3.5.34. Vriend in nood
Een andere gelijkenis over het thema 'volhardend gebed' is de
gelijkenis van de 'Onrechtvaardige rechter'.
Deze gelijkenis kun je vinden in Lucas 11:5-8. Dit voorbeeldverhaal is een
onderdeel van Jezus' onderwijs over bidden. Direct voorafgaande aan deze
gelijkenis vinden we de Lucas versie van het
Onze Vader gebed.
Bij je vrienden kun je altijd terecht ... of niet?
Jezus begint zijn gelijkenis met de volgende woorden:
"... Stel dat iemand van jullie een vriend heeft en midden
in de nacht naar hem toe gaat en tegen hem zegt: 'Wil je mij drie broden lenen,
want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen en ik heb niets om hem
voor te zetten.' "
(Lucas 11:5-6, NBV2004)
Op zo'n tijd kun je niet zomaar
bij iedereen aankloppen, maar bij een goede vriend durf je dat wel. Een vriend
laat je immers niet in de steek!
"Een vriend blijft je altijd trouw ..." (Spreuken 17:17, BGT2012)
De aanhouder wint
Jezus ging verder:
"En veronderstel nu eens dat die vriend dan zegt: 'Val me
niet lastig! De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al naar bed. Ik
kan niet opstaan om je te geven wat je vraagt.' " (Lucas 11:7,
NBV2004)
Iedere toehoorder wist: dit is te grof voor
woorden! Niemand zou zijn vriend op zo'n manier behandelen. Gastvrijheid stond in de
tijd van de Bijbel in Israël in hoog aanzien. Iemand de deur weigeren, zelfs op
ongelegen momenten, dat deed je gewoon niet. En om tegen je vriend te zeggen dat je domweg geen
zin hebt om je nest uit te komen en te beroerd bent om iets voor hem te doen, dat is
absurd. Het verhaal riep bij de toehoorders
onmiddellijk een gevoel van afkeer en verontwaardiging op. En dat is precies waar Jezus
zijn toehoorders wilde hebben.
"Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft
omdat ze vrienden zijn, dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend zo onbeschaamd
blijft aandringen, en hem alles geven wat hij nodig heeft."
(Lucas 11:8, NBV2004)
De vriend laat zich niet afschepen. Hij blijft aandringen en
ongetwijfeld doet hij een beroep op hun onderlinge vriendschap. Uiteindelijk
kruipt de man uit zijn bed, loopt mopperend naar de keuken en geeft zijn vriend
waar hij om gevraagd heeft. Eigenlijk heeft hij geen keus, want als hij het niet
zou doen, zou op dat moment de vriendschap ophouden te bestaan. Zoveel verstand
heeft hij nog wel.
Blijf bidden!
Vervolgens kwam Jezus met de toepassing om de hoek.
"Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek
en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. Want wie vraagt
ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan." (Lucas
11:9-10, NBV2004)
De gelijkenis is dus een illustratie van de uitnodiging die Jezus geeft aan
gelovigen om te bidden. We mogen daarbij zelfs aandringen en God met nadruk aan zijn beloften
herinneren, zoals de hiervoor geciteerde Bijbeltekst. Elk fatsoenlijk mens
zal een redelijk verzoek inwilligen van iemand die in een moeilijke positie
verkeert waar hij zonder hulp niet uitkomt. Zou God je hulpvraag dan afwijzen?
"Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al
goede gaven schenken, hoeveel te meer zal jullie Vader in de hemel dan het goede
geven aan wie hem daarom vragen." (Matteüs 7:11, NBV2004)
De woorden 'ook al zijn jullie slecht' zou je ook zo kunnen lezen: 'hoe
verdorven je ook bent'. Let vooral op de woorden 'hoeveel te meer', want daar gaat het om. God is
niet zoals de mopperende vriend, maar Hij is je zorgzame Vader die niet met tegenzin
geeft wat je nodig hebt, maar juist heel graag en vooral ook op een
ruimhartige manier. Als
een mopperende vriend uiteindelijk toch zijn bed uitkomt na sterk aandringen,
hoeveel te meer is de liefdevolle God bereid om je te helpen als je blijft
bidden en bij wijze van spreken bij God op de deur bonst.
Zie meer over bidden in hoofdstuk 'Gebed'.
Gespreksvragen
- Welke verschillen kun je benoemen tussen de houding van God en van de
slaperige vriend?
- Welke aansporingen geeft deze gelijkenis voor het bidden?
Volgend onderwerp: 3.5.35. Waakzame dienaren