6.3.6. Zelfbeklag
Verdriet
"Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen,
een tijd om te rouwen
en een tijd om te dansen." (Prediker 3:4, NBV2004)
Dit is niet zomaar een spreuk, maar een Bijbels advies! Ja, neem de tijd om
verdrietig te zijn als je iets moeilijks meemaakt. Vergeet dat niet, want als je
je verdriet wegstopt groeit het binnen in je en komt het later in ergere mate terug.
Maar voor elk verdriet komt
er een tijd om het achter je te laten en verder te leven. Men zegt dat de tijd
alle wonden geneest. Dat is niet helemaal waar, maar voor een deel wel. Sommige
mensen gaan hun verdriet koesteren en voelen zich schuldig of onwennig als ze
vrolijk of opgewekt zijn onder moeilijke omstandigheden. Dat is niet nodig. Voor
alles is een tijd. Maar blijf niet steken in je verdriet!
Blijven steken in zelfbeklag
Als je blijft steken in vluchtgedrag,
boosheid of
bitterheid
en niet in bent om te vergeven en het leven te
aanvaarden zoals het is, glijd je langzaam maar zeker weg in het moeras van
zelfbeklag. Als je jezelf beklaagt, heb je niet je
eigen verantwoordelijkheid aanvaard om
je leven op de rit te krijgen. Door zelfbeklag word je een slaaf van je
problemen en dat is een vorm van
gebondenheid.
Daarmee bouw je je eigen gevangenis waar je niet gemakkelijk uitkomt.
Zelfbeklag is één van de meest voorkomende oorzaken van
neerslachtigheid.
Dat zijn gesteldheden die je gevoelsleven lam kunnen leggen.
De meeste mensen beschouwen zelfbeklag niet als zonde, maar
vinden dat ze het volste recht hebben om zo te denken.
Met alle begrip voor de moeilijke
worsteling die veel mensen
hebben om hun levensomstandigheden te accepteren, is zelfbeklag gewoon een
zondige houding, evengoed als bitterheid en wrok. Waarom?
Omdat je jezelf daarbij in het middelpunt plaatst, je
levensomstandigheden belangrijker vindt dan Gods plan met je leven. Dat is een
uiting van ongeloof, waarbij je jezelf afsluit voor God en zijn zegen.
Deze zonde van zelfbeklag dient beleden te worden aan God.
Het blijft anders een barrière voor de doorwerking van
zijn Geest in je leven.
Door zelfbeklag doe je God veel verdriet doordat je zijn hulp weigert te
aanvaarden. Deze woorden klinken misschien hard, maar ze zijn
wel waar.
Slachtoffergedrag
Veel beproefde gelovigen van vandaag zien zichzelf al snel als
slachtoffers van hun omstandigheden. Dat is een dodelijke vergissing, waardoor
ze zich niet meer verantwoordelijk voelen om een weg te zoeken naar de
overwinning. Binnen de kerkelijke gemeente blijven zij langdurig leunen op de ondersteunende
zorg van
anderen. Dat is de eerste tijd heel normaal, maar uiteindelijk
moeten zij toch leren om zelfstandig verder te
gaan, in vertrouwen op God.
In de Bijbel lezen we meer over
correctief dan over ondersteunend pastoraat, want God wil dat we leren op Hem te
vertrouwen en niet op mensen. Dat leren we door onze gedachten te richten op God,
op wie Hij is en
op wat Hij van ons wil maken. Er is een correctieslag nodig om jezelf niet te
laten meeslepen door je gevoelens, maar je verstand te laten
inspireren en onderwijzen over de werkelijkheid die van God is. Snel klagen is
een kenmerk van gelovigen in het geestelijke babystadium, die nog veel moeten
leren voordat ze geestelijk volwassen zijn. Denk maar aan de
woestijnreis van het volk Israël, waarbij de mensen bleven klagen en daardoor
het beloofde land (=volwassen geloofsstadium) moesten missen waartoe ze bestemd
waren.
In deze tijd blijken er steeds meer mensen te zijn die niet kunnen omgaan met
levensproblemen en tegenslagen. Daarvoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen,
zoals
het feit dat wij leven in een omgeving van ongekende welvaart. We menen recht te
hebben op geluk, op aandacht van de overheid en zorginstanties. We hebben
daardoor veel te weinig weerstand tegen moeilijke omstandigheden. Tegelijk
willen we blijven doen wat we willen. We willen niet gecorrigeerd
worden, ook niet door God of zijn Woord. Onze generaties zijn erg kwetsbaar en
zwak geworden. We maken ons leven comfortabel en aangenaam door de vele
voorzieningen en mogelijkheden tot vermaak en ontspanning. Zijn we daarmee
slachtoffer van onze verwende samenleving? Jazeker, maar als gelovige ben je
ervoor verantwoordelijk om niet op te gaan in de mooie dingen van de wereld,
maar je daarin te matigen en je vreugde, kracht en identiteit
vooral te zoeken in de dingen van Gods
koninkrijk. Hoe meer je in tijden van voorspoed geleerd hebt je bronnen in
God te vinden en niet in je levensomstandigheden, hoe meer je weerbaar bent in tijden
van beproeving. Een tijd van beproeving kan je helpen je prioriteiten aan te
passen en voor een geestelijk gezondere levensstijl te kiezen. Dit kan een
waardevol leerproces zijn.
Voorbeeld van zelfbeklag 1: Naomi
Een Bijbels
voorbeeld van iemand die zichzelf vooral als slachtoffer zag was Naomi,
nadat haar man en
haar twee zonen
in het buitenland waren gestorven. Haar
bittere levenshouding blijkt uit de volgende woorden van haar:
"... Noem mij Mara, want de Almachtige heeft mij veel bitterheid
aangedaan." (Ruth 1:20, NBG1951)
Naomi had niet door dat zij en haar familieleden zelf hun eigen land hadden
verlaten en zich daardoor hadden afgekeerd van Gods zegenende aanwezigheid.
Toch kreeg God de schuld! Gelukkig heeft Naomi na haar terugkeer naar
Betlehem betere tijden meegemaakt en de zegen van God ervaren, maar het feit blijft
dat ze tijdelijk in het moeras van zelfbeklag was
weggezakt. Zonder haar schoondochter Ruth, die een onbevangen geloof in de God
van Israël had, was ze daar waarschijnlijk nooit uitgekomen!
Sommigen geven andere mensen de schuld van hun moeilijke
levensomstandigheden of strooien met onredelijke verwijten naar de
mensen om hen heen, zo van
"waarom geven jullie me niet meer aandacht?" Mensen die hun eigen
problemen niet aankunnen hebben de neiging om de schuld aan anderen toe te
schrijven, desnoods aan God. Dan voelen ze zich niet verantwoordelijk om naar
een oplossing te zoeken of om hun leven weer op orde te brengen. En wie moet het
dan doen?
Voorbeeld van zelfbeklag 2: Elia
Ook volwassen gelovigen kunnen verstrikt raken in zelfbeklag. De
profeet Elia stond
op het hoogtepunt van zijn bediening toen God
zijn gebed verhoorde bij de berg Karmel door
vuur uit de hemel te doen neerdalen op zijn offer. Alle aanwezigen riepen daarna
in koor: "De Heer is God". Toen daarna koning Achab en koningin Izebel
NOG niet tot
inkeer waren gekomen en Izebel zelfs een dreigbrief naar Elia stuurde, raakte
deze zo gedeprimeerd dat hij wilde sterven. In het
gesprek met God bij de berg Horeb zien we dat Elia zich puur had laten leiden
door zelfbeklag, waardoor hij het zicht op de werkelijkheid was kwijtgeraakt.
God had begrip voor de situatie en hielp hem weer verder. Lees het maar na in 1
Koningen 19.
Zie meer hierover in
onderwerp 'Neerslachtigheid'
in hoofdstuk 'Anders denken'.
Volgend onderwerp: 6.3.7. Vluchten naar God