In Handelingen 2 lezen we over de overvloedige uitstorting van de Heilige Geest in de harten van de eerste gelovigen. Dit was een bijzondere ervaring die zowel door henzelf als door de omstanders duidelijk werd opgemerkt.
"Hij is door God verheven, zit aan zijn rechterhand, en heeft van de Vader de heilige Geest, die ons beloofd is, ontvangen. Die Geest heeft hij op ons doen neerdalen, en dat is wat u ziet en hoort." (Handelingen 2:33, NBV2004)
Toen dit hen overkwam hoefde niemand hen te vertellen wat er gebeurd was. Natuurlijk, dit was het waar Jezus over gesproken had, DE belofte van de Heilige Geest (Handelingen 1:8)! Vervulling met de Heilige Geest is een duidelijk merkbare gebeurtenis, hoewel het niet altijd op het moment van vervulling zelf wordt ervaren. Bij de wedergeboorte komt de ervaring ook nogal eens een of meer dagen na het tijdstip van bekering. Zo kan het ook gaan bij vervulling met de Heilige Geest. Maar in ieder geval is het merkbaar voor jezelf en vaak ook voor anderen.
Toen Paulus tijdens één van zijn zendingsreizen voor het eerst in Efeze kwam stelde hij een belangrijke vraag aan een kleine groep gelovigen:
"... Hebt u de Heilige Geest ontvangen toen u tot geloof kwam? En zij zeiden tegen hem: Wij hebben niet eens gehoord dat er een Heilige Geest is." (Handelingen 19:2, HSV2010)
Kennelijk merkte Paulus dat er iets aan hen ontbrak, iets wat hij bij andere gelovigen meestal wel proefde. Er straalde geen geestelijke levenskracht van hen uit. De gelovigen in Efeze wisten en beseften niet dat er iets ontbrak aan hun geestelijk leven. Ze waren toch gewoon christen geworden?
Uit het vervolg van het verhaal in Handelingen 19 weten we dat Paulus dat groepje gelovigen in Efeze de handen oplegde en dat ze alsnog vervuld werden met de Heilige Geest. Vanaf dat moment waren het 'complete' gelovigen geworden, die vol van Gods Geest waren.
"En nadat Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen ..." (Handelingen 19:6, HSV2010)
Hieruit blijkt dat vervuld zijn met de Heilige Geest hoort bij het 'normale christelijke leven'. Ben je dan een tweederangs christen wanneer je nog nooit een merkbare vervulling met de Heilige Geest hebt meegemaakt? God beoordeelt mensen niet op grond van geloofervaringen, maar op wat ze doen met wat ze ontvangen hebben: geestelijk vruchtdragen. DAT is het doel van een christen, terwijl vervulling met de Heilige Geest een toerusting is om meer vrucht te dragen.
Hoe wordt een vervulling met de Heilige Geest ervaren? Dat kan heel verschillend zijn. Sommige gelovigen ontvangen dan de gave om in geestelijke talen te bidden. Een voorbeeld daarvan zien we in Handelingen 10, waar mensen tegelijk tot geloof kwamen en in geestelijke talen gingen bidden:
"Terwijl Petrus nog aan het woord was, daalde de heilige Geest neer op iedereen die naar zijn toespraak luisterde. De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen, want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen. Toen merkte Petrus op: ‘Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de heilige Geest hebben ontvangen?’" (Handelingen 10:44-47, NBV2004)
Anderen spreken over een ervaring van nieuwe kracht die door hen stroomt om een bepaalde taak uit te voeren. Weer anderen ervaren een krachtige vrede en besef van Gods voortdurende aanwezigheid, sterker dan bij hun wedergeboorte. De meesten ervaren het als een overgang naar een nieuw stadium in het herscheppingsproces van hun leven. Bijbelleraar Derek Prince noemt het een 'toegangspoort naar een nieuwe dimensie in ons christen-zijn'. Er zijn ongetwijfeld veel meer manieren waarop de Heilige Geest zich manifesteert.
Vervulling met de Heilige Geest kan gezien worden als een voorproefje op de krachten van de 'toekomende eeuw' (Hebreeën 6:4-5), wanneer alles tot volmaaktheid zal komen. Het is een bovennatuurlijk gebeuren, evenals de wedergeboorte.
In sommige kerkelijke kringen komen we de volgende opvattingen tegen:
Ik geloof persoonlijk dat deze beweringen te kort door de bocht gaan. Immers, bij wedergeboorte komt de Heilige Geest in de gelovige wonen (Efeziërs 1:13) en verder mag niemand Gods werk beperken tot zijn persoonlijke ervaringen of denkbeelden. Niemand mag zijn eigen ervaring tot norm voor anderen verheffen. Aan de andere kant mogen we de gave van bidden in een geestelijke taal niet opzij schuiven als iets overbodigs. Als God iets aanbiedt, wie zijn wij dan om te zeggen dat we ook wel zonder kunnen? Integendeel, het is een gave waar we ons naar horen uit te strekken.
Voorstanders van deze opvattingen merken op dat de gave van bidden in een geestelijke taal het enige onomstootbare BEWIJS is van vervuld zijn met Gods Geest. Die gedachte wordt inderdaad door het Nieuwe Testament ondersteund. Maar je kunt dit niet omkeren door te zeggen dat als dit bewijs ontbreekt, er geen vervulling kan zijn.
Zie meer hierover in onderwerp 'Bidden in een geestelijke taal' in hoofdstuk 'Geestelijke gaven'.
Enkele voorbeelden
Op zich kan men ongeveer hetzelfde zeggen over de inwoning van Gods Geest. Het verschil zit vooral in de intensiteit en de diepgang ervan.
Vervuld met de Heilige Geest zijn en blijven hoort bij het normale christelijke leven. Het is zelfs een Bijbels gebod:
" ... word vervuld met de Geest ..." (Efeziërs 5:18, HSV2010)
De gebruikte tijdsvorm in de Griekse brontekst laat zien dat het een doorgaand proces is: laat je steeds weer vol worden met de Heilige Geest. Helaas wordt dat aspect in geen enkele Nederlandse Bijbelvertaling weergegeven, maar het is wel belangrijk. De zin staat bovendien in de lijdende vorm. Wij kunnen onszelf niet vullen, alleen maar ons hart als woon- en werkruimte aanbieden. We moeten ons dus voortdurend door God laten vullen met de Heilige Geest'.
"Voortdurend vervuld worden is de opdracht. Als wij dit niet aan ons laten doen, zal de belangrijkste geestelijke ervaring die wij misschien eerder gehad hebben, worden tot een herinnering uit het verleden, terwijl wij in het heden leeg, verslagen en uitgedroogd zijn. Ook als wij zondigen, heeft het bloed van Christus zijn kracht niet verloren, maar is er ruimte om terug te komen in de herstelde relatie met God . Ik kan mijn kilheid en geestelijke verstarring niet anders kwijtraken dan door het geloof in wat Christus voor mij heeft volbracht." (Roy Hession)
Een vervulling met de Heilige Geest is niet bedoeld als een eenmalige gebeurtenis voor de rest van je leven. Als het goed is maak je na de eerste keer nog diverse keren mee dat je een krachtige impuls van de Heilige Geest ontvangt. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan:
Blijft het vuur van Gods Geest altijd even krachtig branden in je hart? We weten wel beter! Hier volgt een citaat van een opwekkingsprediker uit vroegere tijden:
"Veel gelovigen denken dat ze na één keer met de Heilige Geest vervuld te zijn, altijd daarna vol zullen zijn. Maar o mijn vrienden, wij zijn als lekkende vaten en moeten voortdurend vlak onder de fontein gehouden worden om vol te blijven." (Dwight L. Moody)
Paulus schrift hierover:
"Doof het vuur van de Geest niet ..." (1 Tessalonicenzen 5:19, GNB1996)
Hier gebruikt hij het beeld van een vuur dat kan uitgaan als je het niet op de juiste manier verzorgt. Vuur wordt in de Bijbel vaak genoemd als een beeld van warmte, licht en energie. Warmte kan worden ervaren als een gevoel van vrede en blijdschap. Je verstand wordt verlicht door bovennatuurlijk inzicht. Je ontvangt energie en kracht om boven jezelf uitgetild te worden bij het vervullen van de levenstaken die God je geeft.
Je kan het vuur van Gods Geest uitdoven doordat je bepaalde zonden gaat koesteren, of gebonden raakt door verslaving, door wrok of gebrek aan vergevingsgezindheid.
Wat was het directe gevolg van de komst van de Heilige Geest in de harten van de apostelen? Ze zeiden niet tegen elkaar: "Wat heerlijk om zo'n fijne geestelijke ervaring mee te maken!" Ze waren niet vol van hun ervaring, maar vol van Jezus. Vol zijn van de Heilige Geest en vol zijn van Jezus is eigenlijk hetzelfde. Daarom konden de apostelen ook niet anders dan vertellen over wat Jezus allemaal had gedaan. Ze deden dat in de vreemde talen die de Geest hen deed spreken (Handelingen 2:4,11). In zijn toespraak benadrukte Petrus de glorie van Jezus op de troon van God, die de Heilige Geest had gezonden om daarmee zijn koningschap te bevestigen (Handelingen 2:32-36).
Lees meer hierover in onderwerp 'Toegewijd aan Jezus' in hoofdstuk 'Toewijding'.