link naar Home Page  Bijbelstudies - startmenu  

 

 Helpdesk    Site info    Zoeken    Extra  

 

 

 

3.8.14. Gesprekken over het leiderschap

Inhoud:

- Favoriet gespreksonderwerp van de discipelen
- Belofte om met Jezus te regeren
- Zelfde discussie tijdens de pesachmaaltijd
- Toekomstig leiderschap van de discipelen


Favoriet gespreksonderwerp van de discipelen

 

We gaan even terug in de tijd. Kort nadat Jezus zijn naaste discipelen voor de tweede keer had verteld over zijn aanstaande lijden en sterven, hoorde Hij hen druk met elkaar redeneren. Jezus liet ze maar hun gang gaan, maar kwam er even later toch op terug:

"Ze kwamen in Kafarnaüm. Toen ze in huis waren, vroeg hij hun: 'Waarover waren jullie onderweg aan het redetwisten?' Ze zwegen, want ze hadden onderweg met elkaar getwist over de vraag wie van hen de belangrijkste was." (Marcus 9:33-34, NBV2004)

Jezus had gesproken over zijn lijden en sterven en zijn naaste discipelen hadden zich vooral druk gemaakt over wie de beste plaats zou krijgen in zijn koninkrijk. Hadden ze zijn woorden niet gehoord of niet begrepen, of WILDEN ze het niet horen en bleven ze dromen over hun toekomstige machtspositie?

Belofte om met Jezus te regeren

 

Jezus had zijn naaste discipelen ooit verteld dat ze een hoge positie zouden ontvangen in zijn koninkrijk:

"... Ik verzeker jullie: wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt, wanneer de Mensenzoon in zijn majesteit zal zetelen op zijn troon, zullen ook jullie die mij gevolgd zijn plaatsnemen op de twaalf tronen en rechtspreken over de twaalf stammen van Israël." (Matteüs 19:28, NBV2004)

Er waren drie discipelen waar Jezus het meest mee optrok. Dat waren Petrus en de twee zonen van Zebedeüs: Johannes en Jakobus. Petrus verbeeldde zich dat hij op de eerste plaats zou komen, want Jezus had hem een Rotsman genoemd. Maar de twee anderen meenden evenveel recht te hebben op de hoogste positie. Ze durfden het niet aan Jezus te vragen, maar hun moeder, met wie ze deze dingen besproken hadden, wilde dat wel even voor hen opknappen. Zij was één van de Galilese vrouwen die steeds met Jezus meetrokken.

"Daarop kwam de moeder van de zonen van Zebedeüs met haar zonen naar hem toe. Ze viel voor hem neer om hem een gunst te vragen. Hij vroeg haar: 'Wat wilt u?' Ze antwoordde: 'Beloof me dat deze twee zonen van mij in uw koninkrijk naast u mogen zitten, de een rechts van u en de ander links.' Maar Jezus zei hun: 'Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen jullie de beker drinken die ik zal moeten drinken?' 'Ja, dat kunnen wij,' antwoordden ze. Toen zei hij: 'Uit mijn beker zullen jullie inderdaad drinken, maar wie er rechts en links van mij zullen zitten kan ik niet bepalen, die plaatsen behoren toe aan hen voor wie mijn Vader ze heeft bestemd.' " (Matteüs 20:20-23, NBV2004)

Let op dat Jezus geen antwoord gaf aan de moeder, maar aan zijn twee discipelen. Hij had het toneelstukje wel door. Jezus zou binnenkort het diepste lijden moeten meemaken dat ooit een mens heeft meegemaakt. Maar elk van de discipelen zou later een eigen lijdensweg meemaken en mede daardoor klaargemaakt worden voor hun toekomstige positie in het komende koninkrijk.

"En toen de andere tien dit hoorden, namen zij het de twee broers zeer kwalijk." (Matteüs 20:24, HSV2010)

De andere discipelen stonden op hun achterste benen omdat Johannes en Jakobus aan het lobbyen waren om een hogere plaats te krijgen dan zij. Maar zelf waren ze geen haar beter. Jezus legde uit dat zijn manier van heersen heel anders zou zijn dan die van de heersers in de maatschappij. Binnen Gods koninkrijk geldt immers de regel van 'dienend leiderschap'. Jezus zei hierover tegen al zijn twaalf discipelen:

"... Jullie weten dat heersers hun volken onderdrukken en dat leiders hun macht misbruiken. Zo zal het bij jullie niet mogen gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal jullie dienaar moeten zijn, zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen ..." (Matteüs 20:25-28, NBV2004)

Zelfde discussie tijdens de pesachmaaltijd

 

Tijdens de pesachmaaltijd ontstond er een heftige discussie onder de discipelen over hetzelfde onderwerp:

"Toen ontstond er onder hen onenigheid over de vraag wie van hen wel het belangrijkst was." (Lucas 22:25, NBV2004)

Jezus hoorde hun gekakel een poosje aan en zei toen:

"... Vorsten oefenen heerschappij uit over de aan hen onderworpen volken, en wie macht heeft laat zich weldoener noemen. Laat dat bij jullie niet zo zijn! De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar." (Lucas 22:25-26, NBV2004)

Door de eeuwen heen zijn er geestelijke leiders in de christelijke kerken geweest die een machtspositie innamen. We denken dan aan de geestelijken die zichzelf veel wereldlijke macht toegeëigenden en indrukwekkende gewaden droegen om hun eerbiedwaardige status te benadrukken. De pausen verklaarden zichzelf onfeilbaar en lieten zich 'heilige Vader' noemen, terwijl Jezus dit letterlijk had verboden (Matteüs 23:9). Protestanten hebben zich hier altijd aan geërgerd, maar zelf maken ze het net zo bont. Veel van hun voorgangers noemen zich in Nederland 'dominee' waarmee ze zichzelf dezelfde titel geven als Jezus: Heer ('kurios' in het Grieks, 'dominus' in het Latijn). Hoe kunnen ze het bedenken? Het zijn allemaal voorbeelden van gewichtigdoenerij en gebrek aan nederigheid.

"En u mag niemand op de aarde uw vader noemen, want Eén is uw Vader, namelijk Hij Die in de hemelen is. En u mag niet meesters genoemd worden, want Eén is uw Meester, namelijk Christus. Maar de belangrijkste van u zal uw dienaar zijn." (Matteüs 23:9-11, HSV2010)

Toekomstig leiderschap van de discipelen

 

Toch zei Jezus tijdens de pesachmaaltijd nog eens dat Hij zijn discipelen zag als de toekomstige leiders binnen zijn koninkrijk:

"Jullie zijn in al mijn beproevingen steeds bij mij gebleven. Ik bestem jullie voor het koningschap zoals mijn Vader mij voor het koningschap bestemd heeft: jullie zullen in mijn koninkrijk eten en drinken aan mijn tafel, en zetelen op een troon om recht te spreken over de twaalf stammen van Israël." (Lucas 22:28-30, NBV2004)

Ongetwijfeld had Petrus zojuist het hoogste woord gevoerd om iedereen te vertellen dat hijzelf de hoogste plaats zou krijgen. Jezus sprak daarom hem speciaal aan:

"Simon, Simon, weet dat Satan jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te mogen zeven. Maar ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. En als jij eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken." (Lucas 22:31-32, NBV2004)

Het zeven van koren is normaal gesproken bedoeld om het kaf te verwijderen en om het koren over te houden. De satan gebruikt hetzelfde proces net andersom: om het goede uit gelovigen (het goede koren) te vernietigen. De satan laat gelovigen soms beproevingen ondergaan om hen te verzwakken. Maar God laat zulke beproevingen soms toe om gelovigen te versterken door hen kracht te geven om in beproevingen staande te blijven.

Jezus probeerde Petrus tegelijk duidelijk te maken dat hij nooit een bruikbare leider in Gods koninkrijk kon worden op grond van zijn eigen vermeende belangrijkheid. Hij zou pas de Rotsman Petrus kunnen worden als God hem van binnenuit zou bekrachtigen.

Zie meer daarover in hoofdstuk 'Karakter van Petrus'.


Volgend onderwerp:

  3.8.15. Judas neemt afstand van Jezus 

 

 

 

HELPDESK

 

HELPDESK

Site info
- Wat betekent herschepping?
- Wat vind je op deze site?
- Achtergrond
- Vier aspecten
- Copyright

 

 

 

 

Helpdesk

Zoeken
- Zoekmogelijkheden
- Tips voor zoektermen
- Populaire zoektermen
- Inhoudsopgave (kort)
- Inhoudsopgave (lang)
- Trefwoord index
- Bijbeltekst index

 

 

 

 

 

Extra
- Geloofsvragen
- PDF bestanden downloaden
- Printklare pagina's
- Gespreksvragen
- Thema's voor Bijbelkringen
- Thema's kerkelijk jaar
- Cursus 'Gods karakter'

 

Herschepping Bijbelstudies