link naar Home Page  Bijbelstudies - startmenu  

 

 Helpdesk    Site info    Zoeken    Extra  

 

 

 

3.6.7. Jezus en buitenlanders

Inhoud:

- Samaritanen
- In het gebied van Tyrus en Sidon
- Romeinen
- Grieken
- Gespreksvragen


Jezus kwam niet vaak in het buitenland. En als Hij daar was, had Hij niet veel persoonlijke ontmoetingen met de mensen, omdat Hij vooral was gekomen voor het volk Israël. Later zou Jezus zijn apostelen uitzenden om in alle andere landen van de wereld het evangelie te verkondigen.

Samaritanen

 

Jezus reisde enkele malen door Samaria. Joden en Samaritanen gingen in die tijd niet met elkaar om. Als Joden door Samaria trokken spraken ze onderweg niet met Samaritanen dan strikt nodig was. Ze beschouwden hen als heidenen. Maar Jezus' hart stond ook wijd open voor Samaritanen.

Eens had Jezus een uitvoerig gesprek met een Samaritaanse vrouw bij een waterput (Johannes 4). Aansluitend daarop verbleef Hij zelfs twee volle dagen in haar dorp om de mensen te onderwijzen over het koninkrijk van de hemel, op hun eigen verzoek. Veel Samaritanen kwamen toen tot geloof (Johannes 4:40-42).

"Toen de Samaritanen naar Hem toe gekomen waren, vroegen ze Hem bij hen te blijven. Hij bleef daar twee dagen. En nog veel meer kwamen er tot geloof door zijn woord." (Johannes 4:40-41, WV2012)

Er kwamen eens tien blinde mannen bij Jezus die door Hem genezen werden (Lucas 17:11-19). Een van hen was een Samaritaan en dat was de enige van de tien die terug kwam om Hem voor zijn genezing te bedanken.

"Een van hen kwam terug toen hij zag dat hij genezen was, en met luide stem verheerlijkte hij God. Hij wierp zich aan Jezus' voeten en bedankte Hem. Dit was een Samaritaan. Jezus zei daarop: 'Er zijn er toch tien gereinigd! Waar blijven de negen anderen? Is er niemand teruggekomen om God eer te brengen, alleen deze vreemdeling?' " (Lucas 17:15-18, WV2012)

Deze Samaritaan was een beschamend voorbeeld voor de negen Joden die Jezus NIET kwamen bedanken. Jezus vertelde eens een bekende gelijkenis over een buitenlander die meer barmhartigheid toonde aan een mishandelde Joodse man dan een Joodse priester en leviet. Niet toevallig kwam daarin een Samaritaan voor als die barmhartige buitenlander.

Maar andere Samaritanen moesten niets van Jezus hebben:

"Toen de tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden weggenomen, ging hij vastberaden op weg naar Jeruzalem. Hij stuurde boden voor zich uit. In een Samaritaans dorp, waar ze kwamen om zijn komst voor te bereiden, wilden de dorpelingen hem niet ontvangen, omdat Jeruzalem het doel van zijn reis was." (Lucas 9:51-53, NBV2004)

In het gebied van Tyrus en Sidon

 

Dit gebied lag ongeveer in het huidige Libanon, dus ten noorden van het Joodse land.

"Hij ging weg en vertrok naar de omgeving van Tyrus. Daar nam hij zijn intrek in een huis, en hoewel hij niet wilde dat iemand dat te weten zou komen, lukte het hem niet onopgemerkt te blijven." (Marcus 7:24, NBV2004)

Toen Jezus daar verbleef kwam een Syro-fenicische vrouw naar Hem toe die vroeg of Hij haar dochtertje wilde bevrijden van een demon (Marcus 7:25-30). Dat deed Jezus toen ook, hoewel Hij de vrouw wel duidelijk had gemaakt dat zijn bediening eigenlijk uitsluitend op de Joden was gericht.

Door dit voorval kreeg Jezus in de wijde omgeving bekendheid, want mensen uit dat gebied kwamen daarna zelfs naar Galilea om Jezus te ontmoeten:

"... Daar had een groot aantal van zijn leerlingen zich verzameld, evenals een menigte mensen uit heel Judea en Jeruzalem en uit de kuststreek van Tyrus en Sidon. Ze waren gekomen om naar hem te luisteren en zich van hun ziekten te laten genezen ..." (Lucas 6:17-18, NBV2004)

Romeinen

 

Jezus had eens een ontmoeting met een Romeinse centurio, een officier die de leiding had over ongeveer 100 soldaten. Hij vroeg Jezus dringend om één van zijn slaven te genezen, omdat hij verging van de pijn en verlammingsverschijnselen had.

"Jezus antwoordde hem: ' Ik zal meegaan en hem genezen.' " (Matteüs 8:7, NBV2004)

Jezus aarzelde dus geen moment en was bereid om deze Romein ter wille te zijn, ook al werden Romeinse militairen beschouwd als gehate bezetters. De centurio besefte dat hij als buitenstaander geen recht had op de aandacht van Jezus. Tegelijk had hij een groot vertrouwen in de bereidwilligheid van Jezus om hem te helpen en in zijn kracht om te genezen. Hij verraste Jezus door zijn geloofshouding:

"Daarop zei de centurio: 'Heer, ik ben het niet waard dat u onder mijn dak komt, u hoeft alleen maar te spreken en mijn slaaf zal genezen. Ook ik ben iemand die onder andermans gezag staat en zelf weer soldaten onder zich heeft, en als ik tegen een soldaat zeg: 'Ga!' dan gaat hij, en tegen een andere: 'Kom!' dan komt hij, en als ik tegen mijn dienaar zeg: 'Doe dit!' dan doet hij het.' Toen Jezus dit hoorde, verbaasde hij zich en hij zei tegen degenen die hem volgden: 'Ik verzeker jullie: bij niemand in Israël heb ik zo'n groot geloof gevonden." (Matteüs 8:8-10, NBV2004)

Weer een buitenlander die meer geloof in Jezus toonde dan veel Joden. Het is één van de twee voorvallen in de Bijbel waarbij Jezus zich over mensen verbaasde. Jezus voorspelde vervolgens dat veel buitenlanders tot geloof in Hem zouden komen, terwijl juist veel Joden Hem zouden afwijzen.

"Ik zeg jullie dat velen uit het oosten en uit het westen zullen komen en met Abraham, Isaak en Jakob zullen aanliggen in het koninkrijk van de hemel, maar de erfgenamen van het koninkrijk zullen worden verbannen naar de uiterste duisternis; daar zullen zij jammeren en knarsetanden.' Tegen de centurio zei Jezus: 'Ga naar huis. Zoals u het geloofd hebt, zo zal het gebeuren.' Op hetzelfde moment genas zijn slaaf." (Matteüs 8:11-13, NBV2004)

Jezus deed in dat verband ook wel eens de uitspraak:

"Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten." (Marcus 10:31, NBV2004)

Grieken

 

Kort voor de lijdenstijd van Jezus waren er Grieken onder de menigte rondom Jezus die met Hem wilden spreken:

"Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten." (Johannes 12:20-21, NBV2004)

Jezus ging niet op het verzoek van de Grieken in, ondanks dat zij de God van Israël kwamen aanbidden in Jeruzalem. Hij legde aan Filippus (en waarschijnlijk ook aan de andere discipelen) uit dat de tijd daar nog niet rijp voor was. Zijn missie was om aan Israël het evangelie van het koninkrijk bekend te maken, terwijl zijn discipelen het later naar alle andere landen van de wereld moesten brengen. Jezus wist dat Hij zeer binnenkort (waarschijnlijk diezelfde nacht nog!) zou moeten lijden en sterven voor de mensheid om de weg tot God te openen voor de gehele mensheid.

"En Ik, als Ik van de aarde verhoogd ben, zal allen naar Mij toe trekken. En dit zei Hij om aan te duiden welke dood Hij zou sterven." (Johannes 12:32-33, HSV2010)

Voor deze laatste dagen dat Jezus nog bij zijn volk was, waren gesprekken met buitenlanders geen prioriteit voor Hem. Het was de laatste keer dat Jezus zich op het tempelplein bevond.

"... En Hij ging weg en verborg Zich voor hen." (Johannes 12:36, HSV2010)

Gespreksvragen

 

  1. Waarom kwam Jezus bijna nooit buiten het Joodse land?
  2. Waaruit blijkt dat mensen buiten het Joodse land van Jezus gehoord hadden?
  3. Waarom durfde de Romeinse centurio Jezus om hulp te vragen, terwijl Romeinen voor Joden vijanden en bezetters waren?
  4. Waarom zou Jezus de Grieken, die Hem wilden spreken, niet willen ontmoeten?

Volgend onderwerp:

  3.6.8. Jezus afgewezen in Nazaret 

 

 

 

HELPDESK

 

HELPDESK

Site info
- Wat betekent herschepping?
- Wat vind je op deze site?
- Achtergrond
- Vier aspecten
- Copyright

 

 

 

 

Helpdesk

Zoeken
- Zoekmogelijkheden
- Tips voor zoektermen
- Populaire zoektermen
- Inhoudsopgave (kort)
- Inhoudsopgave (lang)
- Trefwoord index
- Bijbeltekst index

 

 

 

 

 

Extra
- Geloofsvragen
- PDF bestanden downloaden
- Printklare pagina's
- Gespreksvragen
- Thema's voor Bijbelkringen
- Thema's kerkelijk jaar
- Cursus 'Gods karakter'

 

Herschepping Bijbelstudies - versie 3.4.