6.3.17. Redenen voor beproevingen
"De grootste nood van een mens is Gods grootste
kans." (Matthew Henry)
Laten we voorop stellen dat God in geen enkel opzicht verplicht is om aan ons
uit te leggen waarom Hij bepaalde beproevingen in ons leven toelaat. Misschien
zullen we in het hiernamaals antwoorden krijgen op vragen die vandaag
onbeantwoord blijven. Naar de redenen voor Gods toelaten van beproevingen kunnen
we alleen maar gissen, maar er is toch wel iets meer over te zeggen. Hierna gaan
we kijken naar een aantal mogelijke redenen.
Wel kunnen we overtuigd zijn van het volgende: Omdat God goed is en
alleen het allerbeste
met zijn kinderen voor heeft, laat Hij
alleen beproevingen toe die winst opleveren voor zijn
kinderen. Vergeet dat NOOIT!
1. Om je dichter bij Jezus te brengen
Dit is naar mijn mening de belangrijkste reden en de basis voor alle andere
redenen. Want:
"Getrouw is de God die u geroepen heeft tot gemeenschap
met zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus." (1 Korintiërs 1:9, WV2012)
De Bijbel vermeldt twee gebeurtenissen dat Jezus een storm op het meer
van Galilea tot bedaren bracht, terwijl zijn discipelen in hun boot worstelden
en vreesden dat ze zouden vergaan. De eerste keer was Jezus
aan boord (Marcus 4:35-41), maar de tweede keer kwam Hij lopend over het water
naar hen toe (Marcus 6:45-52). Waarschijnlijk wist Jezus
in beide gevallen
van tevoren dat die storm zou komen. De storm kan ook in beide gevallen door de
satan zijn veroorzaakt om Gods plannen te dwarsbomen. Bij de eerste gebeurtenis
maakten de discipelen Jezus wakker
om Hem aan te sporen hen te redden. Bij de tweede gebeurtenis kwam Jezus op
eigen initiatief naar hen toe, lopend over het water.
Zie meer hierover in de onderwerpen 'Storm
op het meer' en 'Lopen over
water' in hoofdstuk 'Wonderen van
Jezus'.
Ongetwijfeld wilde Jezus door deze gebeurtenissen zijn discipelen
leren op Hem te vertrouwen, ook wanneer Hij niet zichtbaar bij hen
aanwezig was. De vraag is: heeft Jezus hen met opzet op die manier
in de problemen laten komen, met als enige doel hen een paar
belangrijke levenslessen te leren? Misschien wel. Maar het is niet
altijd nodig dat die vraag wordt beantwoord. Het is duidelijk dat
God onze nood kent en
gevraagd of ongevraagd ingrijpt als die nood te groot dreigt te worden.
Dat is een heel belangrijk gegeven. Onthoud vooral ook het volgende:
"De golven die een bedreiging vormden voor
de discipelen, waren tegelijk de weg waarop Jezus naar hen toe kwam."
2. Om sterker te worden in afhankelijkheid van God
"maar hij (=God) zei: 'Je hebt niet meer dan mijn genade
nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.' Dus laat ik mij veel liever
voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus in mij zichtbaar wordt.
Omdat Christus mij kracht schenkt, schep ik vreugde in mijn zwakheid: in
beledigingen, nood, vervolging en ellende. In mijn zwakheid ben ik sterk."
(2 Korintiërs 12:9-10, NBV2004)
Veel gelovigen menen dat ze door eigen inspanningen (bijvoorbeeld door
kerkelijke of sociale activiteiten) geestelijke vrucht kunnen dragen, maar dat
is niet zo. Alleen wanneer God in en door de gelovige werkt (via de actieve
aanwezigheid van de Heilige Geest) gebeurt er iets wat eeuwigheidswaarde heeft.
Dat is echte kracht. Die kracht leer je alleen kennen in
verbondenheid met de Heilige Geest en
afhankelijkheid van God. Echt, afhankelijkheid leer je het beste als je eigen
mogelijkheden beperkt worden zodat je
noodgedwongen afhankelijk van God wordt. In beproevingen dus.
Zie ook de
hoofdstukken 'Zwakheid
en kracht' en 'Vruchtdragen'.
3. Om te leren bidden
"Omstreeks die tijd nam koning Herodes enkele leden van de
gemeente gevangen en mishandelde hen ... Terwijl Petrus onder zware bewaking zat
opgesloten, bleef de gemeente vol vuur voor hem bidden tot God."
(Handelingen 12:1,5, NBV2004)
Gelovigen die God gehoorzamen en het evangelie uitdragen krijgen last van
mensen die vijandig staan tegenover God. Daar kregen de
apostelen kort na de eerste
Pinksterdag al gauw mee te
maken. De beste manier om gelovigen wakker te schudden en hen te bewegen om tot
God te bidden om hulp is ook weer ... een beproeving, zoals we lazen in het
aangehaalde Bijbelgedeelte. Nood leert bidden en dat
geldt vooral voor de voorbede.
4. Om tot inkeer te komen
In Jozua 7 lezen we dat het volk Israël onder leiding van Jozua een
nederlaag had geleden toen ze Ai, een kleine stad, probeerden te veroveren. Door deze
nederlaag was het volk erg van slag, want ze
hadden erop gerekend dat God hen steeds zou helpen. Het bleek dat er een vloek
op het volk rustte doordat een zekere Achan iets had buitgemaakt dat voor God bestemd
was.
"Jozua en de oudsten van Israël scheurden hun kleren,
wierpen zich voor de ark van de HEER ter aarde en
gooiden stof over hun hoofd. Zo bleven ze tot de avond liggen." (Jozua 7:6,
NBV2004)
God legde aan Jozua uit wat er aan de hand was en gaf aanwijzingen hoe de
vloek over het volk kon worden tenietgedaan. De schrijver C.S. Lewis heeft
eens gezegd dat beproevingen vaak Gods megafoon zijn om ons
bepaalde dingen duidelijk te maken. Zo kan ook in jouw en mijn leven
een beproeving ertoe leiden dat we ons hart gaan
onderzoeken om te zien of we
hebben gezondigd tegen Gods leefregels of zijn ingegaan tegen
Gods leiding of verkeerde beslissingen hebben genomen,
waardoor we van Gods weg zijn afgedwaald. God wil ons dan weer op
de goede weg terugbrengen.
Zie ook
hoofdstuk 'Omgaan met zonden'.
5. Om nederigheid te leren
In Daniël 4 lezen we over koning Nebukadnessar die uitvoerig ging opscheppen
over wat hij allemaal tot stand had gebracht. Hij kreeg een vorm van
waanzinnigheid gedurende zeven jaren, zodat hij na die tijd de eer zou geven aan
God.
De apostel Petrus meende dat hij meer van
Jezus hield dan de andere discipelen en schepte op over zijn loyaliteit. Als
iedereen Jezus in de steek zou laten, Petrus zou dat nooit doen. We kennen het
vervolg: nog geen dag later
verloochende hij Jezus door te zeggen dat hij Hem niet kende.
Zo kunnen wij ook wel eens tegenslagen meemaken waardoor we in onze eer
worden gekrenkt en lichtgeraakt gaan reageren. Dat iets niets anders
dan gekrenkte trots. De beproeving kan ons dan helpen om onze trotse houding af
te leggen en nederiger te worden.
Zie ook
onderwerp 'Trots
en nederigheid' in
hoofdstuk 'Zwakheid en
kracht'.
6. Om een wending in je leven tot stand brengen
In Handelingen 27-28 lezen we hoe Paulus, toen hij als gevangene naar Rome
werd vervoerd, onderweg een schipbreuk meemaakte, zodat de reisplannen in de war
gestuurd werden. Alle opvarenden moesten op het eiland Malta overwinteren en
daardoor kreeg Paulus de gelegenheid om daar van God te getuigen.
Veel verstoringen van je eigen plannen kunnen interessante wendingen
veroorzaken in je levensloop. Als God die verstoringen toelaat ontstaan er vaak nieuwe
mogelijkheden om Hem te dienen of om gaven te ontwikkelen, die je
daarvoor niet voor mogelijk hield.
Zie ook
hoofdstuk 'Gods
leiding'.
7. Om je karakter te vormen
In Genesis 37-41 lezen we dat Jozef, de zoon van aartsvader Jakob, eigenlijk
een verwend schaap was. Hij verhief zich boven zijn broers en die zetten het hem
betaald door hem als slaaf te verkopen. Hij maakte in Egypte een moeilijke tijd
door, vooral in de gevangenis. Zijn eigenwaan was voorgoed gebroken.
Maar daardoor werd hij juist klaargemaakt voor de functie van onderkoning
van Egypte die hij later zou bekleden. Vanuit die positie zou hij later ook zijn
hele familie voor de hongerdood bewaren! (Genesis 50:20).
Onder moeilijke omstandigheden leer je jezelf pas goed kennen. Dan moet je
goede keuzen
maken en als het goed is word je daardoor meer volwassen en bruikbaar voor de
dienst aan God.
Zie ook
hoofdstuk 'Karakter en geloof'.
8. Om je op te voeden tot geestelijke volwassenheid
In de Bijbel wordt wel gesproken over Gods tuchtiging tegenover gelovigen als
opvoedkundige maatregel. In onze samenleving waarin de 'pedagogische tik' wordt
beschouwd als een vorm van mishandeling zijn we ver afgedwaald van het Bijbelse
standpunt over normale opvoeding van kinderen (Spreuken 13:24).
God weet als geen ander dat terechtwijzen of rechtvaardige straffen
van kinderen (zelfs met billenkoek) een heilzame uitwerking heeft.
Zeg dat maar eens hardop
in onze verwencultuur en iedereen valt over je heen! Wie het beter weet dan God
mag het zeggen.
God laat soms een beproeving toe als een opvoedkundige maatregel (in sommige
Bijbelvertalingen: 'tuchtiging') om je daardoor op
te voeden tot volwassenheid:
"Mijn zoon, een berisping van de HEER
mag je nooit terzijde schuiven, zijn bestraffing moet je zonder afschuw
ondergaan, want de HEER straft wie hij liefheeft,
zoals een
vader die houdt van zijn zoon." (Spreuken 3:11-12, NBV2004)
De schrijver van de Hebreeënbrief haalt deze woorden aan in Hebreeën 12 en
legt daarbij uit dat God 'tuchtigingen' inbouwt in onze levensloop:
"... opdat wij deel krijgen aan zijn heiligheid."
(Hebreeën 12:10, NBG1951)
In het
onderwerp 'Israëls woestijnervaring'
wordt deze gedachte verder uitgewerkt.
9. Om je te zegenen
Een belangrijke vraag bij beproevingen is
dan ook: Heer, wat wilt u mij door dit alles leren? Waartoe dient deze
beproeving? De diepste lessen en
de meeste geloofsgroei maken gelovigen mee tijdens de verwerking van beproevingen. Het
kruis van Jezus
spreekt van het meest afschuwelijke lijden dat ooit op aarde heeft
plaatsgevonden. En
toch is dat zelfde kruis de oorzaak geworden van alle mogelijke
zegeningen die Gods kinderen ontvangen.
Zo werkt lijden altijd iets goeds uit
bij gelovigen, als ze
het maar willen accepteren uit Gods hand. Het leven komt voort uit de dood en
de
graankorrel brengt pas een nieuwe plant voort als de korrel zelf 'gestorven'
is. Het zijn allemaal beelden van hetzelfde principe dat je overal in de Bijbel
tegenkomt.
"Eén ding weten wij: voor wie Hem liefhebben laat God
alles meewerken voor hun bestwil, want Hij heeft een plan met hen."
(Romeinen 8:28, HB2008)
Zulke beloften kunnen nog niet worden vastgepakt door gelovigen die
zojuist iets moeilijks in hun leven hebben meegemaakt. Meestal putten zij er pas
kracht uit als ze wat verderop in het verwerkingsproces zitten.
Ik vroeg God om kracht en ik kreeg moeilijkheden.
Ik vroeg God om wijsheid en ik kreeg problemen.
Ik vroeg God om liefde en ik kreeg mensen op mijn pad.
Ik kreeg niets van wat ik wilde.
Ik vroeg God om kracht en ik kreeg moeilijkheden,
moeilijkheden om te overwinnen.
Ik vroeg God om wijsheid en ik kreeg problemen,
problemen om inzicht over te krijgen.
Ik vroeg God om liefde en ik kreeg mensen op mijn pad,
mensen om lief te hebben.
Ik kreeg niets van wat ik wilde,
maar alles wat ik nodig had.
(van een onbekende auteur)
Zie ook
hoofdstuk 'Gelukkig leven'.
Volgend onderwerp: 6.3.18. Effect van beproevingen