5.3.1. Verandering van denken
WORD veranderd
"En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word
innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw
gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en
volmaakte wil van God is." (Romeinen 12:2, HSV2010)
Geloofsgroei is in de
eerste plaats een
verandering van DENKEN die God tot stand brengt door de actieve werking van Gods
Geest vanuit het hart van de gelovige. Jammer genoeg kennen veel
kerkgangers dat leven vanuit Gods Geest niet of nauwelijks.
Daardoor zijn ze voornamelijk aangewezen op hun eigen wilskracht als
ze willen veranderen. Als zij in de Bijbel aansporingen lezen tot vernieuwing
van denken vatten zij die onmiddellijk op als opdrachten om dat proces ZELF
uit te voeren, maar dat levert bitter weinig resultaat op. Gelukkig zijn er andere gelovigen die
door die woorden juist een sterker verlangen krijgen naar
vervulling met Gods Geest.
Dan zijn ze op de goede weg.
Ik kan niet genoeg benadrukken dat de Bijbel in de hiervoor aangehaalde
Bijbeltekst zegt: "WORD veranderd" en niet: "VERANDER
JEZELF" Sommige vertalingen poetsen dat stukje betekenis weg, zoals de
NBV2004
vertaling waarin we lezen: "U moet ... veranderen door uw gezindheid
te vernieuwen." Door deze vertaling word je precies op het verkeerde
been gezet omdat je het kunt lezen als een aansporing om jezelf te veranderen.
In de brontekst staat letterlijk: "Laat er een metamorfose plaatsvinden
in je
innerlijk." Vrij weergegeven: "Stel je open om door Gods Geest
van binnen te worden veranderd zodat je op een totaal nieuwe manier gaat
denken." Het gaat dus niet om een paar kleine aanpassingen, maar om een
herschepping van je denkwijze. Dat is een proces waar je samen met God doorheen
gaat.
Innerlijke verandering
Aan de ene kant is het dus de Heilige Geest die je verstand verlicht
met zijn waarheid. Dan gaan de woorden van God voor je
'open'. Aan de
andere kant heb je als gelovige de opdracht en uitdaging om de waarheid te zoeken
en je gedachten ermee te vullen:
"Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al
wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat
welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk
dat." (Filippenzen 4:8, HSV2010)
Als je je hart openstelt voor Gods
Woord en verlangt om vanuit zijn kracht te leven, zul je deze vernieuwing
van denken ook ervaren. God verlangt ernaar je te vernieuwen.
De enige beperkende factor ... ben je zelf. Er is een immens verschil tussen
wie jij vandaag bent en wat God van je zou
willen maken. Ik hoop van harte dat jij en ik altijd blijven verlangen om steeds
weer verder door Gods Geest vernieuwd te worden. Bij elke levende relatie moet er
altijd gewerkt worden aan groei en verdieping. Dat geldt voor het
huwelijk,
voor
vriendschappen. Voor het leven in verbondenheid met God geldt hetzelfde.
Denken vanuit de hemel
De nieuwe manier van denken, die Jezus aan de mensen probeerde uit te leggen,
was vooral: denken vanuit de hemel. Dat begint bij het besef dat God goed is en uitsluitend
het allerbeste met je voor heeft.
"elke goede gave, elk volmaakt geschenk komt van boven,
van de Vader van de hemellichten; bij hem is nooit enige verandering
of verduistering waar te nemen." (Jakobus 1:17, NBV2004)
God houdt van je. God KAN je het allerbeste geven, God WIL het en Hij ZAL het
doen. Deze kernwaarheid moet je in geloof vastgrijpen, je eigen maken en nooit
meer loslaten, ongeacht je levensomstandigheden en wat er ooit met je gebeurt.
De nieuwe manier van denken heeft vrede als belangrijkste kenmerk:
de vrede die God geeft, die je bevrijdt van onrust en krampachtigheid,
van je beklemmende afhankelijkheid van je omstandigheden:
"Dan zal de vrede van God,
die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus
Jezus bewaren." (Filippenzen 4:7, NBV2004)
Eigen verantwoordelijkheid voor je gedachten
Als mens ben je zelf verantwoordelijk voor je gedachten. God heeft je een wil
gegeven om ZELF te bepalen wat je denkt. God bestuurt je gedachten niet, want
dat behoor je zelf te doen. Om een gezonde manier van denken te hebben, denk dan
vanuit het goede dat de Bijbel je aanreikt: God is goed, Hij wil je innerlijk
vernieuwen zodat je volkomen vrij bent in je gedachten.
Net zo goed als je zelf als eerste verantwoordelijk bent voor
de gezondheid van je lichaam en ervoor moet zorgen dat je op een verantwoorde
manier eet, rust neemt, enzovoort, bent je ook zelf verantwoordelijk voor je
gedachten. Oefen je dus in een gezonde discipline van denken. Geloof me, de
volgende eenvoudige tips zijn goud waard:
- Laat je gedachten geënt zijn op waarheid en niet op leugen.
- Als er verkeerde gedachten bij je opkomen, wijs ze onmiddellijk af en
denk er niet verder over na.
- Probeer 's nachts niet of bijna niet te
denken, want dat kan vaak tot langdurig piekeren leiden.
God heeft je de nacht gegeven om te rusten en de dag om
dingen te bedenken.
Kom uit de gevangenis van je gedachten
Veel mensen, ook gelovigen, zijn slaaf van gedachtestromen die hun innerlijke
vrede ontnemen. Vaak zijn het gedachten die gebaseerd zijn op
leugens of op eigen verbeelding. Daarvan worden in de volgende onderwerpen van
dit hoofdstuk een aantal voorbeelden uitgewerkt. Als je vastzit in
bepaalde gedachtepatronen die je bezighouden en waar je soms van wakker ligt,
dan ben je in feite de gevangene van je gedachten. Erken het maar. Het erge is dat de satan deze
gedachtestromen goed kan gebruiken om je van God te verwijderen en je je
innerlijke rust te
ontnemen.
Tot zover het slechte nieuws. Maar het goede nieuws is dat je als gelovige in
staat bent om los te komen uit de gevangenis van je gedachten. De knop om de deur van je
gevangenis te openen zit namelijk aan de binnenkant. God heeft je geroepen tot
vrijheid. Die gedachten, die je zo beheersen, moet je in Jezus' naam afwijzen en
van je afschudden. Het zijn je vijanden en die horen zich niet in je
innerlijk te nestelen. Er is
soms heel wat
innerlijke geestelijke strijd nodig om tot rust te komen, maar de
Heilige Geest, die in elke
wedergeboren gelovige woont,
is je kracht en
je overwinning. Ga ervoor!
Volgend onderwerp: 5.3.2. Zelfbeeld en identiteit