Helpdesk Site info Zoeken Extra
|
3.1.10. Jezus de hogepriester
Inhoud:
- Jezus en Melchisedek
- Priester en offerdier
- hogepriester en bemiddelaar
Jezus en Melchisedek
De aartsvader Abraham had eens een bijzondere ontmoeting met een zekere Melchisedek, na zijn overwinning over een machtig leger. Daarvan lezen we in de Bijbel:
"En Melchisedek, de koning van Salem, liet brood en wijn brengen. Hij was een priester van God, de Allerhoogste, en sprak een zegen over Abram uit ... Abram gaf aan Melchisedek een tiende van wat hij had heroverd." (Genesis 14:18-20, NBV2004)
We lezen heel bijzondere dingen over deze Melchisedek, die in hun geheel genomen niet passen bij een mens, maar wel bij God:
- Zijn naam betekent 'koning van gerechtigheid', een titel die bij Jezus
past:
"Zie, een koning zal regeren in gerechtigheid ..." (Jesaja 32:1, NBG1951) - Hij was koning van Salem, en dat betekent: koning van vrede, vredevorst dus, en dat is ook een titel van Jezus (Jesaja 9:5).
- Brood en wijn komen we bij het Heilig Avondmaal tegen om onder meer het sterven van Jezus te gedenken.
- Hij werd priester genoemd, terwijl het oudtestamentische priesterschap toen nog niet bestond.
- Hij zegende Abraham en dat kon hij alleen met goddelijke autoriteit doen.
- Abraham gaf hem een offergeschenk als dank voor de overwinning, terwijl die overduidelijk door Gods hulp was behaald.
In Psalm 110, waarin het gaat over de komst van de messias, lezen we een interessante profetie over Jezus:
"De HEER heeft een eed gezworen en Hij zal er geen spijt van krijgen: ‘Zoals Melchisedek bent U priester voor altijd.’ " (Psalm 110:4, WV2012)
In de Hebreeënbrief wordt Melchisedek met Jezus vergeleken. Daar lezen we onder meer het volgende:
"... hij is hogepriester voor eeuwig, zoals ook Melchisedek dat was." (Hebreeën 6:20, NBV2004)
"Zonder vader, zonder moeder, zonder stamboom kent hij geen begin van dagen en ook geen levenseinde, maar aan de Zoon van God gelijkgemaakt, blijft hij in eeuwigheid priester." (Hebreeën 7:3, HSV2010)
Het is duidelijk dat Jezus voor altijd een priesterkoning zal zijn: tegelijk de allerhoogste heerser en de allerhoogste priester.
Zie ook onderwerp 'Messiaans koningschap' in hoofdstuk 'Messiaans vrederijk'.
Priester en offerdier
Het bijzondere van het priesterschap van Jezus is dat Hij tegelijk hogepriester en offerdier was, tegelijk offeraar en offer. Als hogepriester stond Jezus tussen God en de mensheid in om het hoogste offer uit te voeren, terwijl Hij zichzelf offerde!
"Christus daarentegen is aangetreden als hogepriester van al het goede dat ons is toebedacht: hij is ... voor eens en altijd het hemelse heiligdom binnengegaan, en dan niet met bloed van bokken en jonge stieren maar met zijn eigen bloed. Zo heeft hij een eeuwige verlossing verworven." (Hebreeën 9:11-12, NBV2004)
Gedurende de tijd van het Oude Testament werden er offers gebracht bij de tabernakel (een mobiel tempeltje) of bij de later gebouwde tempel in Jeruzalem. We lezen in dit Bijbelgedeelte dat er in de hemel ook een heiligdom, een tempel is. In het Bijbelboek Openbaring wordt die tempel behoorlijk vaak genoemd. Die tempel staat waarschijnlijk dicht bij de troon van God. Toen Jezus gestorven was, is Hij als hogepriester naar die hemelse tempel gegaan om zijn eigen bloed op het altaar te brengen. Daardoor is het offer van Jezus voortdurend zichtbaar in de hemel.
Zie ook onderwerp 'Lam van God' in hoofdstuk 'Kruis van Jezus'
hogepriester en bemiddelaar
Een priester vervult eigenlijk altijd de rol van bemiddelaar tussen God en mens. In het Oude Testament brachten mensen hun dierenoffers naar de tabernakel of naar de tempel, waar het offerdier door de priesters op rituele wijze werd geslacht en geofferd.
Volgend onderwerp: