Dit is het vervolg op 'Verloren zoon 1 - Gelukzoeker'.
De jongste zoon had de deur van vaders huis achter zich dicht getrokken, maar zijn vader heeft de deur op een kier open gehouden. De vader hoopt nog altijd dat zijn jongste zoon ooit terug zal komen, maar hij kan niet anders dan afwachten. Maar op een dag ziet hij zijn zoon in de verte aankomen en zijn hart stroomt vol van vreugde en diepe vaderliefde.
"... En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet ..." (Lucas 15:20, HSV2010)
De vader rent als een speer zijn zoon tegemoet. Hij heeft ongetwijfeld een lang, oosters gewaad aan en dat moet hij tot boven zijn knieën optrekken om te kunnen rennen. Het is geen gezicht, maar dat kan hem niets schelen. Zijn zoon komt eraan! De farizeeën en wetgeleerden, die naar deze gelijkenis luisterden, zullen Hem wel hoofdschuddend hebben aangehoord en gedacht hebben: "Die vader is niet goed wijs. Die flapdrol van een zoon heeft een fikse straf verdiend. Maar in plaats daarvan gedraagt die vader zich belachelijk onwaardig. Niemand zou zoiets doen. Wat een gek verhaal!"
"... hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem." (Lucas 15:20, HSV2010)
Vader en zoon ontmoeten elkaar. De zoon had een boze vader verwacht en op ernstige verwijten gerekend. Hij komt niet bij zijn vader op het matje, maar in zijn uitgestrekte armen. De zoon stamelt de helft van de schuldbekentenis die hij uit zijn hoofd had geleerd.
"En de zoon zei tegen hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u. Ik ben niet meer waard uw zoon genoemd te worden." (Lucas 15:21, HSV2010)
De vader hoort uit de mond van zijn zoon: woorden van oprecht berouw. En dat is genoeg. De zoon krijgt niet de gelegenheid om te zeggen dat hij graag als dagloner bij zijn vader in dienst zou willen komen. De vader is hem voor en geeft onmiddellijk een paar opdrachten aan zijn personeel.
"Maar de vader zei tegen zijn dienaren: Haal het beste gewaad tevoorschijn en trek het hem aan en geef hem een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten." (Lucas 15:22, HSV2010)
De vergeving van de vader is dus royaal, hartelijk en volledig. Het oude is afgesloten en vergeten, er begint een nieuwe werkelijkheid. Dit alles is een prachtig beeld van iemands wedergeboorte, de overgang tussen het oude leven ver van God en het nieuwe leven in verbondenheid met God.
"... want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden ..." (Lucas 15:24, NBV2004)
Het is opvallend dat de vader niet zegt: "hij is teruggekomen" maar "hij is gevonden." En juist deze woordkeuze laat zien dat het hier niet gaat over een aardse vader, maar over de hemelse Vader. Want iemands wedergeboorte is niet zijn eigen werk, maar een geschenk van God, ook al is hij zelf verantwoordelijk voor zijn bekeringskeuze. De zoon nam het initiatief om naar huis te gaan, de vader nam het initiatief voor de ontmoeting met zijn zoon en voor zijn eerherstel. Dat wonderlijke samenspel bij de wedergeboorte tussen God en mens is één van de mooiste geheimenissen van het koninkrijk van de hemel.
In deze gelijkenis komen we alle vier de aspecten tegen die we in hoofdstuk 'Bekering en wedergeboorte' tegenkomen:
"En breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn." (Lucas 15:23, HSV2010)
De toehoorders van de gelijkenis begrepen waarschijnlijk niets van de genadigheid van de vader die in hun ogen zo vreemd en overdreven reageerde op de terugkomst van zijn zoon. Ze moeten gedacht hebben: "Die ontaarde zoon had straf verdiend en hij kreeg een feest. Dit is regelrechte onzin!" Gods genadigheid is inderdaad waanzinnig overvloedig en onbegrijpelijk heerlijk!
De uitbundige blijdschap over de thuiskomst van de jongste zoon heeft alles te maken met de blijdschap die er in de hemel is over elke zondaar die zich bekeert en nieuw leven ontvangt.
"Zo ook ... zal er bij de engelen van God blijdschap zijn over één zondaar die tot inkeer komt." (Lucas 15:10, GNB1996)
Dit deel van de gelijkenis kan worden toegepast op allerlei mensen die de weg kwijt zijn. Toen Jezus deze gelijkenis uitsprak ging het over tollenaars en prostituees die een levensveranderende ontmoeting met Jezus hadden gehad. Ook voor vandaag is het verhaal actueel voor mensen zoals:
Al zulke mensen mogen zich welkom weten bij God de Vader en zich via de weg van bekering tot Hem wenden. Het doet er niet toe hoe ellendig de puinhoop van je leven is geworden, bij God hervind je je waardigheid en kun je een nieuw leven beginnen. Ieder die bij Hem komt vindt vergeving, acceptatie en onvoorwaardelijke liefde. En dat is de enige basis voor echt geluk dat niet ophoudt, zelfs niet bij het sterven.
Lees het vervolg in het volgende onderwerp 'Verloren zoon 3 - Oudste zoon'.