De wijze God wist dat Maria in verwarring zou kunnen raken wanneer de volle betekenis van haar zwangerschap tot haar zou doordringen. God had iets achter de hand om haar ervan te overtuigen dat ze echt een boodschap van God had gehoord. De engel had namelijk nog iets tegen Maria gezegd:
"Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, want voor God is niets onmogelijk.' " (Lucas 1:36-37, NBV2004)
In sommige Bijbelvertalingen staat dat Elisabet een nicht van Maria was, maar dat is niet correct. Er staat letterlijk 'vrouwelijk familielid'. Vanwege het leeftijdsverschil was Elisabet zeer waarschijnlijk haar tante.
Maria kreeg een sterke behoefte om uit te zoeken of de bejaarde Elisabet inderdaad in verwachting was. Als zo'n oude vrouw door een wonder van God voor het eerst zwanger kon worden op zo'n leeftijd, was Hij waarschijnlijk ook in staat om zo'n soort wonder bij HAAR te doen.
Maria kon niet wachten om te gaan!
"Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette." (Lucas 1:39-40, NBV2004)
Toen Maria bij Elisabet binnen stapte en haar begroette, zag Maria meteen dat haar tante duidelijk in verwachting was! Elisabet raakte op dat moment helemaal buiten zichzelf van bovennatuurlijke vreugde. De Heilige Geest maakte haar duidelijk dat de aanstaande moeder van de Messias voor haar stond. Met luide stem riep ze haar nichtje de volgende profetische woorden toe:
"... Gezegend ben jij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot. Waar heb ik het aan te danken dat de moeder van mijn Heer bij mij komt? Op het moment dat je groet mij in de oren klonk, sprong het kind van Vreugde op in mijn schoot. Gelukkige vrouw, zij die gelooft! Wat haar namens de Heer is gezegd, zal in vervulling gaan." (Lucas 1:42-45, WV2012)
De uitdrukking 'gezegend onder de vrouwen' betekent niet 'de meest gezegende vrouw'. Want dan zou er 'gezegend boven de vrouwen' staan, zoals in het volgende Bijbelgedeelte over Jaël, een moedige vrouw in de tijd van de Rechters:
"Laat gezegend zijn boven de vrouwen Jaël, de vrouw van Heber, de Keniet, laat zij boven de vrouwen in de tent gezegend zijn." (Rechters 5:24, HSV2010)
Ongetwijfeld stond Maria met haar oren te klapperen toen Elisabet haar zo toesprak. Hoe kon haar tante weten dat Maria in verwachting was van de Zoon van God? Het kon niet anders of God had haar een openbaring gegeven. En op die manier had God aan Maria een ongelofelijk duidelijke bevestiging gegeven van haar roeping om de moeder van Gods Zoon te worden.
God had de beide vrouwen op een wonderlijk manier bij elkaar gebracht. Samen deelden ze de grootste en mooiste geheimen die ooit op aarde hebben bestaan.
Maria's hart werd vervuld met een explosie van blijdschap en met verwondering over Gods goedheid en trouw. Maria begon God spontaan te prijzen om wat Hij voor haar persoonlijk had gedaan:
"... Ik geef alle eer aan God. Ik juich voor hem, hij is
mijn redder.
Hij koos mij uit, mij, een heel gewoon meisje.
Nu zal
iedereen over mij zeggen: 'Zij is gezegend.’
Want God, die machtig is en
heilig,
heeft iets geweldigs met mij gedaan." (Lucas 1:46-49, BGT2012)
We kunnen iets belangrijks van Maria leren. Aan de ene kant nam zij een nederige houding aan. Aan de andere kant was ze zich sterk bewust van haar bevoorrechte positie als aanstaande moeder van Gods Zoon.
Maria begreep ook dat haar Zoon niet alleen haar eigen leven zou verrijken, maar dat Hij als messias een geschenk van God was voor heel haar volk.
"God is zijn liefde voor Israël niet vergeten. Daarom
helpt hij zijn volk.
Dat had hij al beloofd aan onze voorouders,
aan
Abraham en aan iedereen die na hem kwam."
(Lucas 1:54-55, BGT2012)
In het loflied van Maria komen we veel tegen uit het loflied van Hanna over het feit dat God haar na haar smeekgebed een zoon had gegeven: Samuel, die een belangrijke profeet van God werd (zie 1 Samuel 2:1-10).
"Maria bleef drie maanden bij Elisabet. Daarna ging ze terug naar huis." (Lucas 1:56, BGT2012)