8.2.3. Liefde voor God en mensen
Bij de zegenende liefde kunnen we denken aan:
- liefde tot God
- liefde tot medegelovigen
- liefde tot alle mensen
Liefde voor God
Dit is het eerste en belangrijkste gebod uit
de kortste samenvatting van
Gods levenswet:
"Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en heel uw
ziel, met heel uw verstand en met inzet van al uw krachten." (Marcus 12:30,
GNB1996)
Liefde tot God heeft zijn oorsprong in je hart en wel vanuit een
persoonlijke relatie met
God als je Vader,
met Jezus als je Heer, en met
de Heilige Geest als je Helper. Die liefdesrelatie en
vertrouwensrelatie is de juiste motivatie om je te uiten in daden van
toewijding en
geloofsgehoorzaamheid:
"Als je mij liefhebt, zul je je aan mijn geboden houden."
(Johannes 14:15, GNB1996)
Liefde tot God blijft dus niet steken in het verstand of in het gevoel, maar
uit zich in daden. Het tegenovergestelde is ook waar:
"Wie zegt: 'Ik ken hem,' maar zich niet aan zijn
geboden houdt, is een leugenaar; de waarheid is niet in hem. In wie zich
aan Gods woord houdt, is zijn liefde ten volle werkelijkheid geworden;
hierdoor weten we dat we in hem zijn. Wie zegt in hem te blijven, behoort
in de voetsporen van Jezus te treden." (1 Johannes 2:4-6, NBV2004)
Voor wie God van harte liefheeft is het gehoorzamen van zijn geboden geen
last maar een vreugde. Als een echtpaar gaat trouwen op het stadhuis wijst de
ambtenaar van de burgerlijke stand de trouwlustigen op hun echtelijke plichten.
Ik denk niet dat bruid en bruidegom op dat moment ineen krimpen bij het horen van
al die verantwoordelijkheden. Waarom niet? Ze houden van elkaar en dan zijn die
plichten en verantwoordelijkheden geen straf, maar een manier om hun liefde
tegenover elkaar te bewijzen. Precies zo behoren we Bijbelgedeelten te lezen die
gaan over de noodzaak van christengelovigen om zich aan
Gods
levenswet te houden.
Zie ook
hoofdstuk 'Relatie met God'.
Liefde voor medegelovigen
"Het op een na belangrijkste is dit: 'Heb uw naaste lief
als uzelf.'..."
(Marcus 12:31, NBV2004)
Dit tweede gebod is aan het eerste gebod (liefde tot God) gekoppeld en vormt
er als het ware één geheel mee. De Bijbel leert ons dat we als gelovigen onze liefde tot God vooral kunnen
uiten door onze medemensen lief te hebben. Daarbij nemen onze geestelijke
familieleden, onze
medegelovigen de
eerste plaats in:
"Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen,
vooral voor onze geloofsgenoten." (Galaten 6:10, NBV2004)
Aan de onderlinge liefdesband kan men christengelovigen herkennen.
"Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat
jullie mijn leerlingen zijn.' (Johannes 13:35, NBV2004)
"Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt
van God. Iedereen die liefheeft is uit God geboren, en kent God." (1 Johannes 4:7, WV2012)
Ook in deze laatste tekst wordt benadrukt dat onze opdracht is om elkaar lief
te hebben met de zegenende liefde
die van goddelijke oorsprong is. Zodra onze liefde voor mensen
losstaat van God (en dus uit onszelf voortkomt) is het niet meer dan gewone
medemenselijke liefde.
Er zijn veel mogelijkheden om elkaar als
christenen liefde te tonen:
- elkaar helpen waar nodig
- tijd voor elkaar hebben
- vreugde en leed met elkaar delen
- elkaar aansporen tot de dienst van God
- zo nodig elkaar liefdevol corrigeren
- elkaar bemoedigen
- elkaar zegenen
Johannes 3:16 is zo ongeveer de meest bekende en meest geciteerde tekst van de hele
Bijbel. Het is een krachtige samenvatting van het evangelie met de nadruk op
Gods liefde:
"Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren
Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven
heeft." (Johannes 3:16, HSV2010)
Maar behalve Johannes 3:16 staat ook 1 Johannes 3:16 in de Bijbel met
een duidelijke toepassing van de vorige Bijbeltekst:
"Hieraan hebben wij de liefde leren kennen, dat Hij zijn
leven voor ons heeft ingezet; ook wij behoren dan voor de broeders ons leven in te zetten."
(1 Johannes 3:16, NBG1951)
Zover gaat zegenende liefde voor medegelovigen!
Liefde voor alle mensen
Volgens Johannes 3:16 heeft God de wereld lief. Veel christenen lijken te
denken dat God alleen van HEN houdt, maar God is de Schepper van ALLE mensen en
daarom is Hij bij al zijn schepselen diepgaand betrokken. Hij wil dat ons hart
evengoed uitgaat naar mensen die Hem nog niet kennen.
Deze
liefde kan zich uiten in allerlei vormen van onbaatzuchtig dienen,
maar de grootste dienst die we
niet-gelovigen uiteindelijk kunnen bewijzen is om hen dichter bij Jezus te brengen. Jezus
kwam op aarde om verloren mensen te zoeken en te zegenen (Lucas 19:10). Ook ONS hart
moet uitgaan naar zulke mensen.
Anderen tot zegen zijn
Het woord zegenen heeft een enorm rijke en brede betekenis. Letterlijk
betekent het: 'iets goeds zeggen' tegenover iemand. Maar het kan ook betekenen:
door de liefde die je uitdeelt de ander tot zegen zijn. In dat geval zegent God
die ander door jou heen.
Gods
kinderen zijn gezegend om te
zegenen, om de ontvangen zegen door te geven. Dit kan bijvoorbeeld op de
volgende manieren worden gedaan:
- met je ogen naar de mensen kijken zoals Jezus deed
- je oren open houden zodat je het hulpgeroep hoort van mensen die je nodig hebben
- met je mond goede dingen over en tegen andere mensen
zeggen
- met je handen behulpzaam zijn en je medemensen dienen
- met je voeten bereid zijn te gaan om zegen te verspreiden
Het tot zegen zijn van anderen is geen
medemenselijke activiteit die voortkomt uit eigen vriendelijkheid en sociale
bewogenheid. Dit laatste is natuurlijk niet verkeerd, maar het is niet wat de
Bijbel zegen noemt. Echte zegen komt van God en wordt doorgegeven aan anderen,
waarbij je als gelovige
liefde bewijst aan
medemensen en anderen dient.
Liefde voor vijanden
Liefde voor vijanden is voor veel christenen tamelijk theoretisch.
Laten we maar eerlijk zijn: wat zou je eerste reactie zijn als je zou zien
dat iemand je vader, je
huwelijkspartner of je kind in elkaar slaat? Daar gaat je bloed toch van koken?
Als mensen je iets ergs hebben aangedaan of voortdurend bezig zijn je
het leven zuur te maken, dan reageer je al gauw met
boosheid en een verlangen om het hen betaald te zetten. Maar om zulke mensen lief
te hebben, oprecht het beste voor hen te zoeken, is volkomen tegennatuurlijk voor je
oude natuur. Maar het is wel
natuurlijk voor je
nieuwe natuur, door de actieve inwoning van de Heilige Geest.
Veel gelovigen die te maken hebben met
geloofsvervolging,
gevangenschap of marteling hebben deze liefde van God ontvangen en toegepast.
"... Hebt uw vijanden lief en bidt voor hen die u vervolgen, opdat
u zonen wordt van uw Vader die in de hemelen is ... Want als u hen liefhebt,
die u liefhebben, wat voor loon hebt u? Doen ook de tollenaars niet
hetzelfde? ... Weest u dan volmaakt zoals uw hemelse Vader volmaakt
is." (Matteüs 5:44-48, TELOS1982)
In de meeste andere
Bijbelvertalingen wordt het woord 'zonen' hier door
'kinderen' vervangen, alsof dat hetzelfde is. Jammer is dat, want daardoor is een
belangrijk stukje betekenis verloren gegaan. Het is ook gewoon fout, want je wordt geen
kind van God door je vijanden lief te hebben, wel door wedergeboorte! Een kind van God
toont volwassenheid in het
geloof door irritante mensen, ja zelfs zijn uitgesproken vijanden lief te hebben.
Dat is menselijkerwijs gesproken
onmogelijk, maar het is alleen mogelijk als iemand zijn leven onder de
heerschappij van Jezus heeft gebracht. En dat aspect van
geestelijke volwassenheid
wordt uitgedrukt in het woord 'zonen' in het aangehaalde Bijbelgedeelte.
Volgend onderwerp: 8.2.4. Zegenen