3.6.12. Marta en Maria
Vrienden van Jezus in Betanië
In Betanië, een stadje ongeveer 3
kilometer buiten Jeruzalem, woonden twee zussen, Marta en Maria. Ze woonden met
hun broer Lazarus in hetzelfde huis.
"Jezus hield veel van Marta en haar zuster, en van Lazarus."
(Johannes 11:5, NBV2004)
Over Lazarus lezen we opvallend weinig in de Bijbel, behalve dat Jezus hem
een geliefde vriend noemde en dat Jezus hem uit de
dood heeft opgewekt. Uit de volgorde van de namen zouden we
kunnen afleiden dat Marta de oudste was en
Lazarus een heel stuk jonger dan zijn zussen. Marta lijkt de leiding in huis te
hebben.
Ik denk dat Jezus en zijn discipelen regelmatig bij hen op bezoek kwamen,
misschien wel elk elk jaar dat zij in Jeruzalem kwamen in de tijd van het
Pesachfeest. In ieder geval verbleef Jezus tijdens zijn laatste week voorafgaand
aan zijn lijdenstijd in Betanië, waarschijnlijk bij hen in huis. Kortom: Jezus
had duidelijk een vriendschappelijke band met deze drie mensen.
Karakterverschillen bij Marta en Maria
De beide dames hadden totaal verschillende
temperamenten.
- Marta had vooral
verstandelijke
eigenschappen. Ze komt over als een ijverige tante die goed wist wat ze deed
en als oudste zus de leiding had. Ze had een krachtig geloof en
een sterk verantwoordelijkheidsbesef.
- Maria had vooral
gevoelsmatige
eigenschappen. We leren haar in de Bijbel kennen als een gevoelige vrouw. Ze
had een relatiegerichte, fijngevoelige en spontane persoonlijkheid.
Vergeleken
bij Maria komt Marta bij veel mensen minder sympathiek over: meer taakgericht dan
persoonsgericht. Maar dat is een verwerpelijk vooroordeel. Alle soorten
karakters zijn immers even waardevol! Ik vind persoonlijk dat ze allebei
ongeveer even sterk naar voren komen,
alleen op een verschillende manier. En door hun vriendschap met Jezus
ontwikkelden hun natuurlijke
karaktergaven zich op een bijzondere manier en kwamen ze allebei wat meer in
balans.
Meer over karakters in hoofdstuk '
Karakter en geloof'.
Marta toont gastvrijheid voor Jezus
De Bijbel vermeldt een anekdote waardoor we Marta en Maria wat beter leren
kennen. Jezus en zijn discipelen kwamen in Betanië en klopten aan bij het huis
van de beide zusters. Ze waren allebei even blij om Jezus weer te ontmoeten. Allebei
lieten ze hun liefde aan Hem blijken: Marta door haar dienstbare gastvrijheid,
Maria door haar onverdeelde aandacht.
"Toen ze verder trokken ging hij een dorp in, waar hij gastvrij
werd ontvangen door een vrouw die Marta heette." (Lucas 10:38, NBV2004)
We zien hier Marta op de voorgrond treden: vriendelijk en gastvrij. Niets was
haar teveel om het Jezus en zijn discipelen naar de zin te maken. Ze ging meteen
aan de slag om een goede maaltijd klaar te maken, vooral voor Jezus die zoveel
voor haar betekende.
Maria wil graag luisteren naar Jezus
Jezus en de anderen gingen zitten om uit te rusten van de reis en Maria ging
bij hen zitten. Maar toen Jezus over van alles en nog wat ging
vertellen vergat Maria dat er in de keuken werk te doen was. Ze had alleen nog
oog voor Jezus.
"Haar zuster, Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en
luisterde naar zijn woorden." (Lucas 10:39, NBV2004)
Haar houding van 'aan de voeten van de Heer zitten' betekent niet dat ze voor zijn
voeten op de grond zat, maar dat ze zich door
Jezus liet onderwijzen. Zo zei de
apostel Paulus eens over de tijd dat hij theologie studeerde in Jeruzalem:
"... Ik heb als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten
en ben strikt volgens de voorschriften van de wet van onze voorouders
opgevoed ..." (Handelingen 22:3, NBV2004)
Maria genoot van wat ze van Jezus leerde. Bedenk daarbij dat Joodse
wetgeleerden uit principe weigerden om onderwijs aan vrouwen te geven. En Jezus sprak net
zo goed tot haar als tot mannen! Dat was één van de vele aspecten waarin Jezus
uniek was in zijn tijd. Maria luisterde naar de woorden van Jezus
als een spons die water opzuigt.
Gestreste Marta wordt boos op Jezus
"Maar Marta werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor
haar gasten ..." (Lucas 10:40, NBV2004)
Marta liet zich meeslepen door haar werkijver. Ze vond dat zij haar Meester diende
zoals het hoorde. Beter dan Maria die eigenlijk helemaal niets
voor Hem deed. Marta was zo gespannen als een veer en ze baalde heftig omdat ze
alles alleen moest doen met zoveel gasten op bezoek.
En waarom deed Jezus
daar niets aan? Zag Hij dan niet hoe zij hoe zij handen tekort kwam om alles klaar
te krijgen? Ze zou wel even naar Hem toestappen.
"... Ze ging naar Jezus toe en zei: 'Heer, kan het u niet
schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze
mij moet helpen.' " (Lucas 10:40, NBV2004)
Dat klonk behoorlijk gepikeerd! Ze gaf Jezus de wind van voren omdat Hij
medeverantwoordelijk was voor haar eenzame gezwoeg! Of Hij maar even Maria in de
looppas naar de keuken wilde sturen.
Jezus werd
niet boos op Marta, want Hij wist dat ze het allemaal goed bedoelde en dat ze
zich uitsloofde uit liefde voor Hem. Jezus wees haar niet terecht omdat ze Hem
zo onbehouwen had gecommandeerd. Maar Jezus gaf haar wel een duidelijke hint om haar
prioriteiten anders te stellen.
"... 'Marta, Marta!' antwoordde de Heer haar. 'Je loopt maar te
zorgen en maakt je druk over zoveel dingen; toch is er maar één ding echt nodig.
Maria heeft het goede gekozen en dat zal haar niet worden afgenomen.' " (Lucas
10:41-42, GNB1996)
Dat Jezus tweemaal haar naam noemde klonk niet als een scherp verwijt, maar
als een vriendelijke correctie. Het moet ongeveer geklonken hebben als: "Lieve
meid, wat maak je je druk. Laat het werk toch even rusten en kom er gezellig
bij." Jezus waardeerde haar ijver, maar spoorde haar aan om de dingen te
relativeren.
Dat is de les die vooral gelovigen met een
verstandelijk, gewetensvol en
gedreven karakter moeten leren. Laat je niet beheersen door je werk, door alles
waar je mee bezig bent, maar richt je op dat wat op dat moment het belangrijkste
is. Alles wat je beheerst en niet uit God is, trekt je van God af en keert zich
tegen je. Alle gelovigen kunnen uit dit voorval leren dat de relatie met Jezus niet in
de eerste plaats een werkrelatie maar een liefdesrelaties is.
Jezus zei dat Maria een betere keuze had gemaakt door bij Hem te blijven
zitten. Zij
had een houding van leergierigheid en afhankelijkheid. Ze richtte zich op wat
blijvende waarde heeft: eeuwigheidswaarde. Marta had een houding van werken en
uitsloven voor de maaltijd en daarmee was ze vooral gericht op de aardse
dingen. Marta had er beter aan gedaan wanneer ze
ook gewoon bij Jezus was aangeschoven. En dan maar wat later eten.
Lazarus overlijdt
Een tijd later, terwijl Jezus met zijn twaalf discipelen door het land trok,
werd hun broer Lazarus ziek. Alles wees erop dat hij niet meer beter zou worden.
Marta en Maria wisten ongeveer waar Jezus
moest zijn, dus stuurden ze hem snel een bericht, in de hoop dat Jezus de tijd
zou nemen om Lazarus op te zoeken en hem te genezen.
"De zusters stuurden iemand naar Jezus met de boodschap: 'Heer,
uw vriend is ziek.' " (Johannes 11:3, NBV2004)
Vreemd genoeg maakte Jezus geen haast om erheen te gaan, met als gevolg dat
Lazarus al lang en breed gestorven en begraven was toen Jezus en zijn discipelen
eindelijk in Betanië aankwamen.
Marta's geloof
"Toen Marta hoorde dat Jezus eraan kwam, ging ze hem tegemoet;
Maria bleef thuis." (Johannes 11:20, GNB1996)
Dat ene zinnetje zegt veel over de karakterverschillen van beide zusters: De
verstandelijke Marta was goed bij haar positieven en liep naar Jezus toe, maar de
gevoelsmatige Maria bleef thuis, waarschijnlijk omdat haar emoties haar te sterk
waren: verdriet om het verlies van haar broer en boosheid omdat Jezus te laat
kwam.
"Marta zei tegen Jezus: 'Als u hier was geweest, Heer, zou mijn
broer niet gestorven zijn. Maar zelfs nu weet ik dat God u alles zal geven wat u
vraagt.' " (Johannes 11:21-22, NBV2004)
Dat waren verstandige woorden van Marta. Ze was verdrietig over het
verlies van haar broer en teleurgesteld omdat dat Jezus te laat was om hen te
genezen. Maar toch sprak er een verbazingwekkende geloofskracht uit haar woorden. Haar hoop
was nog steeds op Jezus gevestigd en uit het volgende gesprek blijkt dat Marta
veel had opgestoken uit het onderwijs van Jezus.
"Jezus zei: Je broer zal uit de dood opstaan. 'Ja', zei Marta,
'ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan'. Maar Jezus
zei: Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven ook wanneer
hij sterft, en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven. Geloof je
dat'? 'Ja Heer', zei ze 'ik geloof dat u de messias bent, de Zoon van God, die
naar de wereld zou komen'." (Johannes 11:23-27, NBV2004)
Jezus probeert altijd het beste uit de
mensen naar boven te halen. Marta had geloof getoond en Jezus prikkelde haar om
nog een stap verder te gaan in geloof. Jezus wist dat Hij Lazarus uit de dood zou
opwekken, maar Hij wilde uit haar mond horen of ze Hem voor dit enorme wonder
zou vertrouwen. Jezus moet haar met een intense, verwachtingsvolle blik hebben
aangekeken toen Hij zei: "Geloof je dat?"
En wat zei Marta? "Ja Heer ik geloof!"
Ze begreep misschien niet helemaal hoe ze de woorden van Jezus moest plaatsen: in de
toekomst of in het heden, maar ze geloofde in zijn onbeperkte mogelijkheden. Dat
was genoeg.
Maria's verdriet
Maria was nog niet klaar om Jezus tegemoet te gaan. Door haar verdriet om het
overlijden van haar broer en daarbovenop het onbegrip over het wegblijven van
Jezus waren haar gedachten en emoties totaal verward. Toen ze wegbleef
ging Marta terug naar huis om Maria te halen.
"Na deze woorden ging ze terug, ze nam haar zuster Maria apart
en zei: 'De meester is er, en hij vraagt naar je.' " (Johannes 11:28, NBV2004)
Uiteindelijk was Maria zover dat ze Jezus
wilde zien.
"Zodra Maria op de plek kwam waar Jezus was en hem zag, viel ze
aan zijn voeten neer. Ze zei: 'Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet
gestorven zijn!' " (Johannes 11:32, NBV2004)
Dat waren geen woorden van geloof, maar van diepe rouw, innerlijke pijn en
frustratie. Mensen met een gevoelsmatig karakter zijn eerder van slag dan
anderen als zich moeilijke omstandigheden voordoen. Ze hebben meer tijd nodig om
hun emoties op orde te krijgen. Jezus wist dat en zei verder niets. Hij zal haar
vast getroost hebben. Mooi om te zien hoe Jezus rekening houdt met het
karakter van mensen.
Zie ook onderwerp '
Lazarus'
in hoofdstuk 'Wonderen van Jezus'.
Jezus' laatste bezoek aan Betanië
"Zes dagen voor Pesach ging Jezus naar Betanië, naar Lazarus
die hij uit de dood had opgewekt." (Johannes 12:1, NBV2004)
Jezus kwam weer naar Betanië om als het ware afscheid
te nemen van zijn dierbare vrienden voordat zijn lijdenstijd zou beginnen. Hij
logeerde ongetwijfeld bij Marta, Maria en Lazarus. Ik denk dat Marta en Maria
doorhadden dat dit wel eens de laatste keer kon zijn. Jezus had steeds openlijker
gesproken over zijn naderend lijden en sterven.
De twaalf discipelen hadden die gedachte steeds
verdrongen, maar de twee vrouwen hadden het wel in zich opgenomen. Marta en
Maria gingen dat elk op hun eigen manier mee om. Allebei bedachten ze iets
waarmee ze Jezus blij konden maken voordat al dat erge zou gebeuren.
Marta organiseert een etentje voor Jezus
"Daar hield men ter ere van hem een maaltijd;
Marta bediende ..." (Johannes 12:2, NBV2004)
Ik lees hierin dat Marta een bijzonder etentje 'ter ere van Jezus'
organiseerde. Dat was haar manier om haar liefde en respect voor Jezus vorm te
geven. En ze deed het goed, ongetwijfeld op een
meer ontspannen manier dan die vorige keer. Jezus zal het erg hebben
gewaardeerd.
Maria zalft Jezus
Toen
kwam Maria eraan met een andere verrassing voor Jezus:
"Maria nam een kruikje kostbare, zuivere nardusolie, zalfde de
voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar. De geur van de olie trok door
het hele huis." (Johannes 12:3, NBV2004)
Maria was duidelijk voorbereid op het lijden en sterven van Jezus. Deze
zalving van Jezus was een uiting van buitengewoon diepgaande, liefdevolle toewijding aan
Jezus. Het was de allerhoogste daad van eerbetoon die Jezus tijdens zijn leven
op aarde ooit van iemand had ontvangen.
Het geschenk moet een vermogen
gekost hebben, mogelijk al haar geld dat ze gespaard had voor een
eventueel huwelijk, zoals sommige Bijbeluitleggers aangeven.
Jezus was haar ALLES waard, ze had het er voor over om ALLES
aan Hem te geven en ... ze deed het ook!
Zie ook onderwerp '
Zalving
van Jezus' in hoofdstuk
'Lijden
van Jezus'.
Marta en Maria, twee bijzondere vrouwen die Jezus liefhadden en dat op hun
eigen manier toonden. Marta door haar ijver, Maria door haar spontaniteit.
Allebei even waardevol!
Gespreksvragen
- We hebben de neiging om Maria sympathieker en geestelijker te vinden dan
Marta. Waar komt dat vooroordeel vandaan?
- Hoe moet je omgaan
met mensen met een ander karakter dan jouw eigen karakter?
- Marta en Maria lieten zien dat ze verschillende prioriteiten hadden en
dat gaf spanning. Herken je dat waar mensen met verschillende karakters
met elkaar omgaan in je plaatselijke gemeente?
- Waardoor liet Jezus zien dat Hij als godsdienstleraar anders was dan de
farizeeën?
- Wat vind je van Jezus' reactie op het verwijt dat Marta uitsprak
tegenover Jezus?
- Marta sprak haar geloof uit tegenover Jezus toen Hij over de opstanding
van Lazarus sprak. Wat denk je dat ze nu precies geloofde?
- Waarom sprak Jezus wel verder over Lazarus met Marta en niet met Maria?
- Wat kunnen we leren van Marta en Maria en van de verschillende manieren
waarop zijn met omstandigheden omgingen?
Volgend onderwerp:
3.6.13. Jezus gezalfd door zondares