banner image

 

8.8.5. Mozes de leider

Hoewel de verstandelijke Mozes geen natuurlijke leidersfiguur was, heeft God hem toch geholpen één van de grootste leiders te worden die de wereld ooit gekend heeft. Ook seculiere geschiedkundigen zijn er van overtuigd dat hij één van de grootste figuren uit zijn tijd was.

Mozes terug naar Egypte

"Mozes zette zijn vrouw en kinderen op een ezel en ging op weg, terug naar Egypte. De staf van God hield hij in zijn hand." (Exodus 4:20, NBV2004)

Zoals we eerder zagen was deze staf het symbool van Gods autoriteit, macht en hulp. Niet voor niets noemt de Bijbel het de staf van God, niet de staf van Mozes! En daar ging Mozes, Gods uitverkoren instrument om de meest spectaculaire volksverhuizing van de oudheid te organiseren. En zijn enige hulpmiddel was niet een leger of een grote zak met geld, maar alleen ... die staf. Maar het was wel de staf van GOD geworden!

Nog eenmaal herhaalde God de belangrijkste details van de opdracht om de farao tegemoet te treden (Exodus 4:21-23). Verder bereidde God hem erop voor dat de farao in eerste instantie zou weigeren het volk te laten gaan, zodat hij niet al te erg zou schrikken wanneer hij weerstanden zou ontmoeten. Uit alles blijkt dat God zijn uitverkoren dienaar niet onvoorbereid het bos instuurde, maar hem van stap tot stap ondersteunde.

"Toen zei de HEER tegen Mozes: 'Nu je teruggaat naar Egypte, moeten jullie daar de farao alle wonderen laten zien waartoe ik je de macht heb gegeven. Ik zal ervoor zorgen dat hij hardnekkig weigert het volk te laten gaan.' " (Exodus 4:21, NBV2004)

Besnijdenis

Onderweg had de Mozes familie een merkwaardige ontmoeting met God, die hen als een vijand benaderde.

"Onderweg, toen Mozes en de zijnen ergens overnachtten, kwam de HEER op hem af en probeerde hem te doden. Sippora pakte een scherpe steen, sneed de voorhuid van haar zoon weg en raakte daarmee Mozes' voeten aan, terwijl ze zei: 'Een bloedbruidegom ben jij voor mij.' ... Toen liet de HEER hem met rust." (Exodus 4:24-26, NBV2004)

Voor ons lijkt dit een onbegrijpelijk verhaal, maar zonder twijfel begrepen Mozes en Sippora direct wat dit te betekenen had. Niet Mozes, maar Sippora kwam meteen in actie. Het probleem was namelijk dat Mozes Gersom nooit had besneden en dat dit verzuim tussen God en hen in stond. Mogelijk had God hen eerder duidelijk gemaakt dat dit moest gebeuren en was Mozes daarin nalatig gebleven. Sippora besneed haar zoon ter plekke en daarna liet de Heer hen met rust. Hieruit kon Mozes opmaken dat Gods heiligheid vereiste dat hij ALLE instructies van God nauwgezet moest volgen, ook wanneer hij niet altijd zou begrijpen waarom God zoiets van hem vroeg. Alleen dan zou hij de leider van Gods volk kunnen zijn namens God. Een goede leider moet in de eerste plaats zijn hogere Leider weten te gehoorzamen.

Mozes ontmoet leiders van de Israëlieten

Een eind verderop kwamen ze Aäron tegen. Deze had persoonlijk de opdracht van God gekregen om Mozes tegemoet te gaan in de woestijn (Exodus 4:27). Mozes bemerkte daardoor dat hij op Gods toezeggingen aan kon.

Voordat Mozes naar de farao kon gaan nam hij eerst contact op met de leidende figuren van de Israëlieten. Mozes moest hen duidelijk maken dat God hem had gezonden als de bevrijder van het volk. Hoe zouden ze reageren?

"Aäron herhaalde woord voor woord wat de HEER tegen Mozes gezegd had, en liet het volk de wonderen zien. De Israëlieten werden hierdoor overtuigd; toen ze hoorden dat de HEER oog had gekregen voor hun ellende, knielden ze en bogen ze zich diep neer." (Exodus 4:30-31, NBV2004)

Zie je wie het woord deed? Aäron! Mozes bleef op de achtergrond. Hij was dus ECHT bang om in het openbaar op te treden.

We zien dat de (leiders van) de Israëlieten een stap in geloof deden: ze geloofden de boodschap van Mozes en knielden voor God. Daarmee onderwierpen zij zich in principe aan God. Dat was een noodzakelijke vereiste voor de bevrijding van het volk Israël, want natuurlijk wilde God het volk niet tegen haar wil bevrijden. God redt niemand die niet gered wil worden en dat is vandaag nog steeds zo.

Je zou dit in zekere zin de bekering van het volk Israël kunnen noemen, een noodzakelijke vereiste voor hun wedergeboorte tot Gods eigen volk. Later zou blijken hoe broos die geloofsovergave nog was, maar in ieder geval was de eerste stap gezet. God zou hen later verder helpen bij de volgende stappen!

Eerste ontmoeting met de farao

God had Mozes opgedragen het volgende tegen de Farao te zeggen.

"... Israël is mijn eerstgeboren zoon; daarom zeg Ik u: laat mijn zoon gaan, opdat hij Mij diene; zoudt gij echter weigeren hem te laten gaan, dan zal Ik uw eerstgeboren zoon doden." (Exodus 4:22-23, NBG1951)

Maar het eerste optreden van Mozes en Aäron bij de farao liep uit op een grote mislukking. Ze waren waarschijnlijk erg nerveus toen ze oog in oog kwamen met de machtigste machthebber van de toenmalige wereld. Vrees, pessimisme en te weinig zelfvertrouwen zijn zo kenmerkend voor een verstandelijk persoon als Mozes en dat liet hij duidelijk merken. Ze brachten de volgende boodschap over:

"... De God van de Hebreeën is naar ons toe gekomen. Sta ons toe drie dagreizen ver de woestijn in te trekken om de HEER, onze God, daar offers te brengen. Anders treft hij ons met de pest of met het zwaard." (Exodus 5:3, NBV2004)

Ze waren zo in de war dat er van Gods krachtige boodschap aan de farao niet veel overbleef. Ze stonden maar wat te klungelen.

  1. Dat laatste deel hadden ze er waarschijnlijk zelf bij verzonnen. God had helemaal niet gedreigd met de pest of het zwaard. Die zin klonk dan ook tamelijk zielig.
  2. Bovendien hadden ze heel wat uit de boodschap achterwege gelaten (vergelijk Exodus 4:22-23 met 5:3). Ze noemden niet dat God het volk Israël als zijn eigen zoon beschouwde en zeiden niet dat bij weigering de oudste zoon van de farao zou worden gedood.
  3. Ze verzuimden om de wondertekenen te laten zien die God had gegeven om de farao te overtuigen (Exodus 4:21).

De farao vond het maar een slappe vertoning en stuurde hen weg als een paar schooljongens:

"Maar de koning van Egypte zei: 'Mozes en Aäron, hoe durft u het volk van zijn werk af te houden? Vooruit, aan het werk!' " (Exodus 5:4, NBV2004)

De farao maakte het werk van de Israëlitische dwangarbeiders extra zwaar om verdere protestacties te voorkomen (Exodus 5:6-11). De Israëlitische opzichters werden boos op Mozes en Aäron, die daardoor wel erg ongeloofwaardig overkwamen bij het volk Israël. Kwam dat allemaal door de zwakke presentatie van Mozes en Aäron? Dat denk ik niet. Wanneer zij krachtiger waren opgetreden zou de houding van de farao even afwijzend zijn geweest, zoals blijkt uit het vervolg van de geschiedenis.

Hoewel God Mozes van tevoren had gewaarschuwd dat de farao zijn verzoek zou afwijzen, werd hij er toch gedeprimeerd van, overweldigd als hij waarschijnlijk was door de farao die onbeperkte macht leek te hebben. Maar Mozes deed iets heel verstandigs: hij ging er met God over spreken.

"Toen wendde Mozes zich opnieuw tot de HEER en zei: 'Heer, waarom behandelt u dit volk zo slecht? Waarom hebt u mij hierheen gestuurd? Vanaf het moment dat ik bij de farao ben gekomen en hem in uw naam heb toegesproken, wordt het volk nog slechter door hem behandeld. U hebt uw volk niet bevrijd - integendeel!' " (Exodus 5:22-23, NBV2004)

Mozes ging zichzelf uitvoerig beklagen. Zelfbeklag is bijna altijd de oorzaak van neerslachtigheid. God probeerde hem te bemoedigen en besteedde daar veel aandacht aan (Exodus 5:24-6:7). Mozes ging opnieuw met de Israëlitische leiders in gesprek, maar die moesten niets meer van hem hebben. Waar bleef die acceptatie van zijn volksgenoten die God beloofd had? Mozes wist nog niet dat God situaties soms eerst slechter laat worden voordat ze ten goede keren en hij dacht waarschijnlijk dat hij gefaald had. Die teleurstelling kwam hard aan. Hij sprak zijn klachten uit bij God:

"... Als de Israëlieten al niet naar me luisteren, zal de farao dat dan wel doen? Ik kom immers moeilijk uit mijn woorden." (Exodus 6:12, NBV2004)

Weer dat oude excuus van zijn spreekprobleem, dat in Exodus 6:30 nog eens wordt herhaald. Als een verstandelijk persoon een negatief zelfbeeld heeft, is er heel wat voor nodig om dat te veranderen. God verzekerde Mozes dat Hij zou zorgen dat er WEL naar hem geluisterd zou worden:

"Maar de HEER zei: 'Ik zal ervoor zorgen dat jij als een god voor de farao staat, en je broer Aäron zal je profeet zijn." (Exodus 7:1, NBV2004)

Volgende ontmoetingen met de farao

God zond Mozes opnieuw naar de farao, nadat Hij hem de uitdrukkelijke belofte gaf van de uiteindelijke overwinning over de macht van de farao.

"Jij moet Aäron alles zeggen wat ik je opdraag, en hij moet het woord voeren en de farao vragen de Israëlieten uit zijn land te laten vertrekken. Ik zal ervoor zorgen dat de farao hardnekkig weigert, en ik zal in Egypte veel tekenen en wonderen verrichten. Ook dan zal de farao niet naar jullie luisteren. Daarom zal ik de Egyptenaren mijn macht laten voelen en hen zwaar straffen, en ik zal mijn volk, de Israëlieten, in groepen geordend uit Egypte leiden. De Egyptenaren zullen beseffen dat ik de HEER ben, als ik mij tegen hen keer en de Israëlieten bij hen weg leid.' " (Exodus 7:2-5, NBV2004)

En weer luisterde de farao niet. Maar we zien wel dat het optreden van Mozes en Aäron geleidelijk steeds krachtiger werd. Zij kondigden elk van de tien plagen aan zoals God hen had opgedragen en kondigden dan enkele dagen later aan dat ze op één van tevoren vastgesteld tijdstip zouden ophouden. Daarmee demonstreerden ze Gods totale beheersing van het proces en dat zij de volmacht hadden om namens de almachtige God te handelen.

Als we deze geschiedenissen aandachtig lezen ontdekken we dat Aäron bij de eerste plagen het woord voerde, maar dat Mozes die rol later overnam, terwijl Aäron geleidelijk meer naar de achtergrond schoof. Uiteindelijk was het niet Aäron maar Mozes die door God geroepen was. Aärons taak was om Mozes tijdelijk te helpen om zijn vrees voor mensen geleidelijk aan te overwinnen. God weet alles van karakters en houdt rekening met karakterbeperkingen, maar accepteert die nooit als excuses om zijn opdrachten niet uit te voeren. Hij geeft er immers de bijbehorende kracht bij!

Bij de aankondiging van de tiende en laatste plaag over Egypte lezen we iets opmerkelijks:

"... Ook Mozes zelf stond in Egypte hoog in aanzien bij de hovelingen van de farao en bij zijn onderdanen." (Exodus 11:3, WV2012)

Dat was nou die Mozes die niets kon, die niet goed uit zijn woorden kon komen en die door niemand serieus genomen zou worden! In betrekkelijk korte tijd had God hem ver boven zichzelf doen uitstijgen. Mozes was steeds meer bewust van Gods almacht en van het feit dat hij voortdurend aanspraak kon maken op zijn goddelijke hulp. Dezelfde hulp en kracht is nog steeds beschikbaar voor mensen met verstandelijke karaktereigenschappen van vandaag. En voor anderen ook natuurlijk.

Uittocht

Mozes was de onbetwiste leider van het volk geworden. Iedereen wist dat hij de door God gezonden bevrijder was. Zo kon Mozes ook de Israëlieten helpen om niet als een armzalig slavenvolk Egypte te verlaten, maar als een leger van de allerhoogste God, op weg naar het beloofde land.

"Op de dag dat deze vierhonderddertig jaar waren verstreken trokken al de legers van de HEER weg uit Egypte." (Exodus 12:41, WV2012)

"... Geheel uitgerust voor de strijd trokken de Israëlieten weg uit Egypte." (Exodus 13:18, WV2012)

"... Maar de Israëlieten zetten hun uittocht voort, door een verheven hand geleid." (Exodus 14:8, NBG1951)

Het is voor ons belangrijk om te weten dat God ons meteen na onze verlossing beschouwt als soldaten in zijn leger, om koning Jezus te dienen en de invloed van zijn koninkrijk op aarde uit te breiden. Niet door het onderwerpen van anderen of door christelijke machtsinstituten te stichten, maar door Gods liefde in woorden en daden uit te dragen. Verstandelijke gelovigen moeten goed beseffen dat ze niet eerst alles van de Bijbel hoeven te weten en overal goed in te zijn voordat God hen kan gebruiken in zijn koninkrijk. Al doende worden ze door God bekwaam gemaakt voor hun taak, net zoals Mozes.

Geen paniek

Het duurde niet lang of het volk maakte de eerste ernstige crisissituatie mee. Toen de Israëlieten tot bij de Rietzee waren gekomen, kwam het leger van de farao achter hen aan met de bedoeling hen uit te roeien of om hen weer als slaven terug te halen. Er brak paniek uit. En Mozes? Hij werd daar niet meer nerveus van, maar antwoordde bedaard:

"... Wees niet bang, wacht rustig af. Dan zult u zien hoe de HEER vandaag voor u de overwinning behaalt. De Egyptenaren die u daar nu ziet, zult u hierna nooit meer terugzien. De HEER zal voor u strijden, u hoeft zelf niets te doen.' " (Exodus 14:13-14, NBV2004)

Mozes strekte zijn hand uit over de zee (met de staf van God in zijn hand) en op dat moment gebeurde het bekendste en meest spectaculaire wonder uit het Oude Testament: God maakte een pad door de Rietzee zodat het volk daardoor kon trekken. Deze weg leidde tot hun bevrijding en tot de ondergang van het Egyptische leger.

"Het terugstromende water overspoelde het hele leger van de farao, al zijn wagens en ruiters, die achter de Israëlieten aan de zee in gereden waren; niet één van hen bleef in leven. Maar de Israëlieten waren dwars door de zee gegaan, over droog land, terwijl rechts en links van hen het water als een muur omhoog rees." (Exodus 14:28-29, NBV2004)

Mozes toonde zich een ware leider. Ongelofelijk hoe God iemand zo kan veranderen!