Bij de eerste verschijning van Jezus achter gesloten deuren was Tomas er niet bij geweest. Was hij zo van slag dat hij zich helemaal in zichzelf had teruggetrokken? En toen kwamen de andere discipelen hem opzoeken om te vertellen van hun ontmoeting met Jezus. Maar hij was nog niet in staat om het goede nieuws te bevatten. Hij zei:
"... Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven." (Johannes 20:25, NBV2004)
Waarschijnlijk namen de andere discipelen het Tomas kwalijk dat hij zo reageerde. Hoe kon die man zo stug volhouden aan zijn ongeloof, terwijl zij Hem allemaal gezien hadden? Tomas was inderdaad ongelovig en tegelijk een oprechte twijfelaar. En laten we ook niet vergeten dat mensen verschillend kunnen reageren op traumatische gebeurtenissen. Mensen die bijvoorbeeld kort geleden een ernstig verlies hebben geleden staan ook niet direct te juichen als een medegelovige hen allerlei Bijbelse beloften aanreikt.
Tomas was inmiddels weer bij de club gekomen en hij kwam weer met de anderen samen. Als hij bij de anderen was, zou hij immers de beste kans hebben om Jezus te zien ALS Hij inderdaad echt was opgestaan uit de dood. Tomas dacht gewoon erg praktisch en dat is een prima eigenschap.
Tomas was dus ook aanwezig toen Jezus een week later nog een keer verscheen op dezelfde plaats en op dezelfde manier. Speciaal om Tomas te overtuigen van zijn opstanding. Zo is Jezus: Hij heeft oog voor de enkeling en Hij heeft geduld met mensen die meer tijd en duidelijke bewijzen nodig hebben om iets voor waar aan te nemen.
" ... 'Ik wens jullie vrede!' zei hij, en daarna richtte hij zich tot Tomas: 'Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.' " (Johannes 20:26-27, NBV2004)
De woorden van Jezus klonken naar mijn mening niet verwijtend, maar begripvol en aanmoedigend. Jezus gaf Tomas ruimschoots de gelegenheid om met zijn ogen te zien en met zijn handen te voelen dat Hij echt lichamelijk was opgestaan. Zijn zwaarmoedigheid verdween. Het licht van Gods heerlijkheid ging stralen in zijn hart. Hij zag niet alleen dat Jezus echt lichamelijk was opgestaan, maar hij zag zijn goddelijkheid. Zijn hart stroomde over van ontzag en aanbidding en met een enthousiasme dat niemand ooit bij Tomas gezien had riep hij uit:
"... Mijn Heer, mijn God!" (Johannes 20:28, NBV2004)
Jezus was nog nooit tijdens zijn leven op aarde zó aangesproken, met zoveel geloof in zijn goddelijkheid. De 'ongelovige Tomas' was volledig overtuigd en overduidelijk een 'gelovige Tomas' geworden! Waarschijnlijk was hij zo overtuigd dat hij niet eens de moeite nam om de littekens van Jezus te betasten, terwijl Jezus hem nadrukkelijk had gezegd dat hij dat mocht doen..
"Jezus zei tegen hem: 'Omdat je me gezien hebt, geloof je ..." (Johannes 20:29, NBV2004)
Jezus toonde dat Hij blij was met zijn enthousiaste geloofsbelijdenis. Hiermee herstelde Jezus bovendien het aanzien van Tomas bij de andere discipelen, want Jezus NOEMDE hem ook een 'gelovige Tomas'. En met zijn prachtige geloofsbelijdenis was hij waarschijnlijk een flinke stap verder gekomen dan de meeste andere discipelen.
Ik vind dit zo'n prachtige geschiedenis omdat daaruit blijkt dat Jezus geduld heeft met mensen die wat meer tijd nodig hebben dan anderen om een stap in geloof te zetten. Jezus was speciaal gekomen om Tomas over de streep te trekken. Wat een liefde, invoelingsvermogen en geduld van Jezus, die precies weet hoe Hij mensen met verschillende karakters kan helpen om Hem (beter) te leren kennen!
De volgende opmerking van Jezus was waarschijnlijk niet bedoeld voor Tomas, maar voor jou en mij en iedereen die over deze geschiedenis heeft gehoord en ook hebben erkend dat Jezus ook HUN Heer en God is:
"... Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven." (Johannes 20:28-29, NBV2004)
Eigenlijk is dit een soort zaligspreking.
Volgens de overleveringen is Tomas later een ijverige zendeling en ambassadeur van Jezus geworden tot in India. Daar zou hij als martelaar voor Jezus zijn gestorven. In dat opzicht heeft hij bepaald niet ondergedaan voor de tien andere apostelen. Ook vandaag is er hoop voor oprechte twijfelaars en mensen die niet zo vlot tot geloof komen! Ze komen misschien langzaam op gang, maar ze komen uiteindelijk vaak verder dan snelle starters!