4.5.4. Komst van de Heilige Geest
Wekenfeest
Op de eerste dag van de week, tien dagen na
Jezus' hemelvaart, werd het
Wekenfeest gevierd. Dat was een oogstfeest waarbij
de 'eerstelingen' van de oogst aan God werden geofferd. Het was ook een Joodse
traditie geworden om bij die gelegenheid de
wetgeving op de berg Sinaï te gedenken. Dat was de dag dag God een
verbond had gesloten met het volk
Israël. Veel Joden kwamen dan uit allerlei omringende landen naar Jeruzalem om
het Wekenfeest te vieren. De volgelingen van Jezus gingen niet naar de tempel,
waar de meeste mensen zich verzamelden, maar verbleven in een huis, ergens in
Jeruzalem.
En toen gebeurde het:
"Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige
windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan
hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van
hen neerzetten ..." (Handelingen 2:2-3, NBV2004)
Deze verschijnselen (wind en vlammen) hadden natuurlijk een diepere betekenis.
Wind
Jezus had eens tegen Nikodemus
gezegd dat de Heilige Geest is te vergelijken met de wind: je kunt Hem niet
zien, maar wel het effect van zijn aanwezigheid waarnemen.
"De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je
weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met
iedereen die uit de Geest geboren is." (Johannes 3:8, NBV2004)
Hier was het geluid van een gierende stormwind, dat niet alleen in het huis,
maar in de hele omtrek te horen was. De kracht van de windvlaag duidt op de
immense kracht van Gods Geest. Geen vernietigende kracht, maar een verfrissende
en vernieuwende kracht die mensen in beweging zet.
Vlammen
Jaren geleden had Johannes de Doper de volgende profetie uitgesproken waarin
hij de Heilige Geest en het begrip 'vuur' in één adem noemde. Op de eerste
Pinksterdag was er een zichtbare manifestatie van vuur:
"... Hij (=Jezus) zal jullie dopen met de heilige Geest en met
vuur; hij houdt de wan in zijn hand om de dorsvloer te reinigen, het graan zal
hij bijeenbrengen in zijn schuur en het kaf in onblusbaar vuur verbranden."
(Lucas 3:16-17, NBV2004)
Het vuur is hierin een beeld van zuivering en reiniging. De Heilige Geest is
namelijk vooral ... heilig. Dat willen mensen nog wel eens vergeten. De Heilige
Geest en onheilige mensenlevens kunnen niet samengaan.
Ook in Openbaring 4 lezen we over de Heilige Geest als een vuur. In zijn
hemelvisioen zag de apostel Johannes het volgende:
"... Voor de troon brandden zeven vurige fakkels; dat zijn de
zeven geesten van God." (Openbaring 4:5, NBV2004)
Opvallend is dat de Heilige Geest niet als één fakkel wordt afgebeeld. De
zeven fakkels symboliseren dat de Heilige Geest op veel verschillende plaatsen
werkt, bijvoorbeeld in de harten van alle wedergeboren gelovigen. De Heilige Geest is
dus als een vuur en zet mensen in vuur en
vlam om met grote toewijding hun Heer te volgen. Zoals een vuur zich kan
verspreiden, zo heeft het evangelie zich als een lopend vuurtje verspreid over de
hele wereld. Op de eerste Pinksterdag verspreidden de
zichtbare vlammen zich van de ene persoon naar de
andere. De Heilige Geest verbindt de mensen met elkaar en de mensen met God.
Vervulling met de Heilige Geest
"... en allen werden vervuld van de heilige Geest ..."
(Handelingen 2:4, NBV2004)
Toen de apostelen en de andere aanwezigen in het huis dit meemaakten wisten
ze het direct: dit is het wat Jezus had beloofd. Het was juist op deze dag van
het Wekenfeest dat ze terugdachten aan de verschijning van God op de berg Sinaï,
waarbij Gods aanwezigheid werd begeleid door indrukwekkende geluiden en vuur. Nee, er was geen
twijfel mogelijk: Dit was waar ze met zijn allen tien dagen lang naar hadden
uitgezien. God was neergedaald om voorgoed door de Heilige Geest in hun
harten te komen wonen. Wat een feest!
Hoe reageerden de apostelen op deze enorme gebeurtenis? Ze zeiden niet tegen
elkaar: "Wat heerlijk om zo'n fijne geestelijke ervaring mee te maken." Ze waren
niet vol van hun ervaring, maar vol van Jezus. Vol zijn van de Heilige Geest en
vol zijn van Jezus hoort bij elkaar. Daarom konden de apostelen ook niet anders
dan vertellen over wat GOD allemaal had gedaan.
De komst van de Heilige Geest was een duidelijk waarneembaar verschijnsel:
innerlijk waarneembaar voor de personen die de belofte hadden ontvangen en de
uitwerking ervan was zichtbaar voor hun omgeving.
"Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft
van de Vader de heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft
hij op ons doen neerdalen, en dat is wat u ziet en hoort." (Handelingen 2:33,
NBV2004)
En dat is nog steeds zo. Ook vandaag zijn geestvervulde christenen het beste
bewijs voor de mensen om hen heen dat Jezus leeft.
Zie ook onderwerp 'Vervulling
met de Heilige Geest' in dit hoofdstuk.
Gespreksvragen
- Wat is de relatie tussen het Wekenfeest en de dag waarop de Heilige
Geest was gekomen?
- Voor de Joden was de wetgeving bij de berg Sinaï de belangrijkste
gebeurtenis in de geschiedenis van het volk Israël. Wat valt je op als je
dat vergelijkt met de plaats die Pinksteren bij de meeste christenen inneemt
ten opzichte van de andere christelijke feestdagen?
Volgend onderwerp:
4.5.5. Duizenden komen tot bekering