link naar Home Page  Bijbelstudies - startmenu  

 

 Helpdesk    Site info    Zoeken    Extra  

 

 

 

3.7.8. Lopen over water

Inhoud:

- Jezus stuurt zijn discipelen de storm in
- Tegenwind
- Jezus schiet zijn discipelen te hulp
- Petrus loopt over het water
- Rustig vaarwater
- Wat kunnen we hiervan leren?


Deze gebeurtenis is beschreven in Matteüs 14:22-33, Marcus 6:45-52 en Johannes 6:16-21.

Jezus stuurt zijn discipelen de storm in

 

De twaalf discipelen hadden een vermoeiende dag gehad. Ze waren eerder die dag teruggekomen van hun stageopdracht waarbij ze een landelijke evangelisatiecampagne hadden gehouden. Met Jezus waren ze met hun boot het meer van Galilea overgestoken, waar Jezus duizenden mensen had toegesproken. Daarna was er die vermenigvuldiging van voedsel geweest waarbij ze actief betrokken waren.

"Meteen hierna zei Jezus tegen zijn leerlingen dat ze in de boot moesten stappen om alvast naar Betsaïda aan de overkant te varen. Intussen zou hij de mensen naar huis sturen." (Marcus 6:45, GNB1996)

In andere Bijbelvertalingen lezen we dat Jezus hen dwong om naar de overkant te varen. Jezus stuurde hen dus doelbewust en met aandrang het meer op, terwijl Hij wist dat ze in de problemen zouden komen door de sterke tegenwind. Dat is de manier waarop Jezus zijn volgelingen traint om sterker te worden. Veel gelovigen maken moeilijkheden en tegenslagen mee in hun leven, zonder te weten dat dit soms bewust door Jezus is toegelaten om hen sterker te maken.

Toen alle mensen vertrokken waren ging Jezus niet naar huis, maar ging Hij verder de berg op om met zijn Vader te spreken.

"En toen Hij de menigte weggestuurd had, klom Hij de berg op om er in afzondering te bidden. Toen het avond was geworden, was Hij daar alleen." (Matteüs 14:23, HSV2010)

Vanaf de berg kon Jezus het noordelijke deel van het meer van Galilea overzien en Hij zag in de verte de boot met zijn twaalf discipelen die zich langzaam naar de overkant bewoog.

Tegenwind

 

"Bij het vallen van de avond daalden zijn leerlingen af naar het meer." (Johannes 6:16, NBV2004)

Het was inmiddels al laat geworden. Nog even en het zou donker worden. Daar zaten de discipelen niet mee, want sommigen van hen waren vissers die vaak 's nachts met hun schepen op het meer waren. Maar ze werden verrast door een onverwacht sterke tegenwind die zijn uiterste best deed om de twaalf mannen en hun schip de verkeerde kant op te blazen.

"Intussen stak er een hevige wind op die de golven opjoeg." (Johannes 6:18, GNB1996)

De discipelen moesten hard roeien om nog een beetje vooruit te komen. Het was zwaar werk dat het uiterste van hun krachten vergde.

Jezus schiet zijn discipelen te hulp

 

Jezus was nog op de berg. Hij keek naar het meer en besefte dat zijn discipelen verwikkeld waren in een zware strijd tegen de wind en de golven.

"Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen toe ..." (Matteüs 14:25, NBV2004)

Waarom duurde het zo lang voordat Jezus hen te hulp kwam? Ik denk dat Jezus hen op de proef wilde stellen om te zien hoe ze zouden reageren op tegenslag. Tijdens hun stageperiode hadden ze grote wonderen meegemaakt, waardoor ze ongetwijfeld gesterkt waren in hun geloof. Zouden ze nu anders reageren dan bij die vreemde storm op het meer, toen ze dachten dat ze zouden vergaan terwijl Jezus bij hen was?

"hij zag dat de leerlingen door de hevige tegenwind maar nauwelijks vooruitkwamen, hoe hard ze ook roeiden, liep hij tegen het einde van de nacht over het meer naar hen toe, en hij wilde hen voorbijlopen. (Marcus 6:48, NBV2004)

Probeer je even de situatie voor te stellen. De discipelen roeiden uit alle macht en kwamen nauwelijks vooruit. En dan komt er een wandelaar achter hen aan die gewoon over de golven loopt en hen doodleuk voorbij wil gaan. Dat is toch te gek voor woorden. Een normaal mens kan zoiets niet, dus die witte gedaante kon niet anders dan een geest zijn. Hun hart sloeg over van angst.

"Toen ze hem over het water zagen lopen, dachten ze dat hij een geestverschijning was en ze schreeuwden het uit. Ze hadden hem allemaal gezien en raakten in paniek ..." (Marcus 6:49-50, NBV2004)
"... Ze riepen: 'Een spook!' en schreeuwden het uit van angst." (Matteüs 14:26, NBV2004)

Door hun angst en paniek waren de discipelen niet in staat om goed na te denken en waren ze niet in staat om over te schakelen naar de golflengte van het geloof. God was toch altijd bij hen!

"Meteen sprak Jezus hen aan: 'Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!' " (Matteüs 14:27, NBV2004)

Ongelofelijk hoe rustig Jezus altijd was, ook onder de gekste omstandigheden. Zijn woorden 'wees niet bang' waren geen verwijt, maar een bemoediging. Daarmee wilde Jezus zeggen dat gelovigen onder geen enkele omstandigheid bang hoeven te zijn, omdat God bij hen is.

Zie ook de volgende onderwerpen:
- ' Storm op het meer' in dit hoofdstuk
- 'Angst en vrees' in hoofdstuk 'Anders denken'

Petrus loopt over het water

 

Toen Petrus ontdekte dat het Jezus was van wie ze zo geschrokken waren, wilde Hij direct naar Hem toegaan, desnoods over het water. Niemand anders zou het in zijn hoofd halen om zoiets te doen, maar hij deed het.

"Petrus antwoordde: 'Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.' Hij zei: 'Kom!' Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe." (Matteüs 14:28-29, NBV2004)

Het was heel moedig van Petrus om overboord te stappen en zijn voeten op de beweeglijke golven te zetten. Er was ook geloof voor nodig en dat had hij ook. Hij was gemotiveerd door Jezus' uitnodiging om te komen en nam de geloofsuitdaging aan. Zolang hij naar Jezus bleef kijken ging het goed, maar toen hij naar de golven keek werd hij bang.

"Maar toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken en schreeuwde het uit: 'Heer, red me!' Meteen strekte Jezus zijn hand uit, hij greep hem vast en zei: 'Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?' " (Matteüs 14:30, NBV2004)

Laten we nu niet meteen kritisch over Petrus spreken vanwege zijn ongeloof. Wie zelf nooit in geloof over water gelopen heeft, kan maar beter zijn mond houden. Petrus deed het toch maar, als enige van Jezus' discipelen. En bovendien: hij riep meteen om hulp van Jezus die hem echt weer overeind kon helpen. Dat Jezus Petrus een kleingelovige noemde moeten we niet lezen als een hard verwijt, zo van: "kun je nou nooit iets goed doen?" Ik geloof juist dat Jezus blij en trots was dat Petrus over het water liep, zoals alle ouders blij en trots zijn als hun kind zijn eerste stapjes zet, ook al ploft hij daarna op de grond. Ik geloof dat Jezus ongeveer bedoelde: "Je had niet hoeven wegzakken in het water. Twijfel nooit aan Gods almacht en kracht. Je geloof is nog klein, maar ik weet zeker dat het later sterker zal worden, wanneer de Heilige Geest komt." Jezus noemde Petrus kleingelovige met als doel dat hij door ervaring zou groeien tot een grootgelovige. En wat de andere discipelen betreft: zij werden bij deze gelegenheid geen kleingelovigen genoemd. Ze hadden helemaal geen geloof om over het water naar Jezus te lopen.

En hoe kwam Petrus weer aan boord van het schip? Niet zwemmend, maar lopend, misschien hand in hand met Jezus. En zijn geloof groeide. Alleen was Jezus droog gebleven en Petrus stapte druipnat aan boord.

Ook uit deze geschiedenis kunnen we leren dat de wonderen van Jezus geen demonstraties waren van wat de Zoon van God allemaal kan doen, maar wat een mens kan doen als hij zich in geloof naar God uitstrekt. Ook hiervoor gelden de volgende woorden van Jezus:

"Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader. En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt." (Johannes 14:12-13, NBV2004)

Jezus had Petrus dus aangemoedigd om over de golven naar Hem toe te lopen en ... Petrus deed het. Was dat nou zo nodig? Ja, want Jezus wilde deze belofte onderstrepen en die is nog steeds geldig. Al de soorten wonderen die Jezus op aarde deed zijn daarna ook door de apostelen gedaan en komen tot op de dag van vandaag nog steeds voor.

Rustig vaarwater

 

Jezus en Petrus klommen over de reling van het schip en kwamen aan boord. En op dat moment bedaarde de storm. Zo werkt dat, ook in jouw en mijn leven als we in moeilijkheden zijn terechtgekomen. Zodra we ons bewust zijn van zijn aanwezigheid verdwijnt de zorg en de angst en ontstaat er vrede in ons hart.

"Toen ze in de boot stapten, ging de wind liggen. In de boot bogen de anderen zich voor hem neer en zeiden: 'U bent werkelijk Gods Zoon!' " (Matteüs 14:32-33, NBV2004)

Waarschijnlijk was er nog wel genoeg wind om zonder te roeien aan de overkant van het meer te komen. Ze waren een beetje uit de koers geslagen, want ze kwamen in de buurt van Gennesaret aan land. Dat ligt een aantal kilometers ten zuiden van Kafarnaüm, waar ze waarschijnlijk heen hadden gewild.

"Nadat ze waren overgestoken, kwamen ze bij Gennesaret aan land en daar legden ze aan." (Marcus 6:53, NBV2004)

Maar na hun slapeloze nacht werd Jezus en zijn discipelen niet veel rust gegund. Zodra de mensen ontdekten dat Jezus in hun dorp was, kwamen ze op Hem af.

"Toen ze uit de boot stapten, werd hij meteen herkend. In het hele gebied ontstond een druk komen en gaan van mensen, die zieken op draagbedden meenamen naar elke plaats waarvan ze hoorden dat hij daar was." (Marcus 6:54-55, NBV2004)

Het was een patroon dat zich waarschijnlijk steeds herhaalde, overal waar Jezus kwam. Ook hier genas Hij veel zieken en bracht Hij blijdschap en zegen.

Wat kunnen we hiervan leren?

 

In de eerste plaats dat Jezus ons soms ongevraagd te hulp schiet als we in een noodsituatie terechtkomen. Hij weet dan altijd manieren om naar ons toe te komen.

Verder kunnen we van het avontuur van Petrus leren dat God bereid is natuurwonderen te doen om ons bij te staan. Er zijn geen grenzen aan de macht van Jezus om zijn kinderen te hulp te schieten. Het is bovenal een kwestie van geloof.

Er zijn veel gelovigen die wonderen als deze hebben meegemaakt. Toen ik met mijn gezin in Papoea Nieuw Guinea woonde, was er een opwekking gaande in het Sepik gebied. Enkele gelovigen liepen op een zondagochtend naar de kerk en moesten onderweg een bergrivier oversteken. Die ochtend was er een sterke stroming in de rivier, zodat het levensgevaarlijk zou zijn om er doorheen te waden. Ze baden of God hen wilde helpen en liepen over het water om de rivier over te steken. Dit verhaal heb ik gehoord van één van de Bijbelvertalers die in dat gebied werkte.

We denken nooit te groot, maar bijna altijd te klein van God en van zijn bereidheid om onmogelijke dingen mogelijk te maken voor wie gelooft.

Zie ook onderwerp 'Redenen voor beproevingen' in hoofdstuk 'Beproevingen'.


Volgend onderwerp:

  3.7.9. Jezus genas zieken 

 

 

 

HELPDESK

 

HELPDESK

Site info
- Wat betekent herschepping?
- Wat vind je op deze site?
- Achtergrond
- Vier aspecten
- Copyright

 

 

 

 

Helpdesk

Zoeken
- Zoekmogelijkheden
- Tips voor zoektermen
- Populaire zoektermen
- Inhoudsopgave (kort)
- Inhoudsopgave (lang)
- Trefwoord index
- Bijbeltekst index

 

 

 

 

 

Extra
- Geloofsvragen
- PDF bestanden downloaden
- Printklare pagina's
- Gespreksvragen
- Thema's voor Bijbelkringen
- Thema's kerkelijk jaar
- Cursus 'Gods karakter'

 

Herschepping Bijbelstudies