3.7.17. Bartimeüs

De genezing van de blinde Bartimeüs uit Jericho is beschreven in Matteüs 20:29-34, Marcus 10:46-52 en Lucas 18:35-43.

In het Matteüs evangelie lezen we over twee blinden, terwijl Marcus en Lucas één blinde noemen: Bartimeüs. Het kan dus zijn dat er behalve Bartimeüs ook nog een andere blinde man uit Jericho door Jezus is genezen. misschien op een ander moment.

Jezus komt naar Jericho

Op zijn laatste reis naar Jeruzalem (dus heel kort voor zijn lijdenstijd) kwam Jezus met zijn twaalf discipelen door Jericho. Daar hadden ze onder meer een ontmoeting met de tollenaar Zacheüs gehad. Daarna vertrokken Jezus en zijn discipelen uit Jericho in de richting van Jeruzalem.

"... Toen hij (=Jezus) met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs." (Marcus 10:46, NBV2004)

"Toen de blinde een menigte voorbij hoorde komen, vroeg hij wat er gaande was. Ze zeiden tegen hem: 'Jezus uit Nazaret komt voorbij.' " (Lucas 18:36-37, NBV2004)

Bartimeüs had kennelijk al verhalen gehoord over Jezus, over zijn nieuwe vorm van onderwijs en over de vele genezingswonderen die Hij verricht had. Want toen hij hoorde dat Jezus eraan kwam was hij niet te houden. Bartimeüs moet gedacht hebben: "Dit is mijn kans, misschien wel mijn ENIGE kans om Hem te ontmoeten. Hij is de enige die mij kan genezen."

"Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: 'Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij'! " (Marcus 10:47, NBV2004)

Daarmee sprak Bartimeüs een opmerkelijke geloofsbelijdenis uit. Hij zag Jezus als de Zoon van David ofwel de messias, de redder van Gods volk Israël. Ondanks zijn blindheid zag hij meer dan veel ziende mensen. Omdat hij niet kon zien, begon hij al te roepen, terwijl hij niet wist of Jezus nog ver weg was of dichtbij.

Jezus heeft oog voor Bartimeüs

"Degenen die voorop liepen snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden. Maar hij schreeuwde des te harder: 'Zoon van David, heb medelijden met mij!' (Lucas 18:39, WV2012)

De mensen die voor Jezus uitliepen bedoelden het misschien goed. Waarschijnlijk wilden ze ervoor zorgen dat Jezus ongehinderd zijn weg kon vervolgen. Maar daardoor waren ze een verhindering voor Jezus om uit te reiken naar een blinde man.

Jezus hoorde het aanhoudend roepen van Bartimeüs. Hij ging hem niet voorbij, maar ... bleef staan. Jezus loopt nooit voorbij als iemand in zijn nood tot Hem roept. Dat moeten we nooit vergeten.

"Jezus bleef staan en zei dat men de blinde bij hem moest brengen ..." (Lucas 18:40, NBV2004)

"... Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: 'Houd moed, sta op, hij roept u.' " (Marcus 10:49, NBV2004)

Gelukkig waren er niet alleen mensen die Bartimeüs bij Jezus vandaan hielden, maar ook mensen die hem graag bij Jezus wilden brengen. Ze bemoedigden hem op een vriendelijke, uitnodigende manier: "Houd moed! Hij roept u!"

Let vooral op de flitsende reactie van Bartimeüs:

"Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus." (Marcus 10:50, NBV2004)

Als een speer vloog hij op Jezus af. Hij was niet meer te houden. Dat was het soort geloof dat wonderen in werking zet! Hij gooide zijn mantel af om sneller te kunnen lopen. Zo ongeveer in zijn hemd stormde hij op Jezus af. We hoeven niet onze 'zondagse kleren' aan te hebben als we naar Jezus gaan!

De blinde Bartimeüs wurmde zich door de mensenmassa heen, geholpen door zijn bemoedigers, totdat die zeiden: "Hier is Jezus, recht voor je!"

Wat wil je?

"Jezus vroeg hem: 'Wat wilt u dat ik voor u doe?' De blinde antwoordde: 'Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.' " (Marcus 10:51, NBV2004)

Jezus vroeg Bartimeüs wat hij van Hem wilde. Het lijkt een overbodige vraag, maar ik denk dat Jezus hem wilde uitnodigen om te zeggen wat het diepste verlangen van zijn hart was en uiting te geven van zijn geloof in Hem. Want Jezus daagde de mensen steeds uit om hun geloof in de macht van Jezus uit te spreken.

Het antwoord van Bartimeüs was duidelijk: hij wilde ZIEN. Maar let op de manier waarop hij Jezus aansprak: met het Aramese woord Rabboeni, dat een heel respectvol woord is en zoiets als 'geliefde, hooggeëerde Meester' betekent. Daarvoor had Bartimeüs Hem al aangeroepen als 'Zoon van David', dus als de door God gezonden messias. Wat een uiting van oprecht geloof en van een lang gekoesterd verlangen om Hem te ontmoeten.

"Jezus zei tegen hem: 'Ga heen, uw geloof heeft u gered' ..." (Marcus 10:52, NBV2004)

Met het woord 'gered' (of 'behouden' in andere Bijbelvertalingen) wordt natuurlijk 'genezen' bedoeld en geen 'redding of 'behoud' in geestelijke zin.

Bartimeüs kon weer zien en het eerste wat hij zag was ... de ogen van Jezus!

Genezen worden en Jezus volgen

Toen Jezus Bartimeüs had genezen, had Hij gezegd: "Ga heen." (Marcus 10:52). Bartimeüs ging ook 'heen' om zijn bovenkleed te halen. Hij keek nog even naar die vertrouwde plek waar hij jarenlang had zitten bedelen en waar hij nooit meer zou zitten. Jezus had natuurlijk bedoeld dat hij naar huis kon gaan, maar dat deed hij mooi niet. Hij wilde bij Jezus blijven.

"Onmiddellijk kon hij weer zien en hij volgde hem terwijl hij God loofde. Alle mensen die getuige waren geweest van dit voorval brachten hulde aan God. " (Lucas 18:43, NBV2004)

Dat Bartimeüs hard kon schreeuwen wisten we al. Maar nu hij met Jezus meeliep kon hij niet anders dan God prijzen om de omkeer die Jezus in zijn leven gebracht had. Bartimeüs bleef Jezus volgen op de weg naar Jeruzalem en was kort daarna getuige van de intocht van Jezus in Jeruzalem. Misschien was hij wel de eerste die zo luid mogelijk uitriep:

"gezegend het komende rijk van onze vader David; Hosanna in de hoogste hemelen!" (Marcus 11:10, NBG1951)

Deze keer legden de mensen hem niet het zwijgen op, maar juichten ze mee. Wat een feest voor de ziende Bartimeüs om zo zijn koning te mogen eren. Wat een uitzonderlijk scherpe visie had hij! Hij zag meer in Jezus dan veel christenen van vandaag die Hem wel willen zien als hun verlosser, maar Hem het koningschap over hun leven nooit echt hebben aangeboden.

Jezus wil ook nu ogen openen

Jezus genas veel blinden toen Hij door het land trok, maar zijn hoofddoel was om mensen de ogen te openen voor het koninkrijk van de hemel. Wanneer iemand wordt wedergeboren is het net of zijn ogen opengaan voor dingen die hij anders nooit zo gezien heeft.

De apostel Paulus was eerst een fel tegenstander van Jezus geweest. Toen hij op de weg naar Damascus een dramatische ontmoeting met Jezus had, werd hij tijdelijk blind. In de dagen die volgden kwam hij tot het inzicht dat hij al die tijd blind was geweest voor die waarheid. Enkele dagen later stuurde God iemand naar Paulus toe die hem in Jezus' naam genas van zijn blindheid. Daarna volgde Hij Jezus, en diende hij zijn nieuwe Meester op een bijzondere manier als apostel.

In deze geschiedenis herken ik ook iets van mijn eigen leven. Ik ben in een kerkelijk gezin opgegroeid, en beschouwde ik mezelf als christen, net als de anderen in mijn kerk. Toch was ik onbewust op zoek naar iets meer dan dat, maar ik wist niet waar ik dat kon vinden. Totdat mijn vrouw en ik een echtpaar ontmoetten waarvan duidelijk was dat ze het wél hadden gevonden. Om een lang verhaal kort te maken: door hen hebben we nieuw leven gekregen in verbondenheid met Jezus. Zij waren de bemoedigers die ons als het ware toeriepen: "Jezus roept je!" en ons bij Hem brachten. Ook onze blinde ogen werden geopend voor Jezus en Hij is ook onze Rabboeni geworden, onze geliefde, gerespecteerde Meester.