Dit is het vervolg op onderwerp 'Verloren zoon 2 - Thuiskomst'.
"De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. De knecht zei tegen hem: 'Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.' " (Lucas 15:25-27, NBV2004)
Dit nieuws sloeg in als een bom. Zijn broer is teruggekomen! Moet hij daar blij van worden? Dat waardeloze figuur komt met hangende pootjes terug en in plaats van een ongenadig pak rammel krijgt hij nota bene een feest aangeboden. Staat de wereld op zijn kop?
"Toen werd hij kwaad en hij wilde niet binnenkomen ..." (Lucas 15:28, WV2012)
"... Daarop kwam zijn vader naar buiten en probeerde hem tot andere gedachten te brengen." (Lucas 15:28, WV2012)
De oudste zoon luistert naar wat zijn vader hem te vertellen heeft. Hij zelf heeft zijn broer zijn misstap nooit vergeven, maar zijn vader heeft dat wel gedaan. Hij kan het niet uitstaan dat zijn vader zo blij is omdat die mislukkeling terug is gekomen, die een behoorlijk deel van het familiekapitaal over de balk heeft gegooid. Hij voelt zich verongelijkt. Hij heeft zijn leven lang zijn best gedaan om de liefde van zijn vader te verdienen, en nu wijst alles erop dat zijn jongste broer de favoriet van zijn vader is geworden. Hij is niet alleen boos op zijn broer, maar ook boos op zijn vader. Woedend bijt hij zijn vader toe:
"...Luister, vader! Al die jaren heb ik mij voor u uitgesloofd. Ik heb altijd gedaan wat u zei ..." (Lucas 15:29, HB2008)
De oudste zoon plaatst zichzelf hoog boven zijn slechte broer. Zijn broer was (en is) een nietsnut waar zijn vader niets aan heeft. Zelf is hij altijd gehoorzaam geweest en zelf heeft hij altijd heel erg zijn best gedaan. En let eens op het woord 'uitgesloofd' dat in de vertaling van Het Boek zo goed de betekenis van het oorspronkelijke woord in de brontekst weergeeft, dat is afgeleid van 'doulos' (='slaaf'). Hij had zich al die jaren niet gedragen als een zoon van zijn vader, als medebeheerder van het agrarische bedrijf, maar had gewerkt als een slaaf en hoopte op die manier de goedkeuring en liefde van zijn vader te verdienen. Ook hierin lijkt hij op een wettisch ingestelde farizeeër die meent dat hij indruk maakt op God door uiterlijke, plichtmatige godsdienstigheid en zuiverheid in de leer. Veel serieuze kerkmensen leven helaas ook zo!
"... en u hebt mij nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden vrolijk te zijn. Maar nu deze zoon van u gekomen is, die uw bezit met hoeren opgemaakt heeft, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht." (Lucas 15:29-30, HSV2010)
De oudste zoon erkent zijn broer niet meer, maar noemt hem 'die zoon van zijn vader'. Hij heeft zijn oordeel al over hem geveld en noemt hem een verachtelijke hoerenloper. En zelf heeft hij maar een armetierig leven geleid, zonder veel vreugde. Hoewel zijn vader hem een tijdje terug zijn erfdeel heeft aangeboden (tweemaal zoveel als zijn jongere broer, zie Deuteronomium 21:15-17) en hem daarmee de vrijheid heeft gegeven om er mee te doen wat hij wilde, begint hij nu te mekkeren over een geitenbokje dat hij niet gekregen heeft. Hij was blind voor de overvloed die hij had kunnen hebben. En wat is er van hem geworden? Een verzuurde man zonder enig plezier in zijn leven.
Uit het hele verhaal blijkt dat de oudste zoon nooit een normale relatie met zijn vader heeft gehad. Hij heeft zijn vader steeds gezien als zijn baas, zijn eigenaar. Maar de vader houdt van zijn brave oudste zoon evenveel als van zijn jongste zoon die zo verschrikkelijk de fout in was gegaan. Hij spreekt ook hem liefdevol aan:
"... Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. Maar we konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden." (Lucas 15:31-32, NBV2004)
Maar zolang de oudste zoon geen andere houding aanneemt is HIJ een verloren zoon, die zich zo ontzettend moeilijk laat vinden door zijn vader. Het is bijna onbegonnen werk om godsdienstige mensen tot bekering te brengen.
Jezus heeft zijn verhaal niet afgemaakt. Waarom heeft het verhaal geen happy-end? De thuiskomst van de jongste zoon was zo'n heerlijke climax. Nu was het wachten nog op de thuiskomst van de oudste zoon. Na het gesprek met zijn vader had hij heel wat om over na te denken. Hij had maar twee keuzen: naar binnen gaan of buiten blijven. Elk van beide keuzes zou enorme consequenties hebben voor de rest van zijn leven. Een gemakkelijke keuze was het niet.
Wat zou het betekenen als hij naar huis ging?
Hij zou dus heel wat moeten slikken als hij naar binnen ging. Maar zijn vader had hem hem ook een spiegel voorgehouden om zijn eigen leven te overdenken:
Alles bij elkaar genomen was de drempel om naar huis te gaan torenhoog en menselijkerwijs was er geen enkele hoop dat deze oudste zoon ooit thuis zou willen komen. Toch moest hij de consequenties onder ogen zien als hij buiten bleef:
Zijn vader had gezegd dat hij welkom was. Hij wist dat zijn vader van hem hield, maar toch! Het kwam erop neer dat hij moest kiezen voor zijn eigen trots of voor de belangrijkste relatie die een mens in zijn leven kan hebben.
In de gelijkenis vertelt Jezus niet of de oudste zoon uiteindelijk thuis kwam of dat hij buiten bleef. Alle farizeeën en wetgeleerden die naar Jezus luisterden werden persoonlijk uitgedaagd om in hun eigen hart een keuze te maken: wat zou ik doen in zijn plaats? Jezus wilde hen met klem uitnodigen om tot inkeer te komen en genadig te oordelen over bijvoorbeeld tollenaars en prostituees die zich door Hem geaccepteerd wisten. Jezus stelde hen voor de keuze: "Accepteer je deze mensen of niet."
Voor de farizeeën en wetgeleerden was die keuze net zo moeilijk als voor de oudste zoon uit de gelijkenis. Als ze die tollenaars en prostituees zouden accepteren, zou dit betekenen:
Ik denk dat de toehoorders zich zo snel mogelijk uit de voeten maakten, boos omdat Hij hen zo te kijk had gezet. Bijna alle farizeeën en wetgeleerden zouden Jezus uiteindelijk verwerpen en ter dood laten brengen. Daarmee kozen ze voor hun eigen trots en bleven ze buiten Gods koninkrijk.
Er zijn veel mensen met een kerkelijke achtergrond die zich beslist niet herkennen in de jongste zoon. Ze gaan trouw naar de kerk, zijn nooit erg opstandig geweest tegenover het christelijke geloof en draaien op een normale manier mee met het kerkelijke leven. En toch hebben velen van hen nog nooit een persoonlijke relatie met God ervaren. Misschien is hen dat ook nooit geleerd, maar gaan ze ervan uit dat je een ware christen bent als je de Bijbel als waarheid beschouwt en gelooft dat Jezus voor je zonden gestorven is. En ondanks dat ervaren ze het christenleven eerder als een sleur en een verplichting dan als iets dat hen blij maakt. Ze erkennen God wel als Heer, Here of Heere, maar hebben nooit een ontmoeting van hart tot hart gehad met hun hemelse Vader. Veel van zulke gelovigen hebben een leven als de oudste zoon in de gelijkenis: ze leven hooguit als knechten van God en niet als zonen of dochters van God.
Ook hebben ze er moeite mee wanneer ze horen of lezen dat in heel andere kerkelijke kringen mensen tot geloof komen en zo vol zijn geworden van Gods vrede en blijdschap, iets wat zij zelf nog nooit hebben meegemaakt. Diep in hun hart zijn ze jaloers, maar willen ze het niet toegeven. Toch kan het hen het gevoel geven dat God henzelf heeft overgeslagen. Hoe kan dat nu? Zij zijn toch zulke trouwe gelovigen en gaan toch naar een veel betere kerk?
Voor al deze mensen bevat de gelijkenis goed nieuws: De Vader komt naar je toe en nodigt je uit om met Hem mee te gaan en de vreugde te ontvangen van het nieuwe leven in een nieuwe verbondenheid met God. Als jij zo iemand bent - geloof dan dat ook jij welkom bent. God verlangt ernaar dat je ook bij Hem 'thuiskomt'. Je bekering zal dan misschien niet zo spectaculair zijn als die van de 'jongste zoon', maar ook een levensveranderende gebeurtenis waardoor het de belangrijkste mijlpaal in je leven zal zijn. Zoek het Vaderhart van God.
Er zijn heel wat van zulke 'oudste zonen' die uiteindelijk toch de weg naar huis hebben gevonden, waaronder ik zelf. Voorheen was ik op een plichtmatige manier christen en ik geloofde stellig dat ik alles had wat het geloof te bieden had. Maar wat ben ik gelukkig nu ik God als mijn liefdevolle Vader heb leren kennen, en dat God mijn hart van binnenuit heeft veranderd. Het was het belangrijkste en het beste wat ik ooit heb meegemaakt.