3.6.8. Jezus afgewezen in Nazaret
Zie ook onderwerp 'Jezus
van Nazaret' in hoofdstuk 'Komst van
Jezus'.
Jezus begon te prediken in zijn eigen woonomgeving: Galilea. De evangelist
Lucas beschrijft dit direct na Jezus' verzoekingen in de woestijn.
"Jezus keerde, gesterkt door de Geest, terug naar Galilea. Het
nieuws over hem verspreidde zich in de hele streek. Hij gaf onderricht in de
synagogen en werd door allen geprezen." (Lucas 4:14-15, NBV2004)
Trouwe bezoeker van de synagoge
"Hij kwam ook in Nazaret, waar hij was opgegroeid, en volgens
zijn gewoonte ging hij op sabbat naar de synagoge ..." (Lucas 4:16,
NBV2004)
Jezus had een goede gewoonte aangeleerd. Hij was trouw in het bezoeken van de
bijeenkomsten van de Joodse gemeente in zijn woonplaats. Voor christengelovigen
is dat ook van belang. Jezus volgen betekent ook om daarin trouw te zijn.
"Wij moeten niet wegblijven van onze bijeenkomsten, zoals
sommigen gewoonlijk doen; laten we elkaar moed inspreken, en dit temeer naarmate
u de grote dag dichterbij ziet komen." (Hebreeën 10:25, WV2012)
Voorganger in eigen gemeente
De mensen in Nazaret hadden allerlei bijzondere verhalen gehoord over Jezus'
prediking en vooral over de wonderbaarlijke genezingen die Hij daarbij verrichtte.
Dus als vanzelfsprekend mocht Hij ook in de synagoge van
Nazaret de Schriftlezing doen en daarna zeggen wat Hij verder te vertellen had.
En ze rekenden ook op een paar opzienbarende wonderen in zijn thuisgemeente.
Jezus begon met het lezen van Jesaja 61:1-2:
" 'De geest van God, de HEER, rust op mij, want de HEER heeft
mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om
aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te
maken en aan geketenden hun bevrijding, om een genadejaar van de HEER uit te
roepen en een dag van wraak voor onze God, om allen die treuren te troosten."
(Jesaja 61:1-2, NBV2004)
Vervolgens legde Jezus de boekrol aan de kant en zei dat het voorgelezen
Bijbelgedeelte over Hem persoonlijk ging en over zijn taak op aarde.
"Toen begon Hij hen toe te spreken: 'Vandaag is het
schriftwoord dat u gehoord hebt in vervulling gegaan.' " (Lucas 4:21, WV2012)
Dat was
ongetwijfeld een uitleg die de mensen nog nooit gehoord hadden. Daarmee zei
Jezus kort en bondig:
- Deze profetie gaat over de messias, zoals jullie allemaal
weten.
- Deze profetie is NU vervuld, want Ik ben de messias.
Reacties op Jezus' woorden
"Allen betuigden hem hun bijval en verwonderden zich over de
genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden ..." (Lucas 4:22, NBV2004)
De mensen reageerden in zekere zin positief op zijn woorden. Niet omdat ze
Hem als de messias beschouwden, maar ze waren
verbaasd en verwonderd over zijn krachtige en aantrekkelijke manier van spreken. Maar hoe kon
deze gewone timmerman zulke hoge pretenties hebben? Ze begonnen zich steeds meer
aan Hem te ergeren en zeiden tegen elkaar:
" ' ... Hoe komt hij aan die wijsheid en hoe kan hij die wonderen
doen? Hij is toch de zoon van de timmerman? Maria is toch zijn moeder, en
Jakobus en Josef en Simon en Judas, dat zijn toch zijn broers? En wonen zijn
zusters niet allemaal bij ons? Waar heeft hij dat alles dan vandaan?' " (Matteüs
13:54-56, NBV2004)
Jezus proefde hun afwijzende houding en ook dat ze Hem niet zagen als hun
messias. Een timmerman die de messias is? In hun ogen was dat te gek voor
woorden. Nee, Jezus mocht wel een profeet en wonderdoener zijn, maar niet meer
dan dat. Ze verlangden
natuurlijk ook dat 'hun' Jezus in zijn eigen woonplaats
minstens evenveel
wonderen zou doen als in andere plaatsen. Dat zou natuurlijk goed zijn voor de
reputatie van Nazaret die niet al
te best was. Maar Jezus liet zich nooit leiden door de
verwachtingen van mensen en dus ook niet de mensen uit zijn eigen woonplaats.
"En hij zei tegen hen: 'Ongetwijfeld zullen jullie me dit
gezegde voorhouden: Geneesheer, genees uzelf. Doe alles waarvan wij gehoord
hebben dat het in Kafarnaüm gebeurd is, ook hier in uw vaderstad ... Luister, ik
zeg jullie dat geen enkele profeet welkom is in zijn vaderstad." (Lucas 4:23-24,
NBV2004)
Daarna gaf Jezus enkele voorbeelden uit het leven van de profeten Elia en
Elisa die buiten Israël soms nog meer wonderen deden dan in eigen land:
"Maar ik zeg het jullie zoals het is: in de tijd van Elia, toen
de hemel drie jaar en zes maanden lang gesloten bleef en er in het land een
grote hongersnood uitbrak, waren er veel weduwen in Israël. Toch werd Elia niet
naar één van hen gezonden, maar naar een weduwe in Sarepta bij Sidon. En in de
tijd van de profeet Elisa waren er veel mensen in Israël die leden aan
huidvraat. Toch werd niemand van hen gereinigd, maar wel de Syriër Naäman."
(Lucas 4:25-27, NBV2004)
Dat schoot de mensen van Nazaret in het verkeerde keelgat. Want Jezus
weigerde tegemoet te komen aan hun verwachtingen en deed weinig speciaals voor de
mensen uit zijn eigen woonplaats.
"Toen de aanwezigen in de synagoge dit hoorden, ontstaken ze in
grote woede. Ze sprongen op en dreven hem de stad uit, naar de rand van de berg
waarop hun stad gebouwd was, om hem in de afgrond te storten." (Lucas 4:28-29,
NBV2004)
Uit hun reactie bleek overduidelijk dat Jezus gelijk had toen Hij zei dat Hij
in zijn eigen stad Nazaret niet werd geaccepteerd. Hun afkeer van hun
stadsgenoot was zo heftig dat ze Hem zelfs wilden doden. Vreselijk,
wat een afschuwelijke manier om Jezus af te
wijzen.
En daar stond Jezus stond, boven op een kleine berg dichtbij Nazaret, vlak bij een afgrond
waar de mensen Hem in wilden duwen. Jezus moet de mensen vast één voor één in de ogen
hebben gekeken. Ze konden niets doen, aan de grond genageld vanwege zijn
krachtige uitstraling (zoals ook Johannes 18:1-6).
"Maar hij liep midden tussen hen door en vertrok." (Lucas 4:30,
NBV2004)
Jezus vertrok - wat een dramatisch einde. En ik denk dat Hij nooit meer in
hun synagoge terug kwam. Want Jezus trad nergens op waar Hij niet welkom was.
Verbaasd over het ongeloof in Nazaret
Jezus had ongetwijfeld gehoopt dat Hij meer geloof zou vinden in deze synagoge, zodat God iets
goeds voor hen zou kunnen doen. Maar, helaas:
"En hij verrichtte daar niet veel wonderen, vanwege hun
ongeloof." (Matteüs 13:58, NBV2004)
De mensen van Nazaret hadden zich verbaasd over de presentatie van Jezus,
maar nu was het Jezus' beurt om zich te verbazen:
"En Hij verwonderde Zich over hun ongeloof ..." (Marcus 6:6,
HSV2010)
Jezus staat niet gauw verwonderd. De Bijbel geeft maar één andere vermelding
van Jezus dat Hij zich verbaasde. Dat was toe Hij zich in positieve zin
verbaasde over het geloof van een Romeinse officier (Matteüs 8:10). Dat zegt veel over
de negatieve ervaring met
zijn stadsgenoten.
Gespreksvragen
- Welke goede gewoonte van Jezus wordt in dit Bijbelverhaal genoemd?
- Kun je je voorstellen dat het voor veel 'gemeenteleden' moeilijk was om
te geloven dat hun stadsgenoot de messias was? Waarom?
- Waarom verwonderden de toehoorders van Jezus zich over de woorden van
Jezus? Wat zijn 'genaderijke woorden' volgens jou?
- Hoe kon de stemming van de toehoorders zo omslaan van positieve
verwondering naar ergernis?
- Jezus bepaalde toch zelf hoeveel wonderen Hij deed waar Hij optrad? Wat
is de relatie tussen geloof en wonderen?
Volgend onderwerp:
3.6.9. Nikodemus 1 - Wedergeboorte