4.5.2. Pinksteren in het Oude Testament
Het Nieuwtestamentische Pinksterfeest heeft zijn wortels in het Oude
Testament.
Wetgeving bij de berg Sinaï
Terwijl we bij Pinksteren denken aan de komst van de Heilige Geest,
die vanaf dat moment in de harten van gelovigen kwam wonen, was de wetgeving bij
de berg Sinaï (Exodus 20) het moment dat God te midden van zijn volk Israël kwam
wonen. Let maar eens op hoeveel overeenkomsten er zijn te vinden als we beide
gebeurtenissen met elkaar vergelijken.
1. Tijdstip
De wetgeving vond ongeveer vijftig dagen na de uittocht uit Egypte plaats.
Het Joodse Wekenfeest moest vijftig dagen na Pesach worden gevierd (Leviticus
23) ter herinnering aan de wetgeving en ook om het begin van de zomeroogst te
gedenken. Het begrip 'Pinksteren' is afgeleid van het Griekse woord voor
'vijftig'.
"Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij
elkaar." (Handelingen 2:1, NBV2004)
De eerste Pinksterdag vond dus plaats op de eerste dag van het Wekenfeest,
zeven weken na de opstanding van Jezus. Daarom wordt in veel christelijke kerken
op zeven weken na Pasen het Pinksterfeest gevierd.
2. Verwachten
God had het volk Israël de opdracht gegeven zich klaar te maken voor de grote
gebeurtenis.
"Bij het aanbreken van de derde dag moeten ze gereed zijn, want
op die dag zal de HEER voor de ogen van heel het
volk neerdalen op de Sinaï." (Exodus 19:11, NBV2004)
Op een vergelijkbare manier had Jezus zijn apostelen de opdracht gegeven om
naar Jeruzalem te gaan en te wachten op de komst van Gods Geest.
"Toen hij eens bij hen was, droeg hij hun op: 'Ga niet weg uit
Jeruzalem, maar blijf daar wachten tot de belofte van de Vader, waarover jullie
van mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan." (Handelingen 1:4, NBV2004)
3. Wonderlijke verschijnselen
Bij de wetgeving vonden enkele wonderlijke verschijnselen plaats:
"De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de HEER
was daarop neergedaald in vuur. De rook steeg op als de rook uit een
smeltoven, en de berg trilde hevig. Het geschal van de ramshoorn werd luider en
luider. Mozes sprak, en God antwoordde met geweldig stemgeluid." (Exodus
19:18-19, NBV2004)
Deze verschijnselen werden waargenomen door een miljoenenvolk. Op de eerste
Pinksterdag waren er ook opmerkelijke verschijnselen: windvlagen en vuur die
werden waargenomen door een kleine groep gelovigen.
"Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige
windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan
hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van
hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op
luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven."
(Handelingen 2:2-4, NBV2004)
In beide gevallen konden alle aanwezigen de bovennatuurlijke tekenen van Gods
aanwezigheid waarnemen en ook met hun eigen oren horen wat God zelf tot hen te
zeggen had.
4. Veel getuigen
Zowel de wetgeving als de komst van Gods Geest waren publieke gebeurtenissen,
waarbij veel getuigen aanwezig waren. Bij de wetgeving was een miljoenenvolk
aanwezig (het volk Israël). Bij de komst van Gods Geest waren 120 directe betrokkenen
(Handelingen 1:15) en was er een menigte toeschouwers uit alle landen rondom de
Middellandse Zee (Handelingen 2:5-11).
Het Joodse Wekenfeest
Het Wekenfeest werd door de Joden gevierd ter herinnering aan de
wetgeving op de berg Sinaï, vijftig dagen na Pesach. Bovendien was het een
jaarlijks oogstfeest, waarbij onder meer 'een nieuw graanoffer' aan God werd
gebracht uit de eerste producten van de nieuwe oogst. Het graanoffer spreekt van
dankzegging, nieuwe toewijding en viering van het leven dat God gegeven heeft.
Als zodanig is het Wekenfeest voor nieuwtestamentische gelovigen een
afbeelding van (vernieuwde) overgave aan God en de
voortdurende levensvernieuwing ofwel
herschepping door de Heilige Geest.
Volgens de huidige Joodse tradities worden op de eerste dag van het
Wekenfeest de tien geboden gelezen en het Bijbelboek Ruth, dus weer de nadruk op
wetgeving en oogst. In Joodse gezinnen worden dan veel melkproducten genuttigd,
die de Thora symboliseren, die vanwege zijn voedende kracht vergeleken wordt met
melk. Ook de apostel Petrus gebruikte deze vergelijking in één van zijn brieven:
"En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere
melk van het Woord ..." (1 Petrus 2:2, HSV2010)
Als nieuwtestamentische gelovigen beschouwen we Gods Woord, de
Bijbel, als de
belangrijkste bron van ons geestelijke voedsel. Gods Woord en Gods Geest worden
vaak in één adem genoemd als de belangrijkste voorwaarden voor geloofsgroei.
Nadruk op wetgeving
De wetgeving bij de berg Sinaï wordt beschouwd als het meest belangrijke
moment van de Joodse geschiedenis:
- God komt bij zijn volk wonen.
- God maakt zijn wil bekend aan het volk door de wetgeving.
- God sluit een verbond met het volk (het Oude Verbond).
Op een vergelijkbare manier denken we bij het nieuwtestamentische
pinksterfeest aan het volgende:
- De Heilige Geest wordt naar de aarde gezonden en komt wonen in de harten
van de gelovigen.
- De Heilige Geest legt Gods levenswet in hun hart,
om van harte te doen wat God wil.
- Dit is een bevestiging van het
Nieuwe Verbond met de nieuwtestamentische
gelovigen.
Over het nieuwtestamentische Pinksterfeest was door
verschillende profeten eeuwen geleden al geprofeteerd, zoals door Jeremia:
"Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal
sluiten - spreekt - de
HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem
in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk." (Jeremia
31:33, NBV2004)
Als we denken aan het Pinksterfeest is Gods
levenswet voor veel christenen zo ongeveer het laatste waar ze aan denken.
De Geest staat toch juist voor de bevrijding van die antieke wet en zet ons toch
in de vrijheid? Door de Heilige Geest kunnen we toch juist de blijdschap ervaren
van Gods aanwezigheid en bijzondere geestelijke gaven ontvangen?
Het Oude en het Nieuwe Testament vormen een eenheid en vanuit het Oude Testament
kunnen we het Nieuwe Testament pas goed begrijpen.
De Heilige Geest maakt de levenswet van God LEVEND in de harten van gelovigen,
waardoor ze van harte volgens Gods levenswet willen leven en niet uit verplichting.
Dat is een belangrijk aspect van
Pinksteren.
Gespreksvragen
- Wat zijn de overeenkomsten tussen de wetgeving voor het volk Israël bij
de berg Sinaï en de uitstorting van de Heilige Geest bij nieuwtestamentische
gelovigen?
- Wat zijn de belangrijkste verschillen?
Volgend onderwerp:
4.5.3. Wachten op de Heilige Geest