link naar Home Page  Bijbelstudies - startmenu  

 

 Helpdesk    Site info    Zoeken    Extra  

 

 

 

4.3.8. Wat kunnen we van elkaar leren?

Inhoud:

- Eenheid ondanks verschil van inzicht
- Belangrijke en minder belangrijke dingen
- Wat kunnen geloofsdopers van kinderdopers leren?
- Wat kunnen kinderdopers van geloofsdopers leren?
- Waar het echt om gaat
- Kunnen we naar elkaar toegroeien?


Eenheid ondanks verschil van inzicht

 

Een baptistenvoorganger liep door de stad, maar ineens ging het hard regenen. Toen hij rondkeek zag hij een portiekje en besloot daar te gaan schuilen. Maar daar stond toevallig ook al een PKN predikant te schuilen. Die keek hem een beetje plagerig aan en zei: "Ik dacht dat jij als baptist niet bang was voor een beetje water!" Waarop de baptistenvoorganger zei: "Veel water vind ik niet erg, maar ik houd niet zo van dat gesprenkel!"

Discussies over de doop kunnen soms zo fel zijn en zoveel onderlinge verwijdering veroorzaken. Zelf heb ik in totaal ongeveer tien jaar gewerkt bij een zendingsorganisatie in het buitenland, met mensen uit veel verschillende kerken. Maar al die jaren heb ik nog nooit een discussie meegemaakt over volwassendoop en kinderdoop. Dat verschil was totaal onderschikt aan het belangrijkste waar we mee bezig waren: het Woord van God beschikbaar maken voor mensen van alle mogelijke taalgroepen. Omdat we als groep een doel buiten onze eigen groep hadden, had niemand behoefte om die verschillen op te rakelen.

Kortom: laten de verschillende dooppraktijken geen barrières zijn voor de eenheid tussen ware christengelovigen. De beide predikanten uit het verhaaltje stonden gebroederlijk te schuilen tegen de regen. Ze hadden een gemeenschappelijk doel en daarom bleven ze bij elkaar en bleven ze allebei droog. Zo hebben alle christengelovigen betere dingen te doen dan elkaar te veroordelen vanwege een andere opvatting over de doop. We hebben elkaar als christenen hard nodig om licht te verspreiden in een wereld die zich steeds verder van het christelijke geloof afzet.

Belangrijke en minder belangrijke dingen

 

Er zijn maar weinig Bijbelse onderwerpen waarover zo'n diepe verdeeldheid onder christenen is als de doop, terwijl de doop juist bedoeld is om christenen bewust te maken van hun gemeenschappelijke verbondenheid met Jezus:

"Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft: één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping, één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is." (Efeziërs 4:3-6, NBV2004)

Natuurlijk is de innerlijke houding van je hart belangrijker dan het al of niet volgen van tradities, zoals de wijze van dopen. Het is belangrijker dat je wedergeboren bent dan dat je op de 'juiste' manier bent gedoopt. Zelf heb ik als kind de kinderdoop ontvangen. Op latere leeftijd, na mijn wedergeboorte, heb ik de geloofsdoop ontvangen omdat ik ervan overtuigd was dat het de Bijbelse weg was. Maar ik beschouw iedere wedergeboren gelovige, ongeacht zijn doopopvatting, als mijn broer of zus in de Heer, zonder enige aarzeling. Opvattingen over de manier van dopen behoren niet tot de kernzaken van het christelijke geloof.

Laat ieder met een OPEN hart de Bijbel lezen en in gehoorzaamheid handelen naar het licht op Gods Woord dat hij ontvangen heeft. Wie een radicale discipel van Jezus wil zijn, moet zich zo veel mogelijk laten leiden door wat de Bijbel aanreikt en niet door menselijke tradities, redeneringen of gevoelens.

Wat kunnen geloofsdopers van kinderdopers leren?

 

In kerkelijke gemeenten, waar de volwassendoop wordt toegepast, is vaak onduidelijkheid over de plaats van kinderen in het geheel. Men is daar vaak huiverig om daarbij 'Gods verbond' te betrekken, omdat die term hen te veel doet denken aan een verbondstheologie waar zij niets van moeten hebben. Hun kinderen worden 'opgedragen', maar dan lijken ze niet veel meer te zijn dan 'kinderen van', van gelovige ouders dus.

In kerken waar de kinderdoop wordt toegepast worden kinderen 'doopleden' van de gemeente en daarmee hebben ze een duidelijke christelijke identiteit gekregen. Maar de opgedragen kinderen in de andere kerken, wat zijn zij dan? Alleen maar 'gezegende' kinderen? Of zoiets als aspirant-leden? Mogen ze God als hun Vader aanspreken en zich Gods kinderen noemen? Dat kan toch niet zolang ze niet zijn bekeerd en wedergeboren? Daar wringt iets, maar daar lijkt niemand zich druk over te maken. Misschien zou Gods verbondsbelofte voor kinderen meer benadrukt kunnen worden.

Kinderdopers leggen sterk de nadruk op het feit dat God op grond van de Bijbel alle initiatieven tot verbondenheid met mensen neemt. Het komt nogal eens voor dat mensen over hun bekering en geloofsdoop praten alsof zij zelf alle initiatieven hebben genomen om te gaan geloven. Ze zijn dan vergeten dat niemand wordt wedergeboren zonder dat God zijn ogen opent voor de levensveranderende waarheid van het evangelie. Alle eer moet aan God gegeven worden. Wie dat niet doet moet toch echt worden bijgeschoold.

De laatste jaren is er in veel gemeenten een tendens om het opdragen van kinderen meer nadruk te geven dan voorheen, waardoor het wat opschuift in de richting van de plechtigheid waarmee de kinderdoop wordt uitgevoerd.

Wat kunnen kinderdopers van geloofsdopers leren?

 

De veronderstelde wedergeboorte, de veronderstelling dat je bij de kinderdoop al een nieuw leven hebt gekregen door wedergeboorte, is er de oorzaak van dat veel kerkmensen niet tot bekering en wedergeboorte komen. Want waarom zouden ze zich moeten bekeren? Ze zijn toch als kind gedoopt en horen toch bij het Verbond? En wanneer ze oprecht in de waarheid van de Bijbel geloven en ook geloven dat Jezus voor hun zonden is gestorven, dan hebben ze toch een echt geloof dat ze van God hebben gekregen? En wanneer ze soms bij het zingen van een mooi lied in de kerk een warm gevoel van binnen krijgen, dan betekent dat toch dat de Heilige Geest in hen woont?

Zo blijven kerkmensen ook na hun belijdenis blijven zitten met de vraag: "Ik hoor in de kerk dat ik een kind van God ben, maar ik merk niets van dat nieuwe leven in mij. Is dit dan alles wat het geloof te bieden heeft?" Met als gevolg dat velen blijven steken in een verstandelijke geloofsovertuiging, waar geen kracht van uitgaat omdat daar geen leven in zit. Als ze bijvoorbeeld moeilijkheden meemaken in hun leven, kunnen ze geen kracht putten uit een veronderstelde wedergeboorte die geen echte wedergeboorte is. Anderen verlaten de kerk omdat ze geen meerwaarde zien in 'het geloof', omdat hun persoonlijke geloof niet inspirerend is.

Wat dan overblijft is vaak een wettische manier van leven of een godsdienstige ijver, waarbij je in eigen kracht naar Gods wil probeert te leven. De leer van de kinderdoop kan daarom een groot struikelblok zijn om tot daadwerkelijke bekering en wedergeboorte te komen en dat vind ik een ernstige zaak. Hoewel, in steeds meer kerkelijke kringen, waar de kinderdoop wordt toegepast, kom je steeds meer mensen tegen die er genuanceerder over zijn gaan denken en de oproep tot bekering wel serieus nemen.

Waar het echt om gaat

 

Alles draait om een echte (dus niet alleen maar een veronderstelde) wedergeboorte. Maar in de praktijk is wedergeboorte niet altijd zo duidelijk vast te stellen. Een verstandelijke geloofsovertuiging, een gevoelsgeloof of trouwe kerkgang kan gemakkelijk voor een levend geloof wordt aangezien.

Een wedergeboren persoon gaat anders denken of dingen anders doen dan voorheen. Het antwoord op de volgende vraag kan veel duidelijk maken: "Wat is er in je leven veranderd vanaf je wedergeboorte?" Als je een duidelijk antwoord krijgt (en het is herkenbaar in de persoon) weet je het bijna zeker. Een vaag antwoord zoals "ik heb het geloof van thuis meegekregen" of "ik heb eigenlijk altijd al in God geloofd" of "ik geloof dat Jezus voor mijn zonden is gestorven" zegt niets over een persoonlijke keuze of een echte levensverandering.

Het is dus van groot belang dat de weg tot bekering en wedergeboorte duidelijk wordt onderwezen in de plaatselijke gemeente. En ook dat elke vorm van verbondsautomatisme wordt vermeden. Dit geldt voor elke kerkelijke gemeente, ongeacht de heersende dooppraktijk.

Zie meer hierover in hoofdstuk 'Bekering en wedergeboorte'.

Kunnen we naar elkaar toegroeien?

 

Enkele van onze kinderen behoren tot een kerkelijke gemeente waar traditiegetrouw de kinderdoop wordt toegepast. Maar als mensen belijdenis doen, mogen ze vervolgens ook in hun kerk een doop door onderdompeling ontvangen. Dat wordt dan een 'afwassing van zonden' genoemd, maar niet DE doop, vanwege de officiële doopopvatting van de kerk. Ik vind dat dit getuigt van moed en een gezonde openheid waar ik respect voor heb. Zo bouw je bruggen naar gelovigen met een andere doopopvatting!

Een tijdje geleden las ik in het 'Nederlands Dagblad' een artikel over een ontmoeting tussen mensen met de verschillende doopopvattingen. De verslaggever besloot zijn artikel met door op te merken: "Waarom zouden we niet allebei doen: én kinderen dopen én ze later als volwassenen dopen?" Zolang zo'n kinderdoop niet wordt gekoppeld aan een veronderstelde wedergeboorte, lijkt me dat niet eens zo'n vreemd idee. Het is de vraag of dat in de praktijk christenen dichter bij elkaar zou brengen of dat het juist verwarrender zou worden. Maar de gedachte zou wel eens een interessant gespreksonderwerp kunnen zijn in alle kerkelijke kringen.


Volgend onderwerp:

  4.3.9. Klaar voor de doop? 

 

 

 

HELPDESK

 

HELPDESK

Site info
- Wat betekent herschepping?
- Wat vind je op deze site?
- Achtergrond
- Vier aspecten
- Copyright

 

 

 

 

Helpdesk

Zoeken
- Zoekmogelijkheden
- Tips voor zoektermen
- Populaire zoektermen
- Inhoudsopgave (kort)
- Inhoudsopgave (lang)
- Trefwoord index
- Bijbeltekst index

 

 

 

 

 

Extra
- Geloofsvragen
- PDF bestanden downloaden
- Printklare pagina's
- Gespreksvragen
- Thema's voor Bijbelkringen
- Thema's kerkelijk jaar
- Cursus 'Gods karakter'

 

Herschepping Bijbelstudies