8.8.3. Roeping van Mozes
Mozes nog niet klaar
Terwijl Mozes al die jaren met de schapen rondtrok, werden de omstandigheden
voor de Israëlieten in Egypte steeds zwaarder.
"Jaren gingen voorbij en de koning van Egypte stierf. Maar de
Israëlieten bleven gebukt gaan onder de slavernij. Ze schreeuwden om hulp en hun
angstkreten drongen door tot God." (Exodus 2:23, GNB2004)
Maar ... hun aanstaande leider was nog er nog niet klaar voor. In onze ogen
houdt God er soms een heel merkwaardige economie op na. Wij zouden het een
verspilling van mogelijkheden vinden. Als Mozes meteen na de eerste veertig jaar
zou worden ingezet als leider en bevrijder van Israël, dan had een miljoenenvolk
veertig jaar minder hoeven lijden. Dit is niet te begrijpen, maar God vergist
zich echt niet. Ook niet als Hij vertragende factoren in jouw leven toelaat,
waardoor je moet wachten en nog eens wachten voordat je kunt doen wat je graag
zou willen doen in Gods koninkrijk.
Mozes ontmoet God
God riep Mozes toen hij eens met zijn kudde dicht bij de berg Horeb was.
"Daar verscheen de engel van de HEER
aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in
brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. Hoe kan het dat die struik
niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij
bekijken." (Exodus 3:2-3, NBV2004)
De manier waarop God Mozes' aandacht trok en aan hem verscheen was heel
merkwaardig en tegelijk heel betekenisvol. In de Hebreeuwse brontekst wordt
gesproken over een 'vuurvlam' in een doornstruik. Een doornstruik is op zichzelf
buitengewoon slecht brandhout: als die vlam vat, is die al bijna verteerd. Toen
Mozes in Egypte wilde optreden als verlosser, meende hij krachtig te zijn zoals
een forse eikenboom, met genoeg hout om lange tijd te kunnen branden. Maar zijn
eigen vuur was destijds heel snel uitgedoofd.
De brandende doornstruik bleef branden en zoiets is onmogelijk, tenzij er
extra brandstof aan wordt toegevoegd. De vuurvlam, die Mozes in de struik zag,
is een afbeelding van Gods Geest (Handelingen 2:3). De Heilige Geest is een
oneindige bron van energie, waardoor een onbekwaam mens onverwacht veel kan
presteren. Die brandende doornstruik was een beeld van de nieuwe Mozes, die vol
van Gods Geest zou worden, Dit is een illustratie van Gods prachtige en
uitdagende plan met Mozes' leven. Ook met jouw leven trouwens.
"Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep hij hem
vanuit de struik: 'Mozes! Mozes!' 'Ik luister,' antwoordde Mozes. 'Kom niet
dichterbij,' waarschuwde de HEER, 'en trek je sandalen uit, want de grond waarop
je staat, is heilig. Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van
Isaak en de God van Jakob.' Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet
naar God te kijken." (Exodus 3:4-6, NBV2004)
In de eerste plaats noemde God tweemaal Mozes' naam. Daardoor wist Mozes dat
God hem kende en speciaal tegen hem iets belangrijks ging zeggen. Het eerste wat God over
zichzelf openbaarde was dat Hij een heilige God is, die alleen met de hoogste
eerbied kan worden benaderd. Verder maakte God hem duidelijk dat Hij dezelfde
God was die was verschenen aan de aartsvaders Abraham, Isaak en Jakob.
Opmerkelijk dat God zich ook 'de God van zijn vader Amram' noemde. Dat is iets
waar je gemakkelijk overheen leest. Mozes wist nu duidelijk met Wie hij op
dat moment te maken had: de God van zijn voorouders die hij had willen dienen
door de leider van zijn volk te worden.
Gods plan met Mozes
God ging Mozes eerst vertellen welke reddingsoperatie Hij van plan was uit te
voeren om het volk Israël uit de slavernij te bevrijden en een nieuw bestaan te
geven:
"... Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe
is ... Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te
bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen,
een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de
Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten." (Exodus 3:7-8,
NBV2004)
En toen vertelde God hoe Mozes in dat plaatje zou passen:
"Daarom stuur ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de
Israëlieten, uit Egypte wegleiden." (Exodus 3:10, NBV2004)
En dat was de roeping. Nog nooit tevoren en nooit daarna heeft God iemand
ooit zo'n totaal onmogelijke en omvangrijke taak gegeven:
- Een miljoenenvolk moest worden bevrijd uit de macht van de machtigste
machthebber van die tijd: de farao van Egypte.
- Dat omvangrijke volk moest een lange woestijntocht maken waarbij het
jarenlang van voedsel en water moest worden voorzien.
- Dat volk moest zich gaan vestigen in een land dat door woeste, vijandige
volken bewoond werd, die bepaald niet op een invasie van de Israëlieten zaten
te wachten.
- Een ongeorganiseerde menigte slaven moest worden ontwikkeld tot een
geordende samenleving.
Je zult maar zo'n opdracht krijgen!
Volgend onderwerp: 8.8.4. Tegenwerpingen van Mozes