3.7.13. Melaatse man

Jezus heeft veel melaatsen genezen, maar niet elke genezing is in de Bijbel beschreven. Eén van zulke genezingen is beschreven in Matteüs 8:2-3, Marcus 1:40-44 en Lucas 5:12-14.

Afschuwelijke ziekte

Melaatsheid is een afschuwelijke ziekte, waardoor mensen in een afschuwelijk isolement terechtkomen. In Leviticus 13 lezen we dat God heldere richtlijnen had gegeven over het vaststellen van melaatsheid door een priester. Dit om te voorkomen dat mensen zonder noodzaak zouden worden gebrandmerkt als melaatsen. De priesters dienden dus als een soort consultatiebureau voor melaatsheid in die dagen.

Als het zeker was dat iemand melaats was, moest zijn huis grondig gereinigd worden om de schimmels te verwijderen die de ziekte naar anderen kon overdragen. In het ergste geval moest het huis zelfs worden afgebroken. De melaatse moest als dakloze gaan leven, ergens buiten zijn dorp of stad, en was afhankelijk van wat zijn familieleden hem kwamen brengen. Hij was ceremonieel onrein, dus hij kon geen enkele godsdienstige gebeurtenis meemaken. Hij was verstoten door de mensen afgezonderd van God. Hij moest met gescheurde kleren rondlopen, om daarmee zijn rouw en ellende te onderstrepen. Verder moest hij 'onrein, onrein!' roepen als hij in de buurt van gezonde mensen kwam, die dan vervolgens van hem wegvluchtten alsof hij een spook of een misdadiger was. Wat een vreselijk bestaan.

Jezus reinigt de melaatse man

"Toen Hij in één of andere stad was, dook er opeens een man op, van onder tot boven melaats..." (Lucas 5:12, WV2012)

Het moet een afschuwelijk gezicht zijn geweest. Een man met gescheurde kleren en een warrige, onverzorgde bos haar, als uiterlijk teken van rouw en ellende. Alles wat van zijn huid zichtbaar was zat vol met vieze zweren. En erg fris zal hij ook niet geroken hebben. En zo liep hij naar Jezus toe: één en al ellende en zieke narigheid! Ongetwijfeld gingen alle mensen aan de kant en deinsden ze terug bij deze bizarre vertoning. Een melaatse! Als we maar niet door die man besmet worden!

De melaatse man zag Jezus als zijn enige mogelijkheid om weer beter te worden. Hij had kennelijk over Hem gehoord. De man was tot de overtuiging gekomen dat Jezus in naam van God zieken genas en dat Hij ook HEM zou kunnen genezen. Tenminste ... als Hij dat zou willen. Hij was er aan gewend geraakt dat alle mensen bij hem uit de buurt wilden blijven. Dus het was maar de vraag of Jezus blij zou zijn als er een melaatse man bij Hem kwam.

"... Toen hij Jezus zag, wierp hij zich voor hem neer en smeekte: 'Heer, als u wilt, kunt u mij rein maken." (Lucas 5:12, GNB1996)

Jezus zag het geloof in het hart van de melaatse man en zijn hart stroomde over van oprecht medelijden.

"En Jezus, innerlijk met ontferming bewogen, stak Zijn hand uit, raakte hem aan en zei tegen hem: Ik wil het, word gereinigd! " (Marcus 1:41, HSV2010)

Wat een eenvoudig verhaal. Wat een liefde en wat een kracht spreekt er uit deze paar woorden! Jezus ging voluit in op de belangrijkste woorden van de melaatse man: 'als U wilt' en maakte hem duidelijk dat Hij voor de volle 100% bereid was om de man te genezen. Ja ik wil! Een bijna plechtige verklaring van zijn verlangen om zieke mensen beter te maken en hen weer een normaal leven te gunnen.

Toen Jezus zijn hand uitstak naar de melaatse man hielden de omstanders hun adem in. Het feit dat Jezus de man niet had weggestuurd was al opzienbarend genoeg. Maar dat Jezus hem ging aanraken was helemaal te gek voor woorden. Hij overtrad zelfs de wet van Mozes door een onreine aan te raken, waardoor Hij zelf ceremonieel onrein zou zijn! Jezus liep ook het risico om zelf ook melaats te worden. Ging Hij niet veel te ver in zijn bewogenheid en zorg voor zieke mensen?

Maar de reinheid van Jezus bleek besmettelijker te zijn dan de ziekte van de man. Niet Jezus werd melaats, maar de melaatse werd gezond. De man keek naar zijn handen, voelde aan zijn gezicht, en ... hij was rein, helemaal gezond en gaaf!

Opdracht: laat je officieel rein verklaren

Jezus begreep dat de man niet zomaar naar zijn huis kon wandelen om zich te verenigen met zijn gezin. Misschien zouden zijn gezinsleden wel bang zijn dat hij nog niet helemaal genezen was. Daarom gaf Jezus hem de volgende opdracht:

"Jezus stuurde hem onmiddellijk weg met de ernstige waarschuwing: 'Denk erom: vertel het tegen niemand, maar ga u aan de priester laten zien en breng het offer dat Mozes heeft voorgeschreven, om te bewijzen dat u rein geworden bent.' " (Marcus 1:43-44, GNB1996)

Jezus had zo zijn redenen om te zeggen dat de man niet mocht rondbazuinen dat Jezus hem had genezen. De man begreep waarschijnlijk niet waarom Jezus dit gezegd en hij kon er niet over zwijgen.

"Maar toen de man vertrokken was, ging hij overal breeduit rondvertellen wat er gebeurd was, met als gevolg dat Jezus niet langer openlijk in een stad kon verschijnen, maar op eenzame plaatsen buiten de steden moest blijven. Toch bleven de mensen van alle kanten naar hem toe komen." (Marcus 1:45, NBV2004).

Zonder het te beseffen had de genezen man de bediening van Jezus dus tegengewerkt. Jammer! Zo zijn er veel christengelovigen die met de beste bedoelingen Gods aanwijzingen naast zich neerleggen omdat ze die niet begrijpen. Daarmee kunnen ze Gods plannen ongewild dwarsbomen.

Reinigingsprocedure

Ik neem aan dat de genezen man in opdracht van Jezus naar Jeruzalem ging (twee dagen lopen) om bij de priesters de gebruikelijke reinigingsprocedure te ondergaan. Daarna zou hij een officiële gezondheidsverklaring krijgen. Het zou ook een bevestiging zijn van het wonder.

De door God voorgeschreven reinigingsprocedure (Leviticus 14) was behoorlijk grondig. De priester nam de genezen man mee naar een bepaalde plek buiten de stad. Onderweg hadden ze twee levende vogels gekocht die bij het reinigingsritueel nodig waren. De eerste vogel werd gedood en met het bloed werd de man ceremonieel gereinigd. Dat betekent dat hij weer toegang hebben tot bijvoorbeeld de tempel. De tweede vogel werd gedoopt in het bloed van de eerste vogel en mocht vervolgens vrij wegvliegen. Dit ritueel is een afbeelding van het oude leven als melaatse dat is beëindigd, en het nieuwe leven als gezond mens dat is begonnen (Leviticus 14:4-7).

Daarna moest de man een programma van 8 dagen volgen (Leviticus 14:8-31). Op de eerste dag moest hij zijn kleren wassen, al zijn haar afscheren en zich baden. Op de zevende dag moest hij weer zijn kleren wassen, al zijn haar afscheren en zich baden. En weer werd zijn huid geïnspecteerd. Op de achtste dag moest de man een offer brengen in de tempel: een schuldoffer (met betrekking tot de ziekte die was weggenomen) en een brandoffer (een offer van toewijding aan God). In Leviticus 14 worden alle details van deze ceremonie genoemd. Pas daarna ontving de man een reinheidsverklaring en kon hij naar huis gaan om zich met zijn gezin te herenigen. Na ongeveer twee weken kwam de genezen man thuis met een nog bijna kaal hoofd, een baard van nog maar drie dagen en schone kleren. Zijn nieuwe leven was begonnen!

Melaatsheid - beeld van doorwoekerende zonde

Als geen andere ziekte is melaatsheid een afbeelding van de zonde in het hart van de mens, waardoor het hele leven kan worden doortrokken en ontwricht. De melaatse man uit het Bijbelverhaal was ernstig ziek en vervolgens officieel genezen verklaard. Op dezelfde manier wil Jezus niets liever dan dat mensen zich bewust zijn van hun zonden en die aan God belijden, waarna God hen zal vergeven en hun geweten reinigen.

"Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (1 Johannes 1:9, HSV2010)

Dat staat er zo eenvoudig en als nieuwtestamentische gelovigen kunnen we vaak zo gemakzuchtig en oppervlakkig omgaan met zonde, die de meest verwoestende kracht is in de hele kosmos. Zeker, Jezus is voor al onze zonden gestorven om het offer te worden dat nodig was voor onze rechtvaardigmaking. Maar dat was geen kleinigheid! Met elke zonde die we doen beledigen en onteren we onze Schepper, doen we andere mensen tekort, beschadigen we onszelf en blokkeren we onze relatie met God. Ook dat is geen kleinigheid.

De grondige reinigingsprocedure voor genezen melaatsen leert ons hoe je met beleden zonden moet omgaan. Niet zomaar verder leven alsof er niets aan de hand is geweest, maar alle sporen van die zonden uitwissen uit je leven. Om herhaling te voorkomen en om ervoor te zorgen dat je anderen er niet meer mee besmet. Dat kan bijvoorbeeld op de volgende manieren praktisch gemaakt worden:

God wil niet alleen je zonden vergeven, maar je ook vrij doen zijn van de aantrekkingskracht, de macht van de zonde. God wil dat je als een geestelijk gezond persoon verder leeft.

Zie ook hoofdstuk 'Omgaan met zonden'.