3.7.2. Waarom deed Jezus wonderen?
Wonderen om de autoriteit van Jezus te bewijzen
In Kafarnaüm genas Jezus een
verlamde man die door zijn vrienden aan de voeten van Jezus werd gebracht.
"En toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde: Zoon,
uw zonden zijn u vergeven." (Marcus 2:5, HSV2010)
Er was een groep Joodse leiders aanwezig die dit godslasterlijk vonden.
Alleen God kan toch zonden vergeven!
"Maar Jezus begreep wat ze dachten en zei tegen hen: 'Vanwaar
toch al die bedenkingen? Wat is gemakkelijker, te zeggen: 'Uw zonden zijn u
vergeven' of: 'Sta op en loop'? Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht
heeft om op aarde zonden te vergeven.' En hij zei tegen de verlamde: 'Ik zeg u,
sta op, pak uw bed en ga naar huis.' " (Lucas 5:22-24, NBV2004)
Door de verlamde man te genezen bewees Jezus zijn goddelijke autoriteit, dat
Hij namens God sprak. De theologen konden er niets
tegenin brengen en gelukkig deden ze dat ook niet. De andere toehoorders
waren buiten zichzelf van verwondering en ontzag. Ze
hadden God aan het werk gezien door het optreden van Jezus.
"Bij het zien hiervan werden de mensen van ontzag vervuld en ze
loofden God, om de macht die hij aan mensen heeft verleend." (Matteüs 9:8,
NBV2004)
De bekende wetgeleerde Nikodemus zei tijdens zijn
nachtelijke gesprek met Jezus:
"... Rabbi, we weten dat U als leraar van Godswege
gekomen bent. Geen mens immers kan die tekenen verrichten die U doet,
wanneer God niet met hem is." (Johannes 3:2, WV2012)
Jezus zei zelf ook dat zijn daden (vooral wonderen) zijn goddelijke
autoriteit bevestigden
"... Wat ik doe getuigt ervan dat de Vader mij heeft gezonden."
(Johannes 5:36, NBV2004)
Ook door het uitdrijven van demonen bewees Jezus dat Hij de Zoon van God was,
de beloofde messias, en dat Hij dus met goddelijk gezag kon spreken:
"Hij dreef ook veel demonen uit, die schreeuwden:
'Jij bent de Zoon van
God'! Hij sprak hen bestraffend toe en verbood hun iets te zeggen; ze wisten
immers dat hij de messias was." (Lucas 4:41, NBV2004)
"(Jezus zei:) Maar als ik door de Geest van
God demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij jullie gekomen."
(Matteüs 12:28, NBV2004)
Jezus deed veel meer wonderen dan alle oudtestamentische profeten bij elkaar.
En velen herkenden Hem daardoor als de messias, zoals blijkt uit het volgende
Bijbelgedeelte:
"Toen de mensen het wonderteken dat hij gedaan had zagen,
zeiden ze: ‘Hij moet wel de profeet zijn die in de wereld zou komen.’ "
(Johannes 6:14, NBV2004)
De apostel Petrus verwoordde de geloofwaardigheid van Jezus in zijn toespraak op de eerste
Pinksterdag op de volgende manier:
"... Jezus uit Nazaret is door God tot u gezonden,
hetgeen gebleken is uit de grote daden en de wonderen en tekenen die God,
zoals u bekend is, door zijn toedoen onder u heeft verricht." (Handelingen
2:22, NBV2004)
De laatste woorden van het Johannes evangelie zijn:
"Nog veel andere tekenen heeft Jezus voor de ogen van zijn
leerlingen verricht, die niet in dit boek zijn neergeschreven. Die welke u hier
vindt, zijn neergeschreven opdat u zult geloven dat Jezus de Messias is, de Zoon
van God, en opdat u door te geloven leven zult bezitten in zijn naam." (Johannes
20:30-31, WV2012)
Wonderen om mensen te dienen
Ook dat was een
belangrijk aspect van Jezus' bediening. Daarmee liet
Jezus zien dat God om mensen geeft, bewogen is met mensen en in hun noden wil voorzien.
"Jezus werd met ontferming bewogen en raakte hun ogen aan, en
terstond werden zij ziende en zij volgden Hem." (Matteüs 20:34, NBG1951)
In de evangeliën lezen we dat Jezus alle tijd nam om met mensen te spreken
en hun zieken te genezen. Zijn hele persoonlijkheid straalde een levensstijl van
zorgzame dienstbaarheid uit.
"... de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te
dienen ..." (Marcus 10:45, NBV2004)
Waarom Jezus verbood om zijn wonderen uit te bazuinen
Bij verschillende wonderen verbood Jezus mensen, die door Hem waren genezen,
om het aan anderen door te vertellen. Dit zei Jezus bijvoorbeeld tegen een
man die Hij van melaatsheid had genezen:
" 'Denk erom dat u tegen niemand iets zegt ...' Maar toen de
man vertrokken was, ging hij overal breeduit rondvertellen wat er gebeurd was,
met als gevolg dat Jezus niet langer openlijk in een stad kon verschijnen, maar
op eenzame plaatsen buiten de steden moest blijven. Toch bleven de mensen van
alle kanten naar hem toe komen." (Marcus 1:44-45, NBV2004)
In dit geval zien we dat de reclame voor Jezus een negatief effect had: Hij
werd gehinderd in zijn optreden. Maar ik denk dat de belangrijkste reden was dat
Jezus niet in de eerste plaats bekend wilde worden als genezer maar dat de
mensen zouden ontdekken en geloven dat Hij de door God gezonden messias was.
Wonderen als voorbeeld voor gelovigen
Jezus deed geen wonderen om daarmee een demo te geven van wat de Zoon van God
zoal kan doen. Jezus deed wonderen als de Mensenzoon, die
bij zijn doop door de Heilige Geest gezalfd was en
door de kracht van de Heilige Geest optrad. Jezus deed dus geen wonderen vanuit
zijn eigen persoonlijke goddelijke krachten, maar vanuit de verbondenheid met
zijn hemelse Vader door de Heilige Geest. Later zouden de apostelen
met diezelfde zalving van de Heilige
Geest gedoopt worden en dezelfde soorten wonderen doen. En ook gelovigen van
vandaag kunnen dezelfde soorten wonderen doen door dezelfde kracht van de
Heilige Geest
die in hen woont. Jezus zei:
"Waarachtig, Ik verzeker jullie: wie in Mij gelooft, zal de
daden die Ik verricht, ook zelf verrichten; ja nog grotere zal Hij verrichten,
want zelf ga Ik naar de Vader, maar wat jullie zullen vragen in mijn naam, zal
Ik doen, zodat de Vader verheerlijkt wordt in de Zoon." (Johannes 14:12-13,
WV2012)
Kort voor zijn hemelvaart had Jezus
deze belofte nog eens bevestigd:
"Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen:
in mijn naam
zullen zij boze geesten uitdrijven, ... op zieken zullen zij de handen leggen
en zij zullen genezen worden." (Marcus 16:17-18, NBG1951)
Het verrichten van wondertekenen is dus niet alleen bedoeld voor de
apostelen, is evengoed mogelijk voor alle gelovigen. In het Bijbelboek
Handelingen lezen we welke wondertekenen door de apostelen en andere gelovigen
zijn verricht. Vandaag is er een overvloed aan lectuur waarin wordt getuigd van
wonderen die God gedaan heeft door eenvoudige gelovigen.
Zie ook de volgende onderwerpen:
- 'Wonderen
verrichten' in hoofdstuk 'Geestelijke
gaven'
- 'Evangelisatie
en wonderen' in hoofdstuk 'Getuigen
van Jezus'
- 'Opdracht tot
genezing' in hoofdstuk 'Bevrijding'
Volgend onderwerp:
3.7.3. Jezus deed natuurwonderen