3.7.3. Jezus deed natuurwonderen

We gaan het nu hebben over enkele opzienbarende wonderen van Jezus waarmee Hij aantoonde dat Hij boven de normale natuurwetten stond. Hierin zien we de Schepper aan het werk.

Al deze 'natuurwonderen' deed Jezus vooral voor zijn twaalf discipelen. Jezus wilde zijn discipelen laten zien dat Hij macht had over alle levensomstandigheden. Het was een onderdeel van hun opleiding voor het apostelschap. Hier volgt een kort overzicht van de bekendste natuurwonderen van Jezus. Elk van deze wonderen wordt in een afzonderlijk onderwerp verder uitgewerkt.


Water wordt wijn

Jezus heeft water in wijn veranderd bij de bruiloft te Kana. Het was het eerste wonder dat Jezus deed.

"Dit heeft Jezus in Kana, in Galilea, gedaan als eerste wonderteken; hij toonde zo zijn grootheid en zijn leerlingen geloofden in hem." (Johannes 2:11, NBV2004)

Hiermee onderstreepte Jezus de grote waarde van het huwelijksverbond en het verlangen van God om mensen niet alleen geestelijke zegeningen te geven, maar ook blij te maken met materiële zegeningen.

Storm op het meer

Toen Jezus en zijn discipelen op het meer van Galilea waren met hun boot, deed Hij een hevige storm ophouden. Jezus lag rustig te slapen, maar de discipelen raakten in paniek en vreesden dat ze met boot en al zouden vergaan. Maar Jezus zorgde ervoor dat de storm ophield.

"Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: 'Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het meer hem gehoorzamen?' " (Marcus 4:41, NBV2004)

De discipelen moesten leren dat God soms moeilijke levensomstandigheden of beproevingen toelaat om te leren dat God ook dan aanwezig is om hen bij te staan. Met Jezus is aan boord loopt een situatie nooit uit de hand.

Vermenigvuldiging van voedsel

Jezus nam het kleine beetje voedsel dat een jongetje Hem aanbod en vermenigvuldigde het, zodat al die mensen genoeg te eten kregen.

"Ze (= de twaalf discipelen) haalden de overgebleven stukken brood op, waar wel twaalf manden mee konden worden gevuld, en ook wat er over was van de vissen." (Marcus 6:43, NBV2004)

Als Jezus iets geeft, komt niemand iets tekort, dat was wel duidelijk. Het was een gebeurtenis om nooit te vergeten.

Jezus wilde zijn twaalf discipelen opleiden om uitdelers van geestelijk voedsel te worden, waardoor talloze mensen worden gezegend. En God wordt erdoor verheerlijkt.

Lopen over water

De discipelen staken in hun boot het meer van Galilea over. Ze kwamen nauwelijks vooruit vanwege de zware wind. Om hen te helpen liep Jezus over het water naar hen toe. Toen Petrus dat zag liep hij over het water Jezus tegemoet. Toen Jezus en Petrus aan boord waren gekomen bracht Jezus de wind tot bedaren.

"... In de boot bogen de anderen zich voor hem neer en zeiden: 'U bent werkelijk Gods Zoon!' " (Matteüs 14:32-33, NBV2004)

De discipelen leerden dat Jezus hen ook ongevraagd te hulp schiet als ze in een noodsituatie terechtkwamen. Petrus leerde dat Jezus ook aan gelovigen mogelijkheden wil geven om dezelfde dingen te doen als Hij deed.

Wonderbaarlijke visvangst

Jezus zorgde ervoor dat zijn discipelen een opmerkelijk grote vangst deden op het meer van Galilea

"Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei: 'Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.' Hij was verbijsterd, net als allen die bij hem waren, over de enorme hoeveelheid vis die ze gevangen hadden; zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten ..." (Lucas 5:8-10, NBV2004)

Later zou Jezus de discipelen de wereld inzenden met een hemelse roeping, die ver zou uitstijgen boven elke aardse bezigheid. Petrus zou mensen helpen om de weg tot God te vinden, de weg tot het eeuwige leven. Dat proces is in zeker opzicht te vergelijken met het werk van de visser.