7.1.5. Trots en nederigheid

Naast een besef van afhankelijkheid en een bewuste keuze om de eigen wil aan die van God te onderwerpen is een levenshouding nodig om klein te willen zijn ten opzichte van Jezus. Dat is een houding van gepaste nederigheid.

Rechtvaardige trots

Trots kan zowel een positief als een negatief begrip zijn. Het is bijvoorbeeld een goede zaak wanneer je als vader of moeder trots bent op je kinderen wanneer ze iets goeds hebben gepresteerd, of trots op je ouders omdat je respect voor hen hebt. Je kunt ook op een gerechtvaardigde manier trots zijn op eigen prestaties, zolang je de eer aan God geeft en je niet jezelf geweldig gaat vinden. Iets dergelijks vinden we bijvoorbeeld ook in de Bijbel:

"Bewijs hun, en daarmee de gemeenten, dat u hen liefhebt en laat zien dat wij terecht zo trots op u zijn." (2 Korintiërs 8:24, NBV2004)

"Laat de onaanzienlijke gelovige trots zijn op zijn hoge waarde ..." (Jakobus 1:9, NBV2004)

Zelfzuchtige trots

Maar meestal wordt het woord 'trots' in negatieve zin gebruikt en dan is het zoiets als bovenmatig zelfvertrouwen, zelfoverschatting en zelfverheerlijking. Aanverwante begrippen zijn arrogantie, hooghartigheid, zelfgenoegzaamheid, ijdelheid en verwaandheid. Al deze begrippen zijn het tegenovergestelde van de nederigheid die we bij Jezus tegenkomen. Ze hebben allemaal te maken met zelfzucht en een egocentrische instelling. Het was vooral trots die ertoe leidde dat Lucifer (de satan) in opstand kwam tegen God (Jesaja 14:14). Het resultaat was de zondeval van de satan en zijn vernedering.

"U was trots op uw schoonheid; uw pronkzucht heeft uw wijsheid ten val gebracht. Daarom zal Ik u op de grond werpen, u tot een schouwspel voor de koningen maken." (Ezechiël 28:17, WV2012)

De satan verleidde Adam en Eva door hen voor te spiegelen dat ze gelijk aan God konden worden als ze van de verboden vruchten zouden eten. daardoor kon de satan hen meeslepen in zijn zondeval.

"God weet dat je ogen open zullen gaan als je van die boom eet, en dat je dan gelijk zult worden aan God, door de kennis van goed en kwaad." (Genesis 3:5, WV2012)

Het verlangen om niet langer onderworpen aan God te zijn, maar op hetzelfde niveau als God te leven, gaf de doorslag. Trotse opstandigheid dus. God heeft een geweldige hekel aan trots. God vindt het een afschuwelijke zonde en volstrekt onduldbaar:

"... wie hoog van ogen en trots van hart is, die duld ik (=God) niet. (Psalm 101:5, NBG1951)

"Wie ontzag heeft voor de HEER haat het kwaad. Ik verafschuw trots en hoogmoed ..." (Spreuken 8:13, NBV2004)

God haat trots vooral omdat we onszelf daarmee te gronde richten, want hoogmoed komt vóór de val. Tegelijk is God vooral een helper voor nederige mensen.

"Want zo zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont en wiens naam de Heilige is: In den hoge en in het heilige woon Ik en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om de geest der nederigen en het hart der verbrijzelden te doen opleven." (Jesaja 57:15, NBG1951)

Wat een wonderlijke combinatie: de hoogheilige God die zich vooral identificeert met zwakke mensen. In het Oude Testament wordt God ook vaak 'Jakobs God' genoemd. Op zich genomen is dat vreemd, want hoe komt God erbij om zich te identificeren met Jakob? Zijn naam betekent immers 'bedrieger, hielenlichter' en dat was hij ook! God wordt daar niet kleiner van, alleen maar groter. Voor wie het wil zien.

Trots en eerzucht inleveren

"Wie denkt u dat u bent? Bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is? Alles is u geschonken, dus waarom schept u dan op alsof u het zelf verworven hebt?" (1 Korintiërs 4:7, NBV2004)

Het kost vaak zoveel moeite om onze eigen trots en eerzucht in te leveren. We willen zelf wat zijn. We hebben ons leven lang geleerd om wat te worden. Daarvoor hebben we een schoolopleiding gevolgd en vaak ook een verdere studie of beroepsopleiding. In ons werk proberen we vooruit te komen, want dat zit gewoon in ons. We zijn ons leven lang bezig om onszelf te ontwikkelen en daarbij hoort een zekere gezonde eerzucht.

Maar eerzucht ontaardt bijna altijd tot een opgefokt ego, een gevoel van onafhankelijkheid waar we veel waarde aan hechten. Tegenwoordig is het vooral belangrijk 'het beste uit jezelf te halen'. Om die jarenlang aangekweekte instelling om te buigen is geen kleinigheid en veroorzaakt veel stress en innerlijke strijd.

Trotse christenen

Ook als christengelovige kun je trots worden, bijvoorbeeld op je geestelijke prestaties, je activiteiten in je kerkelijke gemeente, ander werk dat je 'voor de Heer' doet, je Bijbelkennis, je geestelijke ervaringen en noem maar op. Je kunt jezelf dan gaan vergelijken met gelovigen die niet zo toegewijd zijn als jij, mensen die misschien tegen je opkijken en je een goede christen vinden. Voor je het weet groeit er een soort geestelijke hoogmoed in je hart. En zonder het te beseffen, neemt je geestelijk kracht dan af. Het is een gevaarlijke valkuil voor actieve christengelovigen.

Daarom is het belangrijk om voortdurend te beseffen dat je NIETS geestelijks kan doen zonder dat God het door je heen doet. En alles wat je hebt, alles wat je bent, heb je van God gekregen!

Zachtmoedig en nederig

Jezus zei:

"... leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart ..." (Matteüs 11:29, HSV2010)

Jezus wil ons zachtmoedigheid en nederigheid leren. Dat betekent niet dat we slap en soft moeten worden, maar dat we niet langer op onze rechten gaan staan. Wij winden ons het meest op als onze vermeende rechten worden aangetast. Iemand dringt voor als je bij de kassa in de rij staat, iemand heeft kritiek op wat je doet, iemand anders krijgt het werk dat je zelf had willen doen. Allemaal voorbeelden waarbij je eigen trots gaat sputteren. Je meent recht te hebben op iets en andere mensen lijken je rechten aan te tasten. Je oude natuur kan daar echt niet tegen.

Zie ook onderwerp 'Nederig en zelfbewust' in hoofdstuk 'Gebed'.

Voorbeeld van Jezus en de apostelen

Jezus zegt dus: "leer van Mij". Ben je daartoe bereid? Kijk dan even welk voorbeeld Jezus je heeft gegeven:

"Hij (=Jezus) heeft zijn grootheid opgegeven door de gestalte van een slaaf te aanvaarden en aan mensen gelijk te worden. Hij leefde als een mens en hij vernederde zich door gehoorzaam te worden tot in de dood, de dood aan een kruis." (Filippenzen 2:7-8, GNB1996)

Een groter verschil tussen wat iemand WAS en wat hij vervolgens WERD is niet denkbaar. Jezus ging VRIJWILLIG van de allerhoogste positie naar de meest verachte en vervloekte positie. Maar juist daardoor heeft Jezus van de Vader de allerhoogste positie gegeven en alle denkbare macht toevertrouwd (Filippenzen 2:9-11).

Paulus legde uit dat apostelen (die het hoogste gezag in de Gemeente van Jezus hebben) naar aardse maatstaven ook op de onderste plaats lijken te staan:

"Maar volgens mij heeft God ons, apostelen, de laagste plaats toegewezen, alsof we ter dood veroordeeld zijn. We zijn voor heel de wereld, zowel voor engelen als mensen, een schouwspel geworden ... Tot op de dag van vandaag lijden we honger en dorst, hebben we nauwelijks kleren, worden we mishandeld, zijn we dakloos, zwoegen we voor ons eigen brood ..." (1 Korintiërs 4:9-12, NBV2004)

Ze zijn juist daardoor bij uitstek navolgers van Jezus geworden.

Heb je nog steeds interesse in een hoge positie in Gods koninkrijk? Dat kan, maar wees bereid om de prijs te betalen en kies de weg van nederigheid, in navolging van de Heer.