3.7.15. Bloedvloeiende vrouw
Deze
gebeurtenis is beschreven in Matteüs 9:20-22, Marcus 5:25-34 en Lucas
8:43-48. Dit verhaal is verweven met dat van de
opwekking van de dochter van Jaïrus.
Hopeloze situatie
Jezus bevond zich waarschijnlijk in Kafarnaüm, een vissersstadje aan het meer
van Galilea. Jaïrus, een lid van het synagogenbestuur, was bij Jezus gekomen.
Hij vroeg Jezus om met hem mee naar huis te gaan, omdat
zijn dochter ernstig ziek was.
Jezus liep met Jaïrus mee naar zijn huis, maar vanwege de drukte schoten ze voor
geen meter op. Ondertussen was er een vrouw in de mensenmassa die zich een weg
baande naar Jezus.
"... Een grote menigte volgde hem (=Jezus) en verdrong zich om hem heen. Onder
hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. Ze had veel
ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar
hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad;
integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan." (Marcus 5:24-26, NBV2004)
De situatie van deze vrouw was ronduit dramatisch.
Vanwege haar voortdurende bloedverlies was haar lichamelijke conditie steeds
verergerd. Maar er was nog meer aan de hand. Volgens de wet
van Mozes was een bloedvloeiende vrouw ceremonieel onrein (Numeri 5:1-3), dus ze mocht met
niemand een lichamelijke aanraking hebben. Waarschijnlijk was ze getrouwd en had
ze kinderen. Maar bij haar man kon ze niet meer slapen en haar kinderen mocht ze
niet meer aanraken. Haar ziekte zou voldoende reden voor haar man zijn om van haar te
scheiden en misschien was dat ook gebeurd. Ze leefde in ieder geval in een sociaal
isolement en moet zich
door iedereen afgewezen hebben gevoeld: door de mensen om haar heen,
door de geestelijke leiders en zelfs door God. Uiteindelijk was er geen
enkele hoop meer om te genezen. Haar leven was niets
meer waard.
Op zoek naar Jezus
Toen had de vrouw gehoord over Jezus en dat Hij overal in Galilea mensen had
genezen van alle mogelijke aandoeningen. Ze besloot Jezus te zoeken,
hoe ver ze er ook voor moest lopen. En op bewuste
dag vond ze Jezus, in het drukke centrum van Kafarnaüm. Maar zou ze wel bij Jezus
MOGEN komen? Een vrome rabbi als
Jezus zou zelf toch niet onrein willen worden door haar aanraking? Ze
durfde het niet aan Jezus te vragen, want ze was waarschijnlijk bang om weer door iemand te
worden afgewezen.
Toen verzon de vrouw een list. Nood maakt vindingrijk! Ze zou Hem gewoon
stiekem van achteren aanraken, zodat Jezus haar niet zag en niets kon voelen.
Met een bonzend hart en in gebukte houding wurmde
ze zich tussen de mensen door. Ze moest en ze zou naar Jezus!
Dit was haar enige kans en ... ze greep die.
"Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn
bovenkleed van achteren aan, want ze dacht: Als ik alleen zijn kleren maar kan
aanraken, zal ik al gered worden. En meteen hield het bloed op te vloeien en
merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was." (Marcus 5:27-29, NBV2004)
Haar hart juichte van blijdschap. Ze voelde aan haar lichaam dat ze was genezen!
En nu maar ongemerkt wegsluipen en zo gauw mogelijk naar huis! Maar ... daar
kreeg ze kans niet voor.
Wie heeft mij aangeraakt?
Jezus had direct door wat er was gebeurd.
"Op hetzelfde ogenblik werd Jezus
zich ervan bewust dat er kracht uit hem was
weggestroomd. Midden in de menigte draaide hij zich om en vroeg: 'Wie heeft mijn
kleren aangeraakt?' Zijn leerlingen zeiden tegen hem: 'U ziet dat de menigte
zich om u verdringt en dan vraagt u: 'Wie heeft mij aangeraakt?' Maar hij keek
om zich heen om te zien wie het gedaan had." (Marcus 5:30-32, NBV2004)
Toen hoorde de vrouw dat Jezus haar had opgemerkt.
Ze draaide zich om en ... ze zag dat Jezus haar aankeek.
"Toen de vrouw zag dat het hem niet ontgaan was,
kwam ze bevend naar voren en
viel voor hem neer. Toen vertelde ze, ten overstaan van al die mensen, waarom ze
hem had aangeraakt en hoe ze op hetzelfde ogenblik was genezen." (Lucas
8:47, GNB1996)
De vrouw schrok hevig van Jezus' woorden. Jezus was
waarschijnlijk boos en beledigd omdat ze Hem ongevraagd had aangeraakt en
had verontreinigd met haar ziekte. Stamelend vertelde ze haar verhaal aan Jezus. Hoe zou Hij
reageren?
"Hij (=Jezus) zei tegen haar: Heb goede moed, dochter, uw
geloof heeft u behouden (=genezen); ga heen in vrede! " (Lucas 8:48, HSV2010)
Die woorden van Jezus waren boordevol liefde en zorgzaamheid. Vol begrip bemoedigde
Jezus haar door zijn woorden en noemde haar zelfs 'mijn dochter'. Dat moeten we lezen
als een liefdevolle, zorgzame en respectvolle uitdrukking. Al haar
vrees voor afwijzing van Jezus was verdwenen. Eindelijk had ze iemand ontmoet
die haar niet afwees maar liefdevol tegemoet kwam. Jezus liet haar in vrede gaan
en ongetwijfeld stroomde er die diepe vrede door haar hart die iedereen heeft
leren kennen die een aanraking met Jezus heeft gehad. Ze had niet alleen
genezing gevonden, maar ook haar Genezer zelf! Ze had geloofd in zijn genezende
kracht. Nu kon ze niet anders dan geloven dat Hij de messias moest zijn die van
God kwam. Met die rijkdom in haar hart en
een gezond lichaam ging ze op weg naar huis.
Dit verhaal moet overal in de omgeving zijn rondverteld, want:
"En waar Hij ook kwam, in dorpen of steden of in gehuchten,
daar legden ze de zieken op de markten en smeekten Hem of zij al was het maar de
zoom van Zijn bovenkleed mochten aanraken; en allen die Hem aanraakten, werden
gezond." (Marcus 6:56, HSV2010)
Wat kunnen we hiervan leren?
Een belangrijke les die we van de bloedvloeiende vrouw kunnen leren is
dat we de kansen moeten grijpen wanneer ze zich voordoen. Als zij die ene kans
had laten voorbijgaan, was ze nooit beter geworden. In veel gevallen laten
gelovigen prachtige kansen voorbijgaan of ze verzuimen om zelf naar mogelijkheden
te zoeken. Ben je ook zo iemand? Bid dan of God je ogen opent voor de
mogelijkheden die
voor het grijpen liggen.
Veel christengelovigen ervaren dat hun geloofsleven tamelijk krachteloos is.
Bidden om kracht helpt dan niet, want je geloofskracht groeit alleen wanneer je
stappen in geloof zet. Vertrouw op Jezus' kracht die in je is wanneer de
Heilige Geest in je hart woont. Elke geloofsstap is een moment waarop je Jezus
opnieuw aanraakt en vervolgens zijn kracht ontvangt.
"Ja, wie Hem aanraakt ervaart zijn kracht.
Daar
zijn geen grenzen aan Jezus' macht."
(uit lied 881 uit de Johannes de Heer
bundel)
Volgend onderwerp:
3.7.16. Zieke man in Betzata