3.8.26. Jezus veroordeeld
"Vanaf dat moment wilde Pilatus hem vrijlaten..." (Johannes
19:12, NBV2004)
Pilatus geeft toe - Jezus toch schuldig verklaard
De Joodse leiders gingen nu hun laatste troef uitspelen om Pilatus min of
meer te dwingen Jezus te kruisigen. Ze speelden het koningschap van Jezus uit
tegen het gezag van de Romeinse keizer en ze riepen:
"... Als u die man vrijlaat bent u geen vriend van de keizer, want
iedereen die zichzelf tot koning uitroept pleegt verzet tegen de keizer."
(Johannes 19:12, NBV2004)
Die opmerking kwam hard aan bij Pilatus! De Joodse leiders wisten dat Pilatus
de status 'vriend van de keizer' had. Dat was te zien aan de bijbehorende ring
om zijn vinger die hij van keizer Tiberius had gekregen.
"Pilatus hoorde dat, liet Jezus naar buiten brengen en nam
plaats op de rechterstoel op het zogeheten Mozaïekterras, in het Hebreeuws
Gabbata. Het was rond het middaguur op de voorbereidingsdag van Pesach. Pilatus
zei tegen de Joden: 'Hier is hij, uw koning.' Meteen schreeuwden ze: 'Weg met hem, aan het kruis met
hem!' Pilatus vroeg: 'Moet ik uw koning kruisigen?' Maar de hogepriesters
antwoordden: 'Wij hebben geen andere koning dan de keizer!' " (Johannes
19:14-15, NBV2004)
Nog nooit waren de Joden zo loyaal aan de Romeinse keizer geweest. Hun haat
tegenover Jezus oversteeg zelfs hun afkeer van de Romeinse bezetters.
God was immers hun koning. De uitspraak van de Joden hield tegelijk een verborgen
dreiging in. Als Jezus niet veroordeeld zou worden, zouden de Joodse leiders een brief naar Rome sturen, met als mogelijk resultaat het einde van
Pilatus als prefect en waarschijnlijk ook verbanning. Iedereen zou Pilatus voor gek verklaren
als hij zijn carrière zou verspelen om een Joodse gevangene! Pilatus gaf zich
gewonnen, hij zou Jezus laten kruisigen. Elke andere Romeinse overheerser zou
hetzelfde gedaan hebben. Het is dus niet eerlijk om Pilatus een slap figuur te
noemen doordat hij toegaf aan de eisen van de Joden.
Aanklagers nemen de verantwoordelijkheid op zich
Maar Pilatus wilde duidelijk maken dat hij zelf niet verantwoordelijk
gehouden mocht worden voor de dood van een onschuldige.
"Toen Pilatus zag dat hij niets bereikte, maar dat er veeleer
opschudding ontstond, nam hij water, waste zijn handen voor de ogen van de
menigte en zei: Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige. U moet
maar zien." (Matteüs 27:24, HSV2010)
Ondanks dat bleef Pilatus medeschuldig aan de veroordeling. Het gebruik van
handen wassen om eigen onschuld aan een terechtstelling uit te beelden vinden we
trouwens ook in Deuteronomium 21:6-7. De uitdrukking 'je handen wassen in
onschuld' is vrijwel zeker ontleend aan deze geschiedenis uit het Nieuwe
Testament.
"En heel het volk antwoordde en zei: Laat Zijn bloed maar komen
over ons en over onze kinderen!" (Matteüs 27:25, HSV2010)
Dit is in zekere zin uitgekomen toen enkele decennia later de Romeinse legers
het opstandige Jeruzalem verwoestten en er een massale slachting aanrichtten. De
zonden van de vaders hebben nadelige gevolgen voor de kinderen, tot enkele
geslachten daarna (Exodus 20:5). Maar dit kan natuurlijk nooit worden doorgetrokken naar
deze tijd of naar de Holocaust, zoals sommigen doen! Want ALLE mensen zijn
schuldig aan het bloed van Jezus, vanwege hun zonden!
En toch had Jezus maar één soort bloed,
namelijk bloed tot vergeving van zonden. Dat was ook beschikbaar voor al zijn
moordenaars, ook voor Joden en Romeinen, ook voor jou en mij.
De Koning onschuldig veroordeeld
Jezus was zes keer verhoord, namelijk door Annas, Kajafas, het Sanhedrin,
twee keer door
Pilatus en één keer door Herodes Antipas. In geen van deze gevallen is Jezus schuldig
verklaard aan iets waar volgens de Joodse levenswet of de Romeinse wet ook maar
enige straf op stond. Het staat allemaal overduidelijk beschreven in de
evangeliën.
"Hem die geen zonde heeft gekend, heeft God voor ons tot
zonde gemaakt, opdat wij door Hem Gods gerechtigheid zouden worden." (2 Korintiërs 5:21,
WV2012)
Maar let op: Jezus is uiteindelijk niet door Pilatus veroordeeld op
godsdienstige gronden, maar om zijn politieke aspiraties. Hij had immers zelf
verklaard dat Hij de koning van de Joden was. Hoewel Pilatus heel goed wist dat
het ging om geestelijke dingen die geen bedreiging voor Rome waren,
heeft hij toch als enige recht gedaan aan de werkelijke identiteit van Jezus als
de KONING, die incognito op aarde geleefd had, maar eenmaal zal terugkomen als
de werkelijke koning van de hele aarde.
Pilatus maakte deze 'beschuldiging' in drie talen leesbaar als opschrift op het
kruis en dat was waarschijnlijk het beste wat hij ooit in zijn leven gedaan heeft.
Zonder te weten beleed Pilatus de waarheid over Jezus. Of was het ook zijn eigen
innerlijke overtuiging?
"Toen droeg Pilatus hem aan hen over om hem te laten
kruisigen." (Johannes 19:16, NBV2004)
Hoe ging het verder met Pilatus en Procula?
Enkele jaren later werd Pilatus teruggeroepen naar Rome. De keizer vond het
tijd om hem met pensioen te laten gaan. Voor zover we weten ging hij weer in zijn geboortestad
Rome wonen tot het einde van zijn leven, zonder dat er bijzondere
dingen gebeurden. Er bestaan allerlei wilde verhalen over zijn laatste
levensjaren, maar die blijken niet gebaseerd te zijn op betrouwbare gronden.
Ongetwijfeld is zijn ontmoeting met Jezus hem zijn leven lang bij gebleven. Of
hij tot geloof is gekomen is niet bekend.
Van zijn vrouw Procula is meer bekend. Zo goed als zeker is ze christen geworden en
sloot ze zich aan bij de christengemeenschap in Rome. In die gemeente heeft ze
waarschijnlijk veel goed werk verricht want het zal niet voor niets zijn geweest
dat zij in de de Oosters orthodoxe Kerk nog steeds als een heilige wordt
herdacht en geëerd.
Volgend onderwerp: 3.8.27.
Betekenis van Jezus' lijden