Helpdesk Site info Zoeken Extra
|
3.8.9. Belasting voor de keizer
Inhoud:
- Strikvraag voor Jezus
- Wedervraag en antwoord
- Belasting voor de overheid
Strikvraag voor Jezus
De Joodse leiders waren van plan om Jezus gevangen te nemen, te verhoren en Hem te (laten) doden. Ze bedachten een sluw plan:
"En zij stuurden enigen van de Farizeeën en van de Herodianen naar Hem toe ..." (Marcus 12:13, HSV2010)
"... met de bedoeling Hem op een woord te vangen en Hem dan over te leveren aan de overheid en aan de macht van de stadhouder." (Lucas 20:20, HSV2010)
Deze farizeeën gingen Jezus benaderen met een strikvraag over de gehate belasting die hoofdelijk moest worden betaald aan de Romeinse bezetters. Dat kon alleen met Romeins geld. Ze hadden een paar Herodianen meegenomen. Dat waren soldaten van viervorst Herodes Antipas die belast waren met het innen van belastinggeld voor Rome. De Joodse leiders zelf bleven waarschijnlijk op de achtergrond meeluisteren. Dit kon wel eens spannend worden!
De vraagstellers begonnen Jezus eerst te slijmen met mooie woorden:
"... Meester, we weten dat wat u zegt en leert juist is en dat u spreekt zonder aanzien des persoons, en dat u in alle oprechtheid onderricht geeft over de weg van God." (Lucas 20:21, NBV2004)
Toen kwamen ze met hun messcherpe vraag:
"Welnu, is het toegestaan belasting te betalen aan de keizer of niet?" (Lucas 20:22, NBV2004)
Wat was de truc? Als Jezus 'ja' zou zeggen, zou Hij zich gehaat maken bij de Joden en zouden mensen zich van Hem afkeren omdat Hij op de hand van de Romeinen zou zijn. Als Jezus 'nee' zou zeggen, zouden de Herodianen Hem onmiddellijk arresteren omdat Hij de mensen opriep tot opstandigheid tegenover Rome.
Wedervraag en antwoord
Jezus antwoordde niet met 'ja' of 'nee' maar stelde de farizeeën een wedervraag. Dat is heel gebruikelijk in Joodse discussies.
"Maar Jezus doorzag hun sluwe opzet en antwoordde: 'Laat mij eens een denarie zien. Van wie zijn de afbeelding en het opschrift op deze munt?' ..." (Lucas 20:23-24, NBV2004)
De belasting kon niet met gewoon Joods geld betaald worden maar met een denarie. Dat was een Romeinse munt, waarop een portret van de keizer te zien was met de vermelding 'godenzoon'. Natuurlijk waren die munten een goddeloze gruwel voor de farizeeën en ze zouden nooit zo'n munt bij zich dragen. Behalve nu. Alleen al doordat ze er één aan Jezus lieten zien etaleerden ze hun huichelarij.
" ... 'Van de keizer,' antwoordden ze. Daarop zei hij tegen hen: 'Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.' " (Lucas 20:24-25, NBV2004)
Jezus zei dus dat het correct was om de vereiste belasting aan de overheid te betalen. Maar geef ook aan God wat Hem toekomt, niet alleen je geld maar ook je liefdevolle toewijding en gehoorzaamheid.
Belasting voor de overheid
De woorden van Jezus gelden ook voor ons als Nederlanders. Dus ook niet sjoemelen met de BTW of met de aangifte voor de inkomstenbelasting. Ook dat hoort bij het doen wat we van Jezus geleerd hebben. De apostel Paulus schreef ook dat een christengelovige tegelijk loyaal behoort te zijn aan God én aan de overheid:
"Ieder mens moet zich onderwerpen aan de gezagsdragers die over
hem gesteld zijn, want er is geen gezag dan van God, en de gezagsdragers die er
zijn, zijn door God ingesteld, zodat hij die zich verzet tegen het gezag, tegen
de instelling van God ingaat, en wie daartegen ingaan, zullen over zichzelf een
oordeel halen ...
Om die reden immers betaalt u ook belastingen. Het zijn
namelijk dienaars van God, die juist daarmee voortdurend bezig zijn. Geef dus
aan allen wat u verschuldigd bent: belasting aan wie belasting, tol aan wie tol,
ontzag aan wie ontzag, eer aan wie eer toekomt." (Romeinen 13:1-7, HSV2010)
Jezus roept ons ook om God de eer, de toewijding en de liefde te geven die Hem toekomt. Daar horen ook royale giften bij voor het werk binnen Gods koninkrijk.
Volgend onderwerp: