banner image

 

3.1.7. Jezus de prediker en leraar

De belangrijkste bezigheid van Jezus gedurende de jaren dat Hij op aarde leefde (afgezien van zijn plaatsvervangend lijden en sterven) was: mensen vertellen en onderwijzen over God de Vader en door zijn dienende, zegenende optreden het karakter van God laten zien.

Rabbi Jezus

Jezus werd meestal aangesproken als meester of rabbi. De beide aanspreektitels betekenden: godsdienstleraar. In de tijd van Jezus waren er veel Joodse rabbi's die discipelen om zich heen verzamelden om hen uitvoerig te onderwijzen in de wet van Mozes. Een discipel volgde niet alleen de lessen van zijn rabbi, maar probeerde ook te leven zoals hij.

Het volgende Bijbelgedeelte gaat over de eerste ontmoeting van Jezus met twee van zijn naaste discipelen:

"Jezus draaide zich om, en toen hij zag dat ze hem volgden, zei hij: 'Wat zoeken jullie?' 'rabbi,' zeiden zij tegen hem (dat is in onze taal 'meester'), 'waar logeert u?' " (Johannes 1:38, NBV2004)

Zij zouden later apostelen van Jezus de opdracht krijgen om mensen uit alle volken tot discipelen van Hem te maken. Jezus is nog steeds de leermeester voor alle christengelovigen van vandaag, die zich hun leven lang door Hem laten onderwijzen (vanuit de Bijbel) en Hem willen navolgen in hun doen en laten.

Een andere manier van onderwijs

In de tijd van Jezus ontvingen de Israëlieten (meestal Joden genoemd) hun onderwijs van schriftgeleerden. Het onderwijs van Jezus was heel anders. Jezus gaf hen geen les in het nauwkeurig opvolgen van massa's gedetailleerde wetsregels, maar Hij maakte hen op een ontspannen manier vertrouwd met de denkwijze van God. Jezus drong de mensen niets op en legde geen ondraaglijke lasten op hun schouders. Wel wees Hij hen voortdurend op de consequenties van het al of niet leven zoals God het bedoeld had.

Al de wetregels uit de wet van Mozes plus de extra honderden extra wetsregels van de schriftgeleerden werden aan het volk onderwezen. Geen wonder dat veel Joden geen waarde meer gingen hechten aan hun godsdienst. Jezus zei eens

"De schriftgeleerden en de Farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes ... Want zij binden lasten samen die zwaar zijn en moeilijk om te dragen, en zij leggen ze op de schouders van de mensen; maar zij willen die zelf met geen vinger verroeren." (Matteüs 23:2-4, HSV2010)

Deze Joodse leiders maken de Joodse godsdienst tot een last voor de mensen en geven hen het gevoel dat ze altijd tekort schoten. Tegen zulke mensen zei Jezus:

"Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel." (Matteüs 11:28-29, HSV2010)

Let op: deze woorden zijn vooral bedoeld voor mensen die door extreem wettisch onderwijs ontmoedigd zijn.

Jezus sprak met goddelijk gezag zodat luisterende mensen door Hem geboeid werden:

"Hij ging naar Kafarnaüm, een stad in Galilea, waar hij de inwoners steeds op sabbat onderwees. Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak met gezag." (Lucas 4:31-32, NBV2004)

Prediking van Jezus

Enkele van de bekendste toespraken die Jezus hield voor een grote hoeveelheid mensen zijn:

In deze Bijbelgedeelten komen enkele gedeelten voor die sterk op elkaar lijken. We mogen ervan uitgaan dat Jezus op verschillende plaatsen over hetzelfde onderwerp sprak. Daarom is het niet verwonderlijk dat we in verschillende evangeliën verhalen van dezelfde strekking vinden, maar met verschillende bewoordingen.

De prediking van Jezus was vaak behoorlijk zwart-wit en Hij stelde mensen dikwijls voor de keus uit twee opties: het goede of het slechte doen. Je dient God, of je dient de satan. Twee bestemmingen: het leven of de dood.

Lees vooral hoofdstuk 'Zaligsprekingen van Jezus' over basiswaarheden over het koninkrijk van de hemel dat Jezus verkondigde.

Gelijkenissen

Jezus vertelde dikwijls gelijkenissen als een eenvoudige, laagdrempelige vorm van onderwijs om mensen te interesseren voor het koninkrijk van de hemel.

"Met zulke en andere gelijkenissen verkondigde hij hun Gods boodschap, voor zover ze die konden begrijpen; hij sprak alleen in gelijkenissen tegen hen, maar wanneer hij alleen was met zijn leerlingen, verklaarde hij hun alles." (Marcus 4:33-34, NBV2004)

Soms bestond de toegestroomde menigte mensen voornamelijk uit nieuwsgierige toehoorders die Jezus wel eens wilden meemaken. Maar in andere gevallen sprak Jezus tot groepen mensen die MEER wilden horen en met hen ging Hij dieper op de onderwerpen in. Zie bijvoorbeeld de zogenaamde Bergrede in Matteüs 5-7.

Zie hoofdstuk 'Gelijkenissen van Jezus'.

Jezus sprak de waarheid

Altijd en overal heeft Jezus de waarheid gesproken, de volle waarheid en niets anders dan de waarheid. Hij bracht de zuivere waarheid van God. Een waarheid die niet als een molensteen op je hart ligt, maar een bevrijdende waarheid. Een waarheid waarvan je diep in je hart aanvoelt dat die zuiver, goed en heilzaam is.

"U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden." (Johannes 8:32, NBV2004)

Enkele voorbeelden van uitspraken die de betrouwbaarheid van zijn (profetische) woorden aantonen:

Drie van de naaste discipelen van Jezus hebben eenmaal de stem van God de Vader gehoord, bij de zogenaamde verheerlijking op de berg. God zei bij bij die gelegenheid:

"... Dit is mijn Zoon, mijn uitverkorene, luister naar hem!' " (Lucas 9:35, NBV2004)

Ook nu spreekt Jezus nog de waarheid vanuit de Bijbel. Geloof elk woord van wat Hij daarin tot je zegt. Geen andere woorden zijn zo geloofwaardig en betrouwbaar als die van Jezus, die terecht heeft gezegd:

"... Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij." (Johannes 14:6, NBV2004)

Jezus' prediking op het tempelplein

De tempel was de plaats waar de schriftgeleerden het volk onderwezen in de wet van Mozes. Ook waren er altijd wel farizeeën te vinden die naar hun onderwijs kwamen luisteren en soms met hen in discussie gingen. In de week voorafgaande van zijn lijdensweg was Jezus er ook, om het volk te onderwijzen. De schriftgeleerden waren daar bepaald niet blij mee, want ze moesten knarsetandend toezien dat de mensen niet naar hen toekwamen, maar vooral naar Hem liepen.

Zie daarvoor onderwerp 'Tempelreiniging' in hoofdstuk 'Lijden van Jezus' en de daarop volgende onderwerpen.

Jezus' laatste onderwijs aan zijn discipelen

Het laatste onderwijs van Jezus was voor zijn naaste discipelen, in de nacht dat Hij de laatste Pesachmaaltijd met hen vierde. Lees daarover in de volgende onderwerpen van hoofdstuk 'Lijden van Jezus':

- Gesprekken over het leiderschap
- Gesprekken na de pesachmaaltijd
- Nachtelijk onderwijs