banner image

 

6.2.1. Zelfzuchtige verlangens

Oude en nieuwe natuur

Als wedergeboren gelovige heb je eigenlijk twee tegengestelde naturen: je oude natuur en nieuwe natuur. Die twee naturen manifesteren zich op alle aspecten van je ziel en je hart. Ze hebben betrekking op je gedragspatronen en neigingen die bepalend zijn voor wat je denkt, voelt, wil en doet.

Je oude en nieuwe natuur zijn gezworen vijanden van elkaar. Hier volgen nog enkele tegenstellingen om de begrippen te verduidelijken:

je oude natuur ... je nieuwe natuur ...
... heeft zich gedurende je voorgaande levensjaren stevig genesteld in alle uithoeken van je hart ... is je nieuwe gerichtheid op God die je hebt ontvangen na je bekering, bij je wedergeboorte
... wordt ook wel 'vleselijk' genoemd omdat het vaak de lichamelijke verlangens zijn die je van God aftrekken. ... is geestelijk van aard, vanwege de actieve inwoning van de Heilige Geest
... staat vijandig tegenover de Heilige Geest ... is direct verbonden met de Heilige Geest
... werkt vanuit aardse behoeften en waarden ... werkt vanuit geestelijke behoeften en waarden

Oude en nieuwe natuur

Het is dus je oude natuur waar zelfzuchtige, zondige verlangens en begeerten uit tevoorschijn komen.

"Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt." (Romeinen 13:14, NBG1951)

De term 'vlees' (Grieks: sarkos) kom je in moderne Bijbelvertalingen niet meer tegen. In plaats daarvan lees je termen als 'je wil', 'je zondige ik', 'je menselijke natuur' of 'je lichaam', steeds wat anders. Daardoor kan wel eens begripsverwarring ontstaan. Het is goed de tegenstelling 'vlees' en 'geest' goed te begrijpen, want die komt in het Nieuwe Testament vrij vaak voor. In Herschepping lees je meestal 'oude natuur'.

"... leef volgens de Geest, dan zult u niet toegeven aan uw zondige begeerte. Want de zondige natuur begeert tegen de Geest in en de Geest tegen de zondige natuur in, want ze zijn elkaars tegenstanders, zodat u juist niet doet wat u zou willen doen." (Galaten 5:16-17, WV2012)

Het is van groot belang te weten en te beseffen dat toegeeflijkheid aan zelfzuchtige verlangens een barrière vormt voor de doorwerking van Gods Geest. Hoe meer je leert te leven vanuit je nieuwe natuur, hoe meer je Gods gelukkig makende zegeningen in je leven ervaart. Vanuit je nieuwe natuur groeien je verlangens om te leven naar Gods wil. Je oude natuur probeert allerlei zondige verlangens te stimuleren en staat wijd open voor alle mogelijke verleidingen.

Behoeften, verlangens, begeerten en hartstochten

Deze vier begrippen liggen in elkaars verlengde:

Behoeften, verlangens, begeerten en hartstochten kunnen betrekking hebben op zowel goede als slechte dingen. Maar de woorden 'begeerten' en 'hartstochten' worden in de Bijbel meestal gebruikt om aardse, vleselijke, zondige, zelfzuchtige verlangens aan te duiden. Zoals bijvoorbeeld in de tien geboden:

"Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort." (Exodus 20:17, NBV2004)

Aardse verlangens en begeerten

"Vervuld verlangen is een groot genot..." (Spreuken 13:19, NBV2004)

"Een vervulde begeerte is zoet voor de ziel ..." (Spreuken 13:19, NBG1951)

Op zichzelf zijn verlangens om aardse behoeften te bevredigen heel normaal en niet verkeerd. God heeft ons immers de mogelijkheid gegeven om te genieten van goede dingen. Toen Hij de mens had geschapen, zette Hij hem in een schitterend paradijs waarin alles was wat zijn hart maar kon begeren en alles was er volmaakt goed.

Maar na de zondeval ontstond er een geneigdheid tot zelfzuchtig denken, iets dat we ook wel erfzondigheid noemen. Door die geneigdheid kunnen normale behoeften en verlangens maar al te vaak uitgroeien tot zondige, schadelijke verlangens, begeerten en hartstochten. Dit is het domein van de oude, zondige menselijke natuur.

"Ook wij waren eens onverstandig, ongehoorzaam, op de verkeerde weg, slaaf van allerlei begeerten en lusten..." (Titus 3:3, NBV2004)

Aardse begeerten en hartstochten kunnen voor zeer heftige emoties zorgen die moeilijk te beheersen zijn. Ze schreeuwen je toe dat je alleen maar gelukkig kan worden als je die begeerten bevredigt. Begeerten en hartstochten hebben altijd haast. Ze geven je nauwelijks of geen tijd om na te denken. Je mocht eens doorkrijgen dat ze slecht zijn, voor anderen of voor jezelf!

Zelfzuchtige verlangens en schijngeluk

Hoe meer je toegeeft aan verkeerde begeerten en hartstochten, hoe meer je uit de band springt, hoe losbandiger je dus wordt (Efeziërs 4:19). Je maakt jezelf wijs dat je heerlijk vrij bent, bevrijd van die irritante Bijbelse geboden en verboden. Maar de werkelijkheid is dat je steeds meer verslaafd raakt aan je begeerten en hartstochten.

God geeft veel om van te genieten, maar je moet ervoor waken om toe te geven aan sterke verlangens naar aardse dingen. Begeerten en hartstochten zorgen voor een gat dat nooit gevuld wordt en letterlijk een bodemloze put is. Want als je je begeerten nastreeft en als je die dan uiteindelijk hebt gekregen, ben je dan gelukkig geworden? Niet echt. Een mens wil altijd meer hebben dan wat hij heeft. Want je begeerten gaan dan gewoon weer een stap verder: je moet nog meer zien te bereiken, dan pas voel je je écht gelukkig. Het ultieme geluk ligt altijd nét achter de horizon, maar je komt er nooit. Het maakt je onrustig en ontevreden. Dat is de ontnuchterende realiteit, tenminste, als je die onder ogen durft te zien. Feit is dat het najagen van aards geluk niet gelukkig maakt, maar juist ongelukkig.

Gevaarlijke verlangens

Het najagen van begeerten komen we ook tegen in de geschiedenis van de woestijntocht van het volk Israël. Kijk maar naar het volgende overzichtje met enkele voorbeelden:

Bijbelgedeelte begeerte resultaat
1. Exodus 32:1-29 De Israëlieten hadden geen oog voor Gods zegeningen, maar hadden behoefte om uit de band te springen. Ze organiseerden een losbandig feest rondom een gouden kalf. Er vielen 3000 doden en God wilde niet langer met hen optrekken.
2. Numeri 11:4-35 De Israëlieten zeurden om lekker eten, want in Egypte hadden ze het zo goed. O ja, was dat zo? Begeerten leidden ertoe dat ze een vertekend beeld van de werkelijkheid hadden. God gaf overvloed aan kwakkels, maar door gulzigheid vielen er veel doden.
3. Numeri 16 Korach, Datan en Abiram begeerden de zelfde autoriteit als Mozes. God doodde de opstandelingen in een strafgericht.

Als je in het lijstje kijkt naar de gevolgen van het najagen van begeerten, dan is dat even schrikken. Elke keer vielen er doden en niet zo weinig ook! Dat is een duidelijke les voor ons: het najagen van zondige begeerten sleept ons altijd in de richting van zonde en dood. Het is levensgevaarlijk. In de Bijbel lezen we dat zondige begeerten 'strijd voeren tegen onze ziel'. Met andere woorden: ze keren zich TEGEN je:

"Geliefden, ik vraag u ... niet toe te geven aan zondige lusten die strijd voeren tegen de ziel." (1 Petrus 2:11, WV2012)

Zie ook onderwerp 'Niet begeren' in hoofdstuk 'Gods levenswet'.

Hartstocht en verleiding

Als je één van deze twee woorden uitspreekt denk je meteen aan seksualiteit. Dat is niet verbazend. Er is geen gebied van je leven waar begeerten en hartstochten krachtiger om bevrediging vragen dan seksuele verlangens. Geen wonder dat de Bijbel er vrij vaak over spreekt, meestal in waarschuwende zin. De gevolgen van seksuele zonden zijn enorm. Echtscheidingen, geslachtsziekten, ontwrichte huwelijken en gezinnen, eenzaamheid, schaamte en nog veel meer. Ook zorgen die dingen voor een domper op je geestelijke leven.

Voor een gelovige is het niet gemakkelijk te leven te midden van een cultuur met zoveel seksuele prikkels. We worden voortdurend geconfronteerd met het morele verval op seksueel gebied, waarbij steeds meer mensen vinden dat ze recht hebben op het seksuele genot dat zij op dat moment willen hebben. Allerlei vormen van immorele gedragingen en samenlevingsvormen, die de Bijbel verbiedt, worden breed geaccepteerd in de huidige maatschappij. Bijna alles wat God verbiedt op seksueel gebied wordt normaal verklaard.

"Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen en dat u niet zoals de ongelovigen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte." (1 Tessalonicenzen 4:3-7, NBV2004)

"... Maar bedenk dat het lichaam er niet is om ontucht mee te plegen: het is er voor de Heer en de Heer is er voor het lichaam." (1 Korintiërs 6:13, NBV2004)

"Ga ontucht uit de weg! Geen enkele andere zonde die een mens kan begaan tast het lichaam aan, maar wie ontucht pleegt zondigt tegen het eigen lichaam. Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God, en weet u niet dat u niet van uzelf bent? U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam." (1 Korintiërs 6:18-20, NBV2004)

Zie ook de volgende onderwerpen:
- 'Liefde en seksualiteit' in hoofdstuk 'Relaties tussen mensen'
- 'Niet echtbreken' in hoofdstuk 'Gods levenswet'.