"We moeten leren loslaten wat we niet kunnen vasthouden,
en vastgrijpen wat we niet kunnen kwijtraken."
"Er is een tijd om te huilen ..." (Prediker 3:4, NBV2004)
Als je een groot verlies hebt geleden, is het zaak om het verlies onder ogen te zien. Daar mag je verdriet om hebben, want het doet je wat. In onze cultuur is het niet gebruikelijk om ergens al te lang over te treuren, want verdriet wordt collectief weggestopt. Veel mensen zijn geneigd de stap van het treuren over te slaan, omdat treuren pijnlijk is en omdat hun emoties erdoor in de war raken. Toch hoort verdriet bij het accepteren van de realiteit wanneer je iets moeilijks meemaakt. Als je gewoon erkent in welke narigheid je bent terechtgekomen en op een gezonde manier uiting geeft aan je verdriet, zul je eerder kracht vinden om het heden te aanvaarden en met vertrouwen de toekomst tegemoet te zien.
Er wordt in onze samenleving weinig gesproken over rouwen en als iemand rouw draagt, dan doet hij dat stilletjes en in zichzelf gekeerd. En de omgeving vindt dat voor een poosje wel goed, maar na niet al te lange tijd wordt er wel verwacht dat je er overheen bent.
Ik heb jarenlang in Papoea Nieuw Guinea gewoond en als daar iemand overlijdt gaat men er heel anders mee om. Het hele dorp rouwt en weeklaagt. Mensen komen in het huis van de gestorvene om luidkeels te huilen met de nabestaanden. De nabestaanden zelf huilen de eerste dagen immens veel en iedereen vindt het normaal. Er wordt eten voor ze gekookt en ze worden de eerste tijd nooit alleen gelaten. Geloof me gerust dat zij eerder klaar zijn met hun rouwproces dan wij westerlingen, die ons verdriet liever wegstoppen. Ook binnen de Joodse cultuur zijn gezonde rouwgebruiken gedurende een vol jaar, die bewezen hebben een krachtige ondersteuning te zijn voor mensen die in rouw zijn.
Als je een groot verlies hebt geleden, moet je steeds tussen twee gevaarlijke klippen doorzeilen:
Het lukt geen van beide, want in beide gevallen kom je op een krampachtige manier buiten de werkelijkheid te staan. Sommigen doen de kleren en de meeste spullen van een overleden persoon onmiddellijk weg, anderen bewaren en koesteren deze dingen en houden bijvoorbeeld een kinderkamer jarenlang zoals die was of de klerenkast vol met zijn of haar kleding.
Ik geloof dat het belangrijk is de herinneringen een goede, positieve plek in je hart te geven en die als een schat te bewaren. Vlucht vooral niet weg voor je herinneringen. We moeten het verleden namelijk wel in ere houden, maar het niet verheerlijken en mooier maken dan het was. Want als we geen reƫel beeld van het verleden hebben, kunnen we ook niet goed met het heden omgaan.
God wil niet dat we de goede dingen uit het verleden wegdrukken omdat ze pijn doen, maar om ze een passende plek in ons hart te geven. Daarmee wordt het verdriet en de pijn ondergeschikt gemaakt aan de vreugde die God geeft. Veel gelovigen weten niet dat je tegelijkertijd kan huilen om wat je kwijt bent en God met een blij hart kan prijzen omdat je zijn goedheid zo intens ervaart.
Grote veranderingen in je leven kunnen ook veel innerlijke spanning opleveren. Dan denken we bijvoorbeeld aan verhuizen naar een andere plaats of streek, emigreren naar een ander land, het wennen aan een andere taal of cultuur, een tweede huwelijk, de overgang naar een andere kerkelijke gemeente, een nieuwe werkkring, pensionering, enzovoort. Voordat je weer voluit kan genieten van je nieuwe situatie moet er ook een proces van loslating plaatsvinden. Hoe ouder je bent, hoe meer tijd daarvoor nodig is. Het is te vergelijken met het verplanten van een boom. Op de nieuwe plek geef je hem extra goede grond, je verwent hem met bemesting en extra veel water en toch blijft de boom er de eerste jaren verpieterd uitzien. Je ziet gewoon dat hij letterlijk nog niet geaard is en de groei blijft uit. Zo werkt de menselijke natuur ook. Je hebt tijd nodig om veranderingen te verwerken. Gun jezelf die tijd dan ook maar.
Misschien kijk je met een zekere weemoed terug naar vroegere tijden. Of naar je vorige baan waar je zo van genoot, je vorige woonplaats, de begintijd van je leven als christen of van je huwelijk, je vroegere kerkelijke gemeente of je vroegere relaties met mensen. Maar als je die gevoelens steeds voedt en aanwakkert, groeit je afkeer van het heden en blijft je geestelijke ontwikkeling stilstaan. Als je te lang met je ene been in het verleden blijft leven gaat het gewoon fout met je. Je mag de schatten uit het verleden (goede herinneringen en alles wat je toen geleerd hebt) in je hart blijven dragen, maar laat het geen ongezonde bindingen worden die je belemmeren in het heden te leven. Daardoor wordt het heden een gevangenis voor je en op den duur misschien wel ondraaglijk.
Probeer het eens te bekijken vanuit het perspectief van Gods plan met je leven. Het leven met God is een voortdurend ontwikkelingsproces waarin verschillende tijden zijn. Elke, maar dan ook elke periode in je leven heeft zijn waarde en zijn doel in Gods plan. Dus ook je levensomstandigheden van nu. Gebondenheid aan het verleden moeten worden afgelegd door in het geloof het heden en de toekomst uit Gods hand te aanvaarden.
"Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen." (Prediker 3:4, NBV2004)
Er is niet alleen een tijd om te treuren, maar ook een tijd om je verleden achter je te laten en met je toekomst te beginnen. Het is de kunst om dit op het juiste moment te doen: niet te vroeg, maar ook niet te laat.
Loslaten betekent voor een gelovige:
Als je een dierbaar persoon hebt verloren waarvan je mag geloven dat die bij de Heer is, kun je die persoon op een veilige plek 'achterlaten' en bovendien de verwachting koesteren op een spoedig weerzien. Het is waar, je bent in zekere zin geamputeerd en je zult dat altijd blijven. De pijn wordt minder, de lege plek blijft. Maar laat je verleden je niet tot last zijn, maar een springplank voor de toekomst worden. Kijk vooruit, er is nog genoeg om voor te leven!
Als je ongewild werkloos bent geworden, heb je meer verloren dan wat buitenstaanders denken. Je bent ook een belangrijk deel van je identiteit en je waardigheid kwijt, want we ontlenen ons gevoel van eigenwaarde voor een groot deel af naar wat we doen en presteren. Dat geldt vooral voor mannen. Ook daarvoor gelden deze drie geloofskeuzen. Het kan zijn dat God heeft toegestaan dat je je baan kwijtraakte omdat Hij je iets beters wil geven. God is er altijd op uit om groei in je leven te bewerkstelligen, niet om je neer te drukken. Datzelfde geldt ongeveer voor mensen die met pensioen gaan. Ook dan verandert er plotseling zoveel dat je behoorlijk van slag kan raken. Ook dan is het een zaak van je pijn erkennen vanwege je verlies en je uitstrekken naar wat God verder met je leven kan doen.
Loslaten begint met een keuze van de wil. Leef verder met God en vertrouw op een goede toekomst met Hem, die beter zal zijn dan het verleden dat je achtergelaten hebt ... De weg met God is namelijk altijd een weg die omhoog gaat, dichter naar Hem toe.
"... Maar die Hem liefhebben zijn als de opgaande zon in haar kracht." (Rechters 5:31, NBG1951)
Als je goed hebt kunnen loslaten, dan ontstaat er ruimte in je hart om toch te kunnen genieten van het heden. Je beseft dan beter dat je nog genoeg over hebt om mee verder te gaan. Als je het verleden kunt loslaten en je toekomst in geloof in Gods handen kunt leggen, dan hoef je echt geen levenslang pastoraal probleemfiguur te worden. Dan begint er weer glans in je leven te komen, ook al is je verwerkingsproces nog niet afgerond.
Wanneer je de nood van je hart niet langer vasthoudt of koestert, dan kan God je helpen een nieuw begin te maken met je leven. Je verwerkingsproces kan nooit afgesloten worden zonder dat loslaten. Dat is een soort bevrijdingsproces van je hart. Laat los wat je niet kunt vasthouden en laat het in Gods handen, waar het veilig is. Als je losgelaten hebt kan God je lege handen weer vullen, eerder niet.