banner image

 

5.4.15. Niet kwaadspreken

Dit gebod gaat over eerlijkheid of bedrog, over goed spreken of kwaadspreken over een ander.

Het negende van de tien geboden

"Leg over een ander geen vals getuigenis af." (Exodus 20:16, NBV2004)

De woordkeuze in deze leefregel doet vooral denken aan getuigen in een rechtspraak. Maar het gebod kan ook breder opgevat worden over alle vormen van liegen en kwaadspreken.

"... lieg niet en bedrieg je naaste niet. Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER." (Leviticus 19:11-12, NBV2004)

"Verspreid geen valse geruchten ..." (Exodus 23:1, GNB1996)

Eerlijkheid

"Een betrouwbaar woord houdt altijd stand, een leugen slechts voor korte tijd." (Spreuken 12:19, NBV2004)

"Bedriegers zijn de HEER een gruwel, wie waarachtig handelen, zijn hem welgevallig." (Spreuken 12:22, NBV2004)

Paulus schreef over dit thema:

"Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid tegen elkaar, want wij zijn elkaars ledematen." (Efeziërs 4:25, NBV2004)

Deze woorden kunnen ook worden toegepast op het geven van een goed, waarheidsgetrouw getuigenis van andere mensen.

Zie meer hierover in onderwerpen 'Eerlijkheid' en 'Echtheid' in hoofdstuk 'Waarheid en leugen'.

Negatief spreken over anderen

We mogen andermans woorden niet verdraaien, niet liegen of lasteren, maar met respect over anderen spreken. Door negatief over anderen te spreken, bestelen we die personen van hun eer en bovendien kan het bij die personen schade veroorzaken. Negatief gepraat over iemand kan de werking hebben van een vloek, waardoor de satan meer ruimte krijgt om die ander kwaad te doen.

Hieraan verwant is ook het Bijbelse verbod van het waardeoordelen uitspreken over medegelovigen. Jakobus legt uit dat dit wie dit doet, eigenlijk 'op Gods plaats gaat zitten':

"Broeders, spreek geen kwaad van elkaar. Wie van zijn broeder kwaad spreekt en over zijn broeder oordeelt, spreekt kwaad over de wet en oordeelt over de wet. Als u over de wet oordeelt, bent u geen dader van de wet, maar een rechter. Er is één Wetgever, namelijk Hij Die kan zalig maken én te gronde richten. Maar wie bent u, die over de ander oordeelt?" (Jakobus 4:11-12, HSV2010)

Het tegenovergestelde is ook waar: door positief over iemand te spreken ontvangt de ander een zegen en bouw je zijn leven op. Besef wel dat wat je zegt, ook een bepaalde werking heeft in de geestelijke wereld. Je woorden hebben meer effect dan je denkt!

Zie ook onderwerp 'Zegenen' in hoofdstuk 'Zegenende liefde'.

Roddelen

Roddelen begint bijna altijd met het oordelen of veroordelen van een ander. Er wordt in de wereld enorm veel geroddeld over andere mensen. Maar ik ben nog nooit iemand tegengekomen die zei dat hij een roddelaar was. Wat blijkt: ons eigen geroddel noemen we geen kwaadspreken maar gewoon 'iets zeggen over een ander', maar geroddel van anderen valt ons veel eerder op als kwaadspreken. Soms merken we niet eens dat iemand in ons bijzijn zit te roddelen, omdat we diep in ons hart net zo over die persoon denken als de roddelaar.

Zeg dus nooit iets negatiefs over iemand, behalve in het uitzonderlijke geval dat het echt nodig is en het voor het welzijn van die persoon is. Spreek dus altijd met respect over ieder ander persoon en laat hem in zijn waarde. En wanneer iemand in jouw bijzijn roddelt, zeg dan iets goeds over die persoon. Je zult verbaasd staan hoe snel het roddelen dan ophoudt. En de kans is groot dat de roddelaar daarna ook niet meer roddelt in jouw bijzijn, want roddelaars praten het liefst met andere roddelaars.

Zie ook onderwerpen:
- 'Kritische gedachten' in onderwerp 'Anders denken'
- 'Balk en splinter' in hoofdstuk 'Gelijkenissen van Jezus'.