4.7.11. Gemeente als gezin
Gods familie
In de Bijbel lezen we hoe God het Oude
Verbond sloot met het volk Israël. Door geboorte als Israëliet
werd men automatisch lid van Gods familie. In het Nieuwe Testament
zien we een duidelijke omslag van een fysieke familie
(het volk Israël) naar een geestelijke familie (de
wereldwijde Gemeente, bestaande
uit alle wedergeboren gelovigen uit de hele wereld). Toetreding tot Gods volk onder
het Nieuwe
Verbond vindt plaats via de weg van
bekering
en wedergeboorte. Zo word je een kind
van God (Johannes 1:12) en op die manier treed
je toe tot Gods familie, waarvan God de Vader is.
God is in geestelijke zin de Vader van christengelovigen en Jezus is in zekere zin de 'oudste
broer' van christengelovigen (Johannes 20:17; Hebreeën 2:11). In Bijbelse tijden
trad de oudste broer vaak op als het familiehoofd onder het gezag van de vader. De Bijbel noemt gelovigen
broers en zussen van elkaar in geestelijke zin en in de meeste kerkelijke
kringen is men gewend elkaar zo aan te spreken.
In Gods familie kunnen mensen ook in geestelijke zin kinderen krijgen. De
apostel Paulus schreef aan de gelovigen in Korinte:
"... ik heb u in Christus Jezus door
het evangelie verwekt." (1 Korintiërs 4:15, NBG1951)
Oudere, geestelijk volwassen gelovigen mogen als 'vaders en moeders' zijn
voor jonge of pas bekeerde gelovigen (1 Timoteüs 5:1-2).
Aardse en geestelijke familie
Toen Jezus een toespraak hield tot het volk en iemand Hem zei dat zijn
familieleden Hem wilden spreken liet Jezus de mensen weten dat in het koninkrijk
van de hemel geestelijke relaties boven aardse relaties gaan:
"Hij (=Jezus) maakte een gebaar naar zijn leerlingen en
zei: 'Zij zijn mijn moeder en mijn broers. Want ieder die de wil van mijn
Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder.' " (Matteüs
12:49-50, NBV2004)
Als gelovigen worden we dan ook aangespoord om vooral zorg te
dragen voor onze geloofsgenoten.
"Laten we dus, zolang we tijd hebben, goed zijn voor
allen, maar vooral voor onze geloofsgenoten." (Galaten 6:10, WV2012)
Medechristenen zijn voor gelovigen de NAASTE familie geworden. Ik geloof dat
ook later
in de hemel de geestelijke familiebanden gewichtiger zullen zijn dan de
aardse. Natuurlijk betekent dat niet dat we
onze aardse familie daarom moeten verwaarlozen.
Veel mensen die tot een levend geloof in Jezus komen ervaren een zekere
verwijdering ten opzichte van familieleden en vrienden, die dat niet hebben
meegemaakt. Toch maken verreweg de meesten van hen mee dat ze daarna binnen Gods
familie nieuwe vrienden en familieleden erbij krijgen.
Vaderlijke en moederlijke taken in Gods gezin
In een gewoon, compleet gezin heeft de vader de eindverantwoordelijkheid. Hij
vertegenwoordigt het gezag
en is verantwoordelijk voor het welzijn van het hele gezin. Het besturen van de
gemeente zouden we een mannelijke taak kunnen noemen. Zie daarvoor een vorig
onderwerp 'Leiderschap in de
gemeente'.
Meestal zijn het vooral de moeders die binnen het gezin de meeste zorg
en aandacht (kunnen) geven aan de kinderen en een luisterend oor zijn om te
horen wat ze allemaal meemaken.
Zo zouden we pastorale taken de wat meer moederlijke taken binnen Gods gezin
kunnen noemen. Dat zijn bijvoorbeeld:
- het geven van de nodige aandacht voor gemeenteleden
- naast de ander staan bij lief en leed
- een luisterend oor hebben voor ouderen, zieken en mensen die het moeilijk
hebben
- mensen helpen met problemen die raakvlakken hebben met het geloof
Zie ook onderwerp 'Roeping
van man en vrouw' in onderwerp 'Karakter
en geloof'.
Verschillende 'leeftijden' in Gods gezin
Welke zorg is nodig voor pasbekeerde gelovigen in Gods gezin?
Zij hebben in de eerste plaats voedsel
nodig en ontvangen dat op een manier die bij hun geestelijke
ontwikkelingsniveau past.
"En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de
zuivere melk van het Woord,
opdat u daardoor mag opgroeien ..." (1 Petrus 2:2, HSV2010)
Jonge kinderen in een gewoon gezin gaan door een groeiproces en datzelfde geldt voor pas-gelovigen
ook in geestelijke zin. De apostel Johannes zegt hier het volgende over:
"Kinderen, ik schrijf u
dat uw zonden u vergeven zijn omwille van zijn naam.
Ik schrijf u, ouderen: u kent hem die er is vanaf het begin.
Ik schrijf u, jongeren: u hebt hem die het
kwaad zelf is overwonnen." (1 Johannes 2:12-13, NBV2004)
- Voor pas-gelovigen is het belangrijk dat ze een goed geloofsfundament hebben,
dat is gebaseerd op Jezus en het Woord van God.
- Jongvolwassenen en volwassenen moeten geoefend worden voor
de geestelijke
strijd en leren zelfstandig te overwinnen door de kracht van de Heilige
Geest die in hen woont.
- Ouderen worden aangespoord om te groeien in het
kennen van God en in de dagelijkse
omgang met Hem.
De plaatselijke gemeente is vooral een oefenplaats voor pas-gelovigen,
net zo als het gezin ook die functie heeft voor kinderen. In een gezin leren
kinderen met elkaar omgaan en dat gaat niet vanzelf. Iedere vader en moeder
weet van de ruzies en meningsverschillen die hun kinderen met elkaar moeten
uitvechten en dat ook doen. Het hoort er gewoon bij. Binnen een plaatselijke
gemeente gaat het net zo. Volwassen gelovigen hebben geleerd tegen de satan
en zijn rijk te strijden en niet tegen hun geloofsgenoten.
Onvolwassen gelovigen hebben dit nog niet zo goed
geleerd en maken eerder ruzie over bijzaken. Helaas komen conflicten binnen
plaatselijke gemeenten vaker voor dan we als christenen willen toegeven.
Gezinsband
Binnen een gezin kunnen mooie dingen gebeuren, waar de kinderen
hun leven lang goede herinneringen aan hebben. Dat zijn vaak de tijden dat
de gezinsleden samen leuke dingen deden of door een
moeilijke periode heen gingen en elkaar ondersteunden. Het samen meemaken van
lief en leed is zo belangrijk om een hechte band met elkaar te krijgen.
"En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid
eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee."
(1 Korintiërs 12:26, HSV2010)
Hetzelfde geldt voor de plaatselijke gemeente. Als je alleen maar 's zondags
bij elkaar in de kerk zit om tegen elkaars achterhoofd aan te kijken,
dan bouw je geen hechte gemeenschap op. Het is belangrijk om zowel serieuze als
minder serieuze en praktische dingen met elkaar te doen.
Gemeente als thuisplek
Wat maakt een huis tot een thuis? Thuis is de
plek:
- waar je altijd welkom bent
- waar je mag zijn wie je bent
- waar je van alles met elkaar doet
- waar je aandacht hebt voor elkaar
- waar je elkaar onder alle omstandigheden blijft accepteren
Het is belangrijk dat een plaatselijke gemeente ook net zo'n
thuisplek is voor gelovigen. En ook daarvoor geldt dat
liefde de belangrijkste
factor is. Liefde maakt een kerkelijke gemeente tot een ware thuisplek.
Volgend onderwerp:
4.7.12. Gemeente als leger