|
Helpdesk Site info Zoeken Extra
|
3.8.12. Jezus profeteert over Jeruzalem
Inhoud:
- Verwoesting van de tempel voorzegd
- Wandeling op de Olijfberg
- Belegering en verwoesting van Jeruzalem
- Wederkomst van Jezus: onverwacht
- Wees waakzaam
Alles van dit onderwerp speelt zich af op de Olijfberg, als onderwijs voor zijn twaalf discipelen.
Zie meer daar over in onderwerp 'Jezus komt voor Israël' in hoofdstuk 'Wederkomst van Jezus'.
Verwoesting van de tempel voorzegd
"Toen hij de tempel verliet, zei een van zijn leerlingen tegen hem: 'Meester, kijk eens, wat een enorme stenen en wat een imposante gebouwen!' Jezus zei tegen hem: 'Die grote gebouwen die je nu ziet - wees er maar zeker van dat geen enkele steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken.' " (Marcus 13:1-2, NBV2004)
Ik denk dat de twaalf discipelen erg waren geschrokken van wat Jezus zei over de tempel, de meest heilige en belangrijke plek op aarde, de plek waar God samenkwam met mensen. Ongeveer 40 jaar later, in het jaar 70, zou er een groot Romeins leger naar Judea komen vanwege de opstand van de Judese opstandelingen (Zeloten). Daarbij zou Jeruzalem (een bijna onneembare stad) na een langdurige belegering worden veroverd. Zoals gebruikelijk bij veroveringen van steden in die tijd, zouden veel burgers van Jeruzalem op wrede manieren worden afgemaakt.
Ook de tempel zou totaal verwoest worden, waardoor de offerdiensten niet meer mogelijk waren. Ik geloof dat God daarmee een duidelijk signaal heeft afgegeven: door het offer van Jezus zijn de dierenoffers niet meer mogelijk en ook overbodig. En door alle eeuwen heen heeft de God van Israël ervoor gezorgd dat de tempel nooit is herbouwd.
Wandeling op de Olijfberg
Jezus en zijn twaalf discipelen liepen met elkaar tegen de helling van de Olijfberg op. Toen ze bij de top kwamen gingen ze zitten om van het prachtige uitzicht over Jeruzalem te genieten. Daarbij werden ze opnieuw getroffen door de schoonheid van het tempelcomplex.
"Toen hij op de Olijfberg was gaan zitten, tegenover de tempel, en Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas alleen met hem waren, stelde Petrus hem de vraag: 'Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we herkennen dat het zover is?' " (Marcus 13:3-4, NBV2004)
Toen ging Jezus vertellen wat er ongeveer 40 jaar later zou gebeuren, wanneer er Romeinse legers zouden komen om Jeruzalem te verwoesten.
Kennelijk zijn er duidelijke overeenkomsten tussen twee crisistijden rondom (1) de verwoesting van Jeruzalem en (2) de wederkomst van Jezus. Want Jezus beschreef deze twee keerpunten in de geschiedenis in één verhaal (zie ook Matteüs 24, Marcus 13 en Lucas 21).
Belegering en verwoesting van Jeruzalem
"Wanneer jullie zien dat Jeruzalem door legertroepen omsingeld is, weet dan dat de verwoesting van de stad nabij is. Wie in Judea is moet dan de bergen in vluchten, wie in Jeruzalem is moet er wegtrekken, en wie op het land is moet niet naar de stad gaan, want in die dagen wordt de straf voltrokken, waardoor alles wat geschreven staat in vervulling zal gaan. Wat zal het rampzalig zijn voor de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Want er zal ontzaglijk veel leed zijn in het land, en een zwaar vonnis zal de bevolking treffen. De inwoners zullen omkomen door het zwaard of in gevangenschap worden weggevoerd en onder alle volken worden verstrooid, terwijl Jeruzalem vertrapt zal worden door heidenen, tot de tijd van de heidenen voorbij is." (Lucas 21:20-24, NBV2004)
In oorlogstijd vluchtten mensen in die tijd meestal naar de steden omdat die meer veiligheid bieden dan het platteland. Maar in dit geval waarschuwde Jezus zijn discipelen dat ze dat vooral NIET moesten doen. Zelfs onherbergzame bergen zouden meer bescherming bieden dan Jeruzalem omdat deze stad beslist zou worden ingenomen en er veel inwoners zouden worden gedood.
In 67 na Chr. kwamen de Romeinen naar het Joodse land. Eerst wilden ze afrekenen met de strijdbare Zeloten. Maar toen die hoorden van dat plan, verschansten ze zich in de burcht Gamla in het Golan gebergte. Na een langdurige strijd veroverden ze Gamla en doodden ze alle vrijheidsstrijders. Inmiddels waren de Messiaanse christenen uit Jeruzalem weggevlucht en hadden asiel gezocht in Dekapolis (in het huidige Jordanië). Volgens ruwe schattingen zijn er bij de verovering van Jeruzalem ongeveer een miljoen mensen gedood. Deze ramp over Jeruzalem en het hele Joodse land was Gods antwoord op de afwijzing van Jezus aan de Joden die Jezus hadden afgewezen of genegeerd. Zoals Jezus had voorspeld.
Wederkomst van Jezus: onverwacht
Toen Jezus over de verschrikkingen van de belegering en de verwoesting van Jeruzalem sprak, moest Hij ongetwijfeld denken aan een gebeurtenis die eeuwen later zou plaatsvinden: zijn wederkomst, voorafgegaan door een tijd van hevige verdrukking. Deze beide gebeurtenissen zijn scharnierpunten in de geschiedenis van Gods Koninkrijk voor het Joodse volk:
- Na de verwoesting van Jeruzalem zouden de Joden worden verstrooid over de hele aarde.
- Bij de wederkomst van Jezus zullen de Joden uit alle delen van de wereld in Jeruzalem verenigd worden.
Jezus zal in de toekomst dus voor de beide volken van God terugkomen:
- voor het Joodse volk - (1) belegering van Jeruzalem door legers van de omliggende landen, (2) waarna Jezus als messias zal komen om Israël te bevrijden en te herstellen.
- voor de Gemeente van Jezus - (1) eerst de grote verdrukking volgens Jezus (zie Matteüs 24:2-31) ook al zijn sommige Bijbeluitleggers het daar niet mee eens, (2)vervolgens de opname van de Gemeente van Jezus en de eerste opstanding.
Wees waakzaam
Jezus bond zijn naaste discipelen (en ook ons) op het hart om waakzaam te zijn. Want Hij zal op een onbekend tijdstip verschijnen, wanneer niemand het zal verwachten. Ook christenen niet.
Om die dringende boodschap te illustreren vertelde Jezus:
- de gelijkenis van de tien meisjes (zorg dat je de opdrachten van Jezus uitvoert, op het onverwachte tijdstip van zijn wederkomst)
- een kort verhaaltje over een uitspruitende vijgenboom:
"Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is. Zo ook u, wanneer u al deze dingen zult zien, weet dan dat het nabij is, voor de deur." (Matteüs 24:32-33, HSV2010)
Volgend onderwerp: