeraakt. Zal hij dan niet die negenennegentig andere in de woestijn alleen
laten en naar dat ene schaap op zoek gaan, net zolang tot hij het vindt? En als
hij het vindt, neemt hij het blij op zijn schouders. En wanneer hij thuiskomt,
roept hij zijn vrienden en buren om zijn Vreugde te delen. Want, zegt hij,
het schaap dat ik kwijt was, heb ik teruggevonden." (Lucas 15:4-6, GNB1996)
De vreugde over het gevondene heeft alles te maken met de Vreugde die er
in de hemel is over elke zondaar die zich bekeert en nieuw leven ontvangt.
"Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer Vreugde zijn over één
zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig mensen die zo rechtvaardig
zijn dat ze niet tot inkeer hoeven te komen." (Lucas 15:7, GNB1996)
2. Verloren geldstuk
"Of veronderstel dat een vrouw, in het bezit van tien zilveren
munten, er één verliest. Zal ze dan geen lamp aansteken, het hele huis aanvegen
en zoeken tot ze hem vindt? En als ze hem vindt, roept ze haar vriendinnen
en buurvrouwen om haar Vreugde te delen. Want, zegt zij, het zilverstuk dat
ik kwijt was, heb ik teruggevonden." (Lucas 15:8-9, GNB1996)
En weer benadrukte Jezus de vreugde van het teug vinden van wat verloren was
"Zo ook, zeg ik u, zal er bij de engelen van God blijdschap
zijn over één zondaar die tot inkeer komt." (Lucas 15:10, GNB1996)
3. Verloren zoon
Na deze twee inleidende gelijkenissen begint Jezus met de derde en meest
uitgebreide gelijkenis: die van de twee zonen, beter bekend onder de naam 'de
verloren zoon'. Die naam is helemaal niet slecht, want aan het eind
van de gelijkenis was de vader nog steeds één van zijn twee zonen kwijt. Het is
de meest aangrijpende en ontroerende gelijkenis van Jezus die we in de Bijbel
tegenkomen.
Eigenlijk bestaat deze derde gelijkenis ook weer uit drie afzonderlijke gelijkenissen,
een soort trilogie, elk met een verschillend thema:
- Gelukzoeker - De jongste van
twee zonen keert zijn familie de rug toe en gewapend met een zak geld gaat
hij op zoek naar het grote geluk. Als zijn geld op is blijkt zijn 'geluk' snel verdampt te zijn en als hij
geen kant meer op kan leert hij een gevoelige maar belangrijke levensles.
- Thuiskomst - Verarmd en beschaamd gaat de
jongste zoon naar huis. Hij wordt hartelijk verwelkomd door zijn vader en
mag een nieuw begin maken met zijn leven.
- Oudste zoon - De oudste zoon
heeft grote moeite met de manier waarop zijn broer zo'n feestelijk onthaal
heeft gekregen. Zijn vader lijkt hem niet te kunnen bewegen om thuis te
komen en te genieten van de hereniging met zijn broer. Het lijkt erop dat de
vader nu zijn oudste zoon kwijtraakt.
Gespreksvragen
- Drie gelijkenissen om één boodschap over te brengen. Wat zegt dit over
het belang van het onderwerp?
- Ken je nog meer Bijbelgedeelten die laten zien dat God mensen ZOEKT die
van Hem afgedwaald zijn? Wat zegt dit allemaal over het vaderhart van God?
Volgend onderwerp: 3.5.31. Verloren zoon 1 - Gelukzoeker