Helpdesk Site info Zoeken Extra
|
3.3.13. Jezus in de woestijn
Inhoud:
- Jonge jaren van Jezus
- Voorbereiding van Mozes
- Geestvervoering
- Ontmoeting met Vader
- Onderwijs van Vader
- Uitzending van Jezus
- Nieuwe identiteit: Zoon van God
- Blijvende verbondenheid met de Vader en de Heilige Geest
- Gespreksvragen
Deze Bijbelstudie gaat over de manier waarop God de opgroeiende Jezus heeft voorbereid op de meest omvattende taak die een mens ooit heeft volbracht. Dit gebeurde hoogstwaarschijnlijk tijdens een geestvervoering van Jezus tijdens de periode van veertig dagen dat Hij in de woestijn verbleef, wellicht direct na zijn doop door Johannes de Doper.
Grote kans dat je daar nog nooit over gehoord hebt. Mijn ogen gingen ervoor open toen ik in de Bijbel aandachtig de volgende uitspraak van Jezus las:
"Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon?" (Johannes 3:13, NBV2004)
Met deze woorden zei Jezus letterlijk dat Hij vanaf de aarde minstens één keer naar de hemel is gegaan en vervolgens weer naar de aarde is gekomen. Jezus zei dit tegen de schriftgeleerde Nicodemus (in hun gesprek over wedergeboorte) om hem ervan te overtuigen dat Hij betrouwbare kennis had van de hemelse dingen. De woorden 'opstijgen' en 'neerdalen' moeten we natuurlijk niet letterlijk nemen. Ze hebben te maken met het feit dat de hemel van een hogere orde is dan de aarde.
Jonge jaren van Jezus
Heb je je wel eens afgevraagd hoe Jezus de timmerman uit Nazaret na zijn doop door Johannes zo snel kon optreden als de door God gezonden Mensenzoon? Besef vooral dat Jezus vóór zijn geboorte in Betlehem al zijn goddelijke hoedanigheden had afgelegd en als een gewoon mens is geboren met alle beperkingen van het mens-zijn.
"Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens..." (Filippenzen 2:6-7, NBV2004)
De engel Gabriël had vóór Jezus' geboorte tegen zijn moeder Maria gezegd:
"Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen ... De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God." (Lucas 1:32-35, NBV2004)
Ik denk dat Maria dit allemaal aan Jezus heeft toevertrouwd toen Hij daar de leeftijd voor had. Maar Jezus had natuurlijk geen idee HOE dat zou gebeuren.
Al tijdens zijn jonge jaren bleek Jezus opvallend veel belangstelling te hebben voor de dingen van God en dat Hij beschikte over een uitzonderlijk diep inzicht. Telkens wanneer de opgroeiende Jezus in Jeruzalem was om één van de verplichte Joodse feestdagen te vieren, ging Hij waarschijnlijk naar het tempelcomplex om de boekrollen van de Joodse Tenach (komt overeen met het Oude Testament) te bestuderen. Ook kon Hij daar onderwijs krijgen van schriftgeleerden in de zuilengangen van de tempel. Zo leerde Jezus om geheel volgens de wet van Mozes te leven, maar zonder te zondigen (1 Petrus 2:22-23). Dat was mogelijk omdat Hij als enige mens niet besmet was met erfzondigheid.
Zie meer hierover in onderwerp 'Jezus van Nazaret' in dit hoofdstuk.
Toen Jezus ongeveer 30 jaar werd had Hij de leeftijd waarop priesters met hun taak mochten beginnen (zie Numeri 4:1-3). Toen liet Hij de timmerwerkplaats achter zich en ging Hij naar Judea, om gedoopt te worden door Johannes de Doper. Na zijn doop en zalving met de Heilige Geest moest Jezus eerst een woestijnperiode van veertig dagen doormaken als voorbereiding op zijn bediening. De Heilige Geest nam daarbij de leiding.
"Daarna werd Jezus door de Geest meegevoerd naar de woestijn ..." (Matteüs 4:1, NBV2004)
Voorbereiding van Mozes
Dat doet me denken aan Mozes, die eeuwen geleden door God was uitgekozen om Gods volk Israël te verlossen uit hun slavernij in Egypte. God gaf hem de zwaarste taak uit te voeren die Hij ooit aan een mens had gegeven. Toen Mozes onder Gods leiding het volk in de woestijn had gebracht moest het volk hun kamp opzetten bij de berg Sinaï. En daar nodigde God hem uit om deze berg op te klimmen om Hem persoonlijk te ontmoeten.
"Toen Mozes de berg opklom, bedekte de wolk de berg ... Op de zevende dag riep Hij Mozes, vanuit het midden van de wolk ... Mozes ging de wolk binnen en klom de berg verder op. En Mozes was veertig dagen en veertig nachten op de berg." (Exodus 24:15-18, HSV2010)
En zo kwam God persoonlijk naar Mozes toe om gedurende veertig dagen met hem te spreken en Hem te onderwijzen. Daarbij ging het onder meer over het bouwen van de tabernakel en wellicht ook over het leiding geven aan het volk Israël en over Gods levenswet. Er ontstond een diepe vriendschap tussen God en Mozes.
"De Heer sprak met Mozes heel persoonlijk, zoals iemand spreekt met zijn vriend ..." (Exodus 33:11, GNB1996)
Geestvervoering
In de voetsporen van Mozes, de verlosser onder het Oude Verbond, kreeg Jezus ook een voorbereidingsperiode van 40 dagen in de woestijn. In die tijd bereidde God Jezus voor op zijn nog veel grotere taak dan die van Mozes. Jezus moest immers als de nieuwtestamentische verlosser optreden. God de Vader kwam niet naar Jezus toe in de woestijn, maar Jezus ging naar de Vader toe. Lees nog eens aandachtig die uitspraak van Jezus in zijn gesprek met Nikodemus, de meest vooraanstaande schriftgeleerde uit die tijd:
"Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon?" (Johannes 3:13, NBV2004)
In de hemel moet Jezus bijzondere kennis hebben opgedaan en bijzondere ervaringen hebben gehad. Zo heeft de Heilige Geest Jezus vanuit de woestijn naar de hemel gebracht om een ontmoeting met zijn echte Vader te hebben. In de geestelijke wereld is er geen begrip van tijd, zoals bij ons op de aarde. Zo kon Jezus langdurig in de geestelijke wereld verblijven, terwijl zijn lichaam op de aarde misschien maar een korte tijd achter bleef.
Jezus heeft veel uitspraken gedaan waaruit we wel wat details hierover kunnen afleiden. Ik denk dat Jezus aan zijn boezemvriend Johannes daar wel het één en ander over heeft verteld, want al die citaten van Jezus komen uit zijn evangelie! Al die uitspraken bij elkaar bevestigen de gedachte dat de als mens geboren Jezus een persoonlijke ontmoeting moet hebben gehad met zijn Vader in de hemel.
Ontmoeting met Vader
Jezus kon in de hemel kennismaken met zijn echte Vader! Wat een heilig en emotioneel moment moet die ontmoeting zijn geweest voor beiden. Jezus werd ongetwijfeld overrompeld door de machtige uitstraling van Gods heerlijkheid. Maar ik denk dat er vervolgens een intieme relatie groeide tussen Jezus en zijn Vader.
"... de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust ..." (Johannes 1:18, NBV2004)
Nu zag Jezus ook dat zijn Vader sprekend op Hemzelf leek. In de Bijbel staat dat Jezus de afstraling van Gods heerlijkheid en de afdruk van Gods wezen was (Hebreeën 1:3, NBG1951). Daarom kon Jezus later naar waarheid tegen zijn elf naaste discipelen zeggen:
"... Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien ..." (Johannes 14:9, NBV2004)
Jezus leerde zijn Vader kennen als geen ander. De Vader heeft zijn Zoon wellicht alles verteld en/of laten zien wat Hij nodig zou hebben voor zijn bediening om Hem te vertegenwoordigen op de aarde. Daarom deed Jezus later de volgende uitspraken:
"Alle dingen zijn Mij overgegeven door Mijn Vader; en niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon ..." (Matteüs 11:27, HSV2010)
"Niet dat iemand ooit de Vader gezien heeft - alleen hij die van God komt, heeft hem gezien." (Johannes 6:46, NBV2004)
"Ik spreek over wat Ik bij Mijn Vader gezien heb ..." (Johannes 8:38, HSV2020)
Natuurlijk heeft Jezus zicht gekregen op wie Hij in het verleden was geweest, vóór zijn geboorte als mens. Daarom zou Hij later kunnen zeggen:
"Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Vóór Abraham geboren was, ben Ik." (Johannes 8:58, HSV2010)
Onderwijs van Vader
Jezus zou later bij verschillende gelegenheden het volgende zeggen over het onderwijs dat Hij persoonlijk van God de Vader had ontvangen:
"... Mijn onderricht is niet van Mij, maar van Hem Die Mij gezonden heeft." (Johannes 7:16, HSV2010)
"... Hij Die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en wat Ik van Hem gehoord heb, spreek Ik tot de wereld ... Wanneer u de Zoon des mensen verhoogd zult hebben, zult u inzien dat Ik het ben, en dat Ik vanuit Mijzelf niets doe, maar dat Ik die dingen spreek zoals Mijn Vader Mij heeft onderwezen." (Johannes 8:26-28, HSV2010)
"... Ik heb u (=Jezus' naaste discipelen) vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb." (Johannes 15:15, HSV2010)
En kijk eens naar de volgende woorden die Jezus later over zichzelf zou uitspreken:
"... Waarachtig, ik verzeker u: de Zoon kan niets uit zichzelf doen, hij kan alleen doen wat hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier. De Vader heeft de Zoon immers lief en laat hem alles zien wat hij doet ... " (Johannes 5:19-20, NBV2004)
Uitzending van Jezus
Ook moet de Vader met Jezus gesproken hebben over de missie die Hij op aarde te vervullen had. Jezus wilde van zijn kant zijn Vader gehoorzamen uit liefde voor Hem en voor de mensheid. Jezus was bereid om als een offerlam te sterven om God en de mensheid met elkaar te verzoenen:
"Daarom zegt Hij (=Jezus) bij Zijn komst in de wereld: Slachtoffer en graanoffer hebt U niet gewild, maar U hebt voor Mij een lichaam gereedgemaakt. Brandoffers en offers voor de zonde hebben U niet behaagd. Toen zei Ik: Zie, Ik kom - in de boekrol is over Mij geschreven - om Uw wil te doen, o God." (Hebreeën 10:5-7, HSV2010)
Later zou Jezus eens het volgende zeggen:
"Daarom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik Mijn leven geef om het opnieuw te nemen. Niemand neemt het Mij af, maar Ik geef het uit Mijzelf; Ik heb macht het te geven, en heb macht het opnieuw te nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen." (Johannes 10:17-18, HSV2010)
De gehoorzaamheid van Jezus was niet afgedwongen of plichtmatig, maar kwam voort uit liefde. Ook liet de Vader zijn Zoon zien wie Hij in de toekomst zou zijn als de allerhoogste verheerlijkte Heer van hemel en aarde. Jezus zou later tegen het Sanhedrin zeggen na zijn veroordeling:
"... Maar ik zeg tegen u allen: vanaf nu (= later) zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige ..." (Matteüs 26:64, NBV2004)
Ik ga ervan uit dat Jezus in de geestelijke wereld iets van zijn verleden en zijn toekomst kon waarnemen.
Nieuwe identiteit: Zoon van God
In de hemel moet de Jezus, zoals Hij was vóór zijn geboorte op aarde, zijn verenigd met Jezus de timmerman uit Nazaret. Natuurlijk was dit een uniek proces dat ons begrip ver te boven gaat. Jezus werd dus in de hemel toegerust en uitgezonden om als Gods vertegenwoordiger te kunnen functioneren. Jezus wist daarna wie Hij was, wie Hij was geweest en wie Hij in de toekomst zou zijn.
"... Ik weet waar Ik vandaan gekomen ben en waar Ik heen ga ..." (Johannes 8:14, HSV2010)
Blijvende verbondenheid met de Vader en de Heilige Geest
De verbondenheid die Jezus had ondervonden met zijn Vader tijdens zijn hemelbezoek was bij zijn terugkeer naar de woestijn niet opgehouden. Voortdurend zou de Vader op een bijzondere manier bij Hem zijn, als in een permanente gebedsverbinding. Jezus heeft dat openlijk aan zijn naaste discipelen verteld:
"Geloof je niet dat ik in de Vader ben en dat de Vader in mij is? Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij." (Johannes 14:10,NBV21)
Veel christenen geloven dat Jezus zoveel wonderen kon doen omdat Hij goddelijk was, maar dat is niet zo. Jezus heeft heel duidelijk gezegd:
"Ik kan niets doen uit mijzelf ..." (Johannes 5:30, NBV2004)
Jezus had immers al zijn goddelijke hoedanigheden afgelegd. Maar door de permanente vervulling met Gods Geest en zijn vertrouwen op zijn almachtige Vader kon Hij alles doen wat Hij gedaan heeft. Telkens wanneer Jezus bijvoorbeeld een genezingswonder verrichtte, sprak Hij een enkel woord en bracht de Heilige Geest het wonder tot stand. Op precies dezelfde manier zouden ook Geestvervulde christengelovigen later door de kracht van de inwonende Heilige Geest wonderen kunnen verrichten.
"Alles is mij toevertrouwd door mijn Vader ..." (Matteüs 11:27, NBV2004)
Kortom, Jezus was vanaf dat moment volledig in staat om op te treden namens zijn almachtige Vader én met de leiding en permanente hulp van de Heilige Geest. Jezus was er klaar voor!
Gespreksvragen
- Op wie zijn initiatief ging Jezus de woestijn in?
- Wat was het doel van deze woestijnperiode?
- Van welke Bijbelfiguren weet je dat die ook een woestijnperiode hebben meegemaakt?
- Van welke Bijbelfiguren weet je dat die ook een hemelervaring hebben meegemaakt?
- Waarom was het zo belangrijk voor Jezus om te weten wat zijn identiteit was als de Zoon van God?
- Kon Jezus wonderen doen 'omdat Hij behalve mens ook God was'?
Volgend onderwerp: