banner image

 

5.4.12. Niet moorden

Dit gebod gaat over je houding tegenover mensen waarvan je vindt dat ze jou kwaad hebben gedaan. Wil je hen het liefst afstraffen of respecteren en vergeven?

Het zesde van de tien geboden

"Pleeg geen moord." (Exodus 20:13, NBV2004)

Jezus scherpte deze leefregel nog verder aan door de innerlijke houding van de mens te benadrukken en zei:

"U hebt gehoord dat tegen uw voorouders gezegd is: U mag niet doden. Wie iemand doodt, moet zich verantwoorden voor de rechtbank. Maar ik zeg u: ieder die kwaad is op een ander, moet zich voor de rechtbank verantwoorden ..." (Matteüs 5:21-22, GNB1996)

Daarmee geeft Jezus aan dat de bedoeling van dit gebod eigenlijk is om geen negatieve, boosaardige of dreigende houding in ons hart toe te laten ten opzichte van onze medemensen. Zulke gedachten kunnen uiteindelijk leiden tot ruzie, gevechten en zelfs doodslag.

"Want de woede van een mens brengt niets voort dat in Gods ogen rechtvaardig is." (Jakobus 1:20, NBV2004)

"Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar, en u weet dat een moordenaar het eeuwige leven niet blijvend in zich heeft." (1 Johannes 3:15, NBV2004)

Dit gebod werd al aan Noach gegeven:

"Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt." (Genesis 9:6, NBV2004)

De waarde van het leven

Uit heel de Bijbel blijkt dat God het leven van zeer hoge waarde acht. Een voorbeeld vinden we in het Bijbelboek Jona, waar we lezen dat Jona zich ergerde over het feit dat God de stad Nineve niet had verwoest. En daar had hij nou juist zo naar uitgekeken! God sprak hem aan op zijn gebrek aan bewogenheid:

"... zou ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen ... en dan nog al die dieren!" (Jona 4:11, NBV2004)

Ook wij dienen dus met respect om te gaan met zaken van leven en dood. Ook moeten we ons onthouden van alle vormen van wraak, geweld en onderdrukking en ons inzetten om zwakkeren te beschermen.

Deze leefregel houdt ook in dat we het leven van anderen en van onszelf belangrijk vinden, uit respect voor de Schepper van het leven. Dus aandacht besteden aan een gezonde levensstijl en niet je gezondheid schade toebrengen door ongezonde gewoonten als roken, overmatig eten of overmatig alcoholgebruik.

Beschermwaardigheid van het leven

Dat is in deze tijd geen vanzelfsprekendheid. We denken dan natuurlijk in de eerste plaats aan het gemak waarmee abortussen worden uitgevoerd en goedgepraat. Het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere vrouw wordt belangrijker geacht dan de belangen van het ongeboren kind. De grote aantallen mensen die gedurende de eerste twee wereldoorlogen zijn gedood, vallen in het niet bij het aantal ongeboren kinderen dat sinds die tijd wereldwijd is vermoord. Deze stroom van onschuldig vergoten bloed schreeuwt ten hemel. We hebben het hier naar mijn mening over één van de grootste misdaden van onze mensheid, over bloed vergieten op grote schaal. En het is nog wettelijk toegestaan ook.

Het is God die het leven heeft gegeven en die het eenmaal zal terugnemen. Leven komt uit de Schepper voort en het blijft zijn eigendom, ook jouw leven. Daarom geloof ik dat het niet Gods bedoeling is dat christengelovigen euthanasie laten uitvoeren wanneer ze naar eigen zeggen 'klaar met leven' zijn. Meestal heeft zo'n doodswens een diepere oorzaak, zoals eenzaamheid of een gevoel van uitzichtloosheid. Wanneer zulke mensen voldoende zorg en aandacht krijgen, kijken ze er meestal heel anders tegenaan.

"... Ik (=Jezus) heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk." (Openbaring 1:18, NBV2004)

Zelfmoord is eeuwen lang beschouwd als een onvergeeflijke zonde. Ik geloof niet dat de Bijbel die gedachte ondersteunt, ook al zijn de Bijbelfiguren, die zichzelf hebben gedood, meestal geen mensen die dicht bij God leefden. Ik kan wel begrip opbrengen voor mensen die in diepe wanhoop een einde aan hun leven maken. Het is verschrikkelijk tragisch, maar ik durf niet te zeggen dat zulke mensen daarvoor in het hiernamaals extra zwaar gestraft zullen worden. De beoordeling van hun leven laat ik graag aan God over.

Wraakzucht en vergeldingsdrang

Als gelovige mag je geen wraak nemen tegenover mensen van wie je vindt dat ze je hebben benadeeld. Natuurlijk mag je vragen om de geleden schade te vergoeden, excuses aan te bieden of wat ook maar nodig is om het weer goed te maken, maar niet meer dan dat. Wraakzucht en het verlangen om het de ander betaald te zetten is een ernstige zonde.

"Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat dat over aan Gods toorn; er staat immers geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal vergelden, zegt de Heer." (Romeinen 12:19, WV2012)

Het bekendste Bijbelse voorbeeld is David, die tot tweemaal toe het leven van zijn aartsvijand Saul heeft gespaard, terwijl hij de kans had hem te doden. Hij zei hierover tegenover koning Saul:

"Laat de HEER beslissen wie van ons beiden in zijn recht staat en laat de HEER mij op u wreken; ik zal mijn hand niet tegen u opheffen." (1 Samuel 24:13, NBV2004)

Op die manier bezondigde David zich niet en dwong hij respect af van vriend en vijand. In navolging van Jezus, die zelfs gebood om vijanden lief te hebben, schreef de apostel Paulus:

"Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede." (Romeinen 12:21, NBV2004)

Vergeven

Een christengelovige behoort een vergevende houding te hebben tegenover anderen, ook als ze ons iets heel ergs hebben aangedaan.

"Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te strooien. Ik ben de HEER. Wees niet haatdragend ... laad niet omwille van een ander schuld op je door je te wreken of wrok te blijven koesteren. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER." (Leviticus 19:16-18, NBV2004)

Respecteren is het sleutelwoord in de relatie tussen mensen en liefde is de motivatie om het ook te doen.

Zie ook onderwerp 'Bitterheid en wrok' in Hoofdstuk 'Omgaan met beproevingen'.