7.3.1. Gebondenheid en vrijheid

Wat is vrijheid?

In onze samenleving betekent vrijheid vooral 'doen wat je wil'. Binnen Gods koninkrijk betekent het vooral 'kunnen doen wat goed is'. Gebondenheid is alles wat je dwingt om iets te doen wat niet goed is.

Begrippen als vrijheid en bevrijding spelen in de hele Bijbel en in het leven van alle Joden en christenen een belangrijke rol. Adam en Eva zijn geschapen als vrije mensen. Zij waren geen slaven van hun Schepper. Integendeel! God stelde hen aan om namens Hem over de aarde te regeren. Zij waren vrije mensen met een vrije wil om zelfstandig afwegingen te maken en beslissingen te nemen.

Van vrijheid naar gebondenheid

Door de zondeval zijn Adam en Eva (en hun nakomelingen met hen) onder de heerschappij van de satan gekomen. Dat betekent dat mensen in geestelijke zin niet in vrijheid leven, maar in slavernij zijn geboren. We kunnen spreken over diverse satansmachten waardoor de mensheid in bedwang wordt gehouden:

  1. de macht van de leugen
    Door de leugenmacht van de satan zijn mensen gebonden door leugens en onwetendheid.
    Zie meer hierover in hoofdstuk 'Waarheid en leugen'.
  2. de macht van de zonde
    Alle mensen worden geboren met een geneigdheid tot zondigen, waardoor ze slaven van de zonde zijn geworden. Zonden leiden tot zondeschuld. Je ervaart die door een beschadigd geweten en gevoelens van schuld en schaamte.
    Zie meer hierover in hoofdstuk 'Omgaan met zonden'.
  3. de macht van ziekte en dood
    Door de zondeval is de mensheid onderworpen aan verderf, vergankelijkheid, ziekte en de dood.
  4. demonische bindingen
    Mensen kunnen beheerst en gekweld worden door demonische bindingen of door een vloek waardoor de satan macht over hen uitoefent.
    Zie meer hierover in onderwerp 'Demonische gebondenheid' in dit hoofdstuk.

Deze satansmachten liggen in elkaars verlengde, zoals blijkt uit de volgende voorbeelden:

Gebondenheid en vrijheid van christengelovigen

Als je een ware christengelovige heb je Jezus als verlosser leren kennen en een persoonlijk bevrijding meegemaakt die we verlossing noemen, het kernaspect van de wedergeboorte. Daarmee werd je bevrijd uit de macht van de satan om vervolgens een kind van God te worden. Dit alles is gebeurd op grond van Gods genade en op voorwaarde van geloof tot bekering.

Deze bevrijding uit de macht van de satan houdt onder meer ook het volgende in:

  1. bevrijding uit de macht van de leugen (door de waarheid van Gods Woord in het hart te aanvaarden)
  2. bevrijding uit de macht van de zonde (door vergeving van zondeschuld)
  3. bevrijding uit de macht van de dood (door het ontvangen van nieuw leven en de belofte van eeuwig leven na het sterven)

De verloste persoon is daardoor een vrij persoon geworden. Hij staat niet meer onder de (geestelijke) heerschappij van de satan maar is toegetreden tot de familie van God. Wie door de satan beheerst wordt is een slaaf van de wreedste machthebber van het heelal. Maar wie zijn leven aan God overgeeft, wordt geen slaaf van God, maar een kind van God en dat is een hemelsbreed verschil. Het dienen van God is dan ook geen slaafse verplichting, maar een vrijwillige daad van liefde en toewijding tegenover een liefhebbende Vader.

"Want de Geest die God u gaf, maakt geen slaven van u, zodat u weer in angst moet zitten; nee, de Geest heeft u kinderen van God gemaakt en door die Geest roepen wij tot God: Abba, Vader!" (Romeinen 8:15, GNB1996)

Geroepen om vrij te zijn

De apostel Paulus schreef het volgende aan mensen die hun christelijke vrijheid hadden ingeruild voor wetticisme. Deze kernachtige woorden zijn ook toepasbaar op alle andere soorten gebondenheden bij christengelovigen:

"Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde." (Galaten 5:13, NBV2004)

Alle gebondenheden hebben uiteindelijk te maken met het willen bevredigen van je ik-gerichte verlangens. Het tegenovergestelde is: zegenende liefde. Hoe meer gebondenheid er in je leven is, hoe minder ruimte er is om anderen lief te hebben omdat je teveel op jezelf gericht bent. Hoe meer liefde je geeft aan anderen, hoe minder belangrijk je eigen behoeften voor je worden. Het is eigenlijk erg eenvoudig te begrijpen.

"Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen." (Galaten 5:1, NBV2004)

Veel mensen die gebukt gaan onder gebondenheden, voelen zich slachtoffer van hun neigingen. Anderen geven de satan de schuld of geloven dat er een demon in hen is die hen dwingt tot een bepaald gedrag. Dat laatste kan inderdaad het geval zijn, maar meestal is je gebondenheid of dwangmatige gedrag het gevolg van keuzen die je zelf hebt gemaakt en waar je zelf voor verantwoordelijk bent. En dan ben je meestal ook in staat om keuzen te maken waardoor je gedrag verandert. Hoe vaker je nee zegt tegen je verkeerde neiging, hoe zwakker je dwangmatigheid wordt. Hoe meer je ervoor kiest om andere mensen tot zegen te zijn, hoe zwakker je verkeerde neigingen worden.

"... laat u leiden door de Geest, dan bent u niet gericht op uw eigen begeerten. Wat wij uit onszelf najagen is in strijd met de Geest, en wat de Geest verlangt is in strijd met onszelf. Het een gaat in tegen het ander, dus u kunt niet doen wat u maar wilt." (Galaten 5:16-17, NBV2004)

"... waar de Geest van de Heer is, daar is vrijheid." (2 Korintiërs 3:17, NBV2004)

Als je een hartsrelatie met God hebt, zal Hij je daar zeker mee willen helpen door de Heilige Geest die in je woont. Maar je blijft zelf verantwoordelijk om een leven te leiden dat op God gericht is. De Heilige Geest is je Helper, niet degene die alles voor je opknapt, buiten je eigen wil om. Je bent geroepen om vrij te zijn, dus neem geen genoegen met minder dan die echte vrijheid!

"Door uw wil te doen leer ik om vrij te zijn."
(Opwekkingslied 582)